Cor 9t Hart gaat na 23jaar uit kunst Eigen plaats toch heel goed mogelijk OOK EEN AUTO... I Aula mammoet W WE m\DEi\ SNEL OPBOUWEN IN It'DAM Ontstellende cijfers van Economisch Instituut MïeenÉ weldra rnaoi stukje winkelstraat Waar ...en wat? 35 DE middenstanders in Rotter dam hebben zorgen. Zoals de situatie zich ontwikkelt, zijn er midden- en kleinbedrijven, die een heel goede toekomst tege moet gaan. Maar er zijn even veel, zo niet meer ondernemers, die voor hun bedrijven geen le venskansen meer zien. Er is in Rotterdam een project voor het winkelcentrum Zuidplein. Win keliers aan de „Boulevard-Zuid", en Beijerlandselaan en de Groe ne Hüledijk verwelkomen het tot stand komen van dat win kelcentrum echt niet met vreug de. Afsterven BIJ BE FOTO'S OVER de moeilijkheden en mogelijkheden van de mid- denstand in Rotterdam hebben wij enige gesprekken gehad met mensen uit het organisatie-leven, De heer J. van Bekkum jr., voor- - zitter van da Chr. Middenstandsver eniging Rotterdam, ziet vooral de sanering als een groot probleem. Buurtwinkels moeten uit sanerings- gebieden verdwijnen en deze winke- liers moeten in nieuwe wijken een bestaan opbouwen. De heer Van Bek kum meent, dat -honderden, winke liers daartoe financieel en verkoop technisch niet in staat zijn. De huren voor nieuwe winkelpanden zijn ex orbitant hoog. Slechts jongeren met moed en durf, met kapitaal en met hef vermogen om heel, heel hard te werken en zich veel te ontzeggen maken een kans. Aan kapitaal is misschien te komen. Maar wie wil onder zulke omstandigheden een be drijf opbouwen? toekomst Rijnmond-revue wekelijkse pagina 5e jaar gang nummer 24 teksten van Frans L v. d. Heide, Harry Willemsen, Kees '-•melisse foto's van Ary Groene- veM, Henk Hartog onder redaktie van Kees Comelisse. Gesprekken met vooraanstaande middenstanders Voor vervolg zie pag. 4 NOG vijf dagen wordt de fraaie hoekkamer in De Doelen aan het Kruisplein-Wee- na bezet door de heer C. A. 't Hart, als directeur der Rotter damse Kunststichting. Van ok tober 1945 af was hij chef van de afdeling kunstzaken van de gemeente, maar de laatste maan den, nadat hij deze taak had overgedragen aan zijn opvolger mr. J. van Gorkom, heeft hij zich bezig gehouden met een nieuwe bezetting en verjonging van de Kunststichting. KLIMAAT VELE FIJNKTIES Chef kunstzaken - nn directeur - had boeiende loopbaan DIREKTEUR GEWORSTELD EIGEN GEZICHT MAGAZIJN ZATERDAG 15 JUNM9Ó8 nE ROTTERDAMMER Pagina 3 99 99 MÏDDENSTANDZORGEN Nieuwe buitenwijken krijgen buurtwinkelcentra. Het is voor vele bedrijven de vraag of zij zich daar kunnen handhaven. Zeker, sterke on dernemingen met in de stad verspreid gelegen filialen zullen dat wèl kunnen. Maar kunnen kleinere middenstanders de hoge aanloop kosten en de verliezen van de eerste jaren in een nieuwe woonwijk op vangen? In het centrum van Lotnbar- dijen gingen in twee jaar zes van de vijftig winkels over de kop. Een tweede probleem is dat van de grote en prachtig geoutilleerde centra elders in Nederland, buiten de ste den. Men meent dat het beroemde winkelcentrum „In den Bogaard" in Rijswijk mensen uit Rotterdam trekt. Er is een plan voor een centrum bij Leidschendam, berekend op een 250.000 mensen grote klantenkring. Leidschendam telt slechts 25.000 in woners. Middenstanders in Hillegersberg en Schiebroek beschouwen het als een aanslag: met een ruime parkeerplaats als voornaamste wapen. En als het Zuidplein door de grote warenhuizen werkelijk attractief wordt, zou het wel eens een gevaar voor de bin nenstad kunnen worden. Winkeliers vragen zich af of het beslist nodig is, aan beide eindpunten van de metro een concentratie van winkels te ma ken. Winkeliers in de binnenstad zijn beducht voor het afsterven van de binnensteden en de drang naar bui ten van winkelend publiek. Daarvan zijn in Amerika veel voorbeelden. Het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf heeft onstel- lende cijfers geproduceerd. In 1965 zijn 38 textielwinkels geënqueteerd. Daarvan werkten er 21 lonend. Van TVE gevel van het postkantoor langs de Meent is een dood element. De middenstand zou er graag winkels inge bouwd zien. Gemeentelijke deskundigen denken aan paviljoens op het brede trottoir. Inbouwen in de gevel wordt een zeer kostbare geschiedenis. Het nieuwe straat-profiel, dat geen doorgaand verkeer meer toelaat, is over een maand gereed. Het aantal parkeer plaatsen wordt uitgebreid. Er komen bo men en terrasjes: het is de bedoeling dat er hier een tweede Beursplein groeit. Bovenaan de pagina: links de Spino- zaweg in Lombard! j-en, rechts de Beijer landselaan, trots aangeduid als „Boule vard-Zuid". In beide winkelstraten zijn zorgen. In Lombardijen is een aantal zaken over de kop gegaan: de mensen konden niet op tegen de hoge exploita tielasten. In de Beijerlandselaan is men beducht voor de invloed van het op het Znidplein komende grote winkelcen trum. En hoe zit het met de vele am bachtelijke bedrijven? De heer Van Bekkum meent dat zaken die reeds jaren lang in een bepaalde huurt zijn gevestigd, niet zomaar kunnen wor den overgebracht naar een nieuwe wijk. In de eerste plaats geldt voor deze bedrijven en bedrijfjes hetzelf de bezwaar als voor de winkeliers: de exorbitant hoge lasten. Maar verder hebben dergelijke ambachte lijke bedrijven buiten de buurt waar zij vanouds waren gevestigd geen bestaansmogelijkheden. Dan is er de beruchte BTW, die de vroegere omzetbelasting gaat ver vangen. Dat houdt voor vele bedrij ven een volledige boekhoud-reorga- nisatie in. Kunnen kleine bedrijven, die met heel hard werken het hoofd boven water houden, daarbij nog eens een belasting-reorganisatie ver- Werken? Maar de heer Van Bekkum meent ook, dat er binnen enkele jaren een gemoderniseerde detailhandel sterk naar voren kan komen, welke detail handel een eigen plaats behoudt ten opzichte van de grootwinkelbedrij ven en supermarkten. Hij meent evenzeer, dat het heel rooeilijk zal zijn, in deze ontwikke- hng met algemene maatregelen te komen. Wat voor de ene branche aanvaardbaar is, kan voor de andere funest zijn. Dat geldt, aldus de heer Van Bekkum, met name voor de koopavond, arbeidstijdverkorting voor winkelpersoneel, overurenver- Soeding voor koopavond en zater- uagmiddagarbeid. 39 slagers maakten er 28 winst. Van- 36 zelfbedieningsnkruideniers hadden er twaalf winst, de „bedieningskrui deniers" deden het nog slechter. Er kwamen winstcijfers voor de dag van ƒ5.000 netto per jaar bij een omzet van vier of vijf ton, waarvoor de eigenaar héél hard heeft moeten werken. Te weinig om daarvan een gezin te onderhouden. Personeelslasten zijn bijzonder hoog geworden. Daartegenover werd de arbeidstijd steeds meer verkort, hetgeen tot .eigenaardige wantoestan den leidde: dpa'e VefgaaeHtig van de Nederlandse Christelijke Onderae- mersbond Necobetra heeft voorzitter Visser harde noten gekraakt over personeel, dat in de vrije tijd de pa troons gaat beconcurreren met laag betaalde .zwarte arbeid", beunhaze rij dus. Dat de Rotterdamse stedelijke overheid voor deze ontwikkelingen geen open oog heeft, is gelukkig on juist. De koopavond werd ingesteld om afsterven van de binnenstad te gen te gaan. De parkeermeter en de verkeersplannen van de dienst van stadsontwikkeling kwamen de winke liers in. de binnenstad tehulp. De winkeliers aan de Meent 'tussen Haagseveer en Coolsingel zullen met vreugde de tijd begroeten, dat ook dit stukje voor doorgaand, verkeer is gesloten en voorzien van een veel ruimer aantal parkeerplaatsen dan vroeger. Dat zal over een maand zo ver zijn. De trottoirs zullen, dan fiks zijn verbreed, er komen bomen, er komen terrasjes bij daar gevestigde horeca-bedrijven. Er zijn plannen voor winkels langs de „dode" wand van het postkantoor. Men denkt aan paviljoenwinkels op het daar verbrede trottoir al zouden de winkeliers wellicht eerder zijn ge porteerd voor in de postkantoor-ge- vel ingebouwde winkels. Dat is misschien aantrekkelijker dan paviljoens, maar ook vele malen duurder en die idee zal door de zeer hoge kosten van verbouwing van de postkantoor-gevel wel afspringen. Ook met paviljoens zal, zo menen gemeentelijke deskundigen, een aan trekkelijk resultaat kunnen worden bereikt .vrffiSsa.". iftiïj "GSr. SFMS 3#-' '",:i Verder vermeldde de heer VatVBek- kum nog het ontwikkelingsfonds, waarvan naar zijn mening nog te weinig gebruik wordt gemaakt. Ten slotte is er nog het vraagstuk van de schaalvergroting en de heer Van Bekkum denkt daarbij aan uit breiding van het assortiment en het aantrekken van meer en dus vreemd kapitaal in verschillende onderne mingen, om prijsstijgingen en de vraag naar duurdere goederen op te vangen. Daarbij komt, zo meent hij, het vraagstuk van beknotting der persoonlijke vrijheid van de winke lier aan de orde. De heer C. W. van Yperen, voorzit ter van de Vereniging van Katholieke Ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf, gelooft niet dat er in Rotterdam reeds van een strijd van worden gesproken. Voor het opzetten van een winkelcentrum wordt, zo zegt hij, de koopkracht van de wijk eerst 'berekend. Dan wordt nagegaan ■wat de bewoners in de buurt kopen en wat zij uit de stad halen. En aan de hand van die gegevens wordt de zaak opgezet. Het Zuidplein is in omvang terug gedrukt van 45.000 vierkante meter tot 25.000 vierkante meter na felle protesten van de middenstand en na een rapport van het Economisch- Technologisch Instituut. Men beseft, zo zegt hij, terdege dat de Beijer landselaan en de Groene Hilledijk erg dicht op het Zuidplein zitten en ook dat er in de binnenstad zaken zitten en zullen blijven zitten, die een eigen publiek uit de hele stad trekken. T77AAR: het Rotterdamse stadhuis - wat: een beeld hoven een der „zijpoorten". Jammer genoeg weinig in zendingen, maar toch enkele goede. Win naar werd V. H. Meyer, Zestienhoven- straat 27, Rotterdam. TVE volgende opgaaf is "misschien wel wat geheimzinnig wat geheimzin nig. Makkelijk hebben we het weer niet gemaakt. Waar... en wat' Inzenden per briefkaart onder dit motto aan Rijn mond-revue, De Rotterdammer, vóór donderdag 27, uitslag zaterdag 29 juni. De man die 23 jaar lang het kunst beleid in Rotterdam mede heeft be paald, blijkt een heel wat roman tischer biografie te kunnen verteilen dan men eigenlijk zou verwachten. Cor 't Hart is een nauwkeurig spre ker, hij formuleert exact, maar ver liest in een gesprek onder vier ogen snel aan een wat onbewogen, op strikte objectiviteit uit zijnde ambte lijke houdjng. De op 5 maart 1903 in Rotterdam geboren Cor 't Hart ging na het on derwijzersexamen in Leiden stude ren, Van 1923 tot 1929 legde hij zich toe op biologie. Hij werkte een korte periode als leraar m.o. in Den Haag. In Rotterdam hield hij zich daarna bezig met ontwikkeling en ontspan ning voor werklozen. Dat was in de crisisjaren van 1931-1933. „Wethouder Meertens -vroeg me de leiding van de afdeling Kunst en Volksontwikkeling, onderdeel van de afdeling Onderwijs, op me te nemen. Na een jaar heb ik gezegd dat het teveel was en werd mijn functie be perkt tot de kunst. Ik richtte toen ook de kunststichting op". Wij vragen hem naar het klimaat van voor en direct na de oorlog: „Voor de oorlog doffe wanhoop door de crisis. Gebrek aan belangstelling door de strijd om het bestaan. Dan komt de cultuur niet ter sprake. Na de oorlog honger naar kunst en ver maak. In Rotterdam konden we snel opbouwen: In december '45 opende het Luxortheater. We hadden echter geen gezelschap. Dat werd toen de combinatie Stichting Amsterdams Rotterdams Toneel (START). In ja nuari '47 werd de Rotterdamse Schouwburg afgebouwd. Was het wel nodig dat de Groote Schouwburg aan de Aert van Nes straat werd afgebroken? „De afbraak is te snel gebeurd. Die schouwburg was altijd nog meer dan we nu hebben. We hebben wel de veine gehad dat het Nederlands Be heersinstituut bereid was het Luxor theater aan de gemeente te verkopen. Dat hebben we toen voor kleinkunst en film kunnen gebruiken. In de oor log hebben we al plannen gemaakt voor een concertzaal. Het slotplan voor De Doelen was het tiende dat ik met vele anderen gemaakt heb". heeft in een ander interview gezegd: de burgers moeten de stad rondgaan en zeggen: het is rot of het is goed. Wie zijn die burgers? Zitten er niet teveel mensen te lang in com missies van de kunststichting? Is er een voldoende kader aan burgers dat in de kunststichting tot oordelen be voegd is? „Ik was geen onderwijsman. Ka rakterologisch klopte het niet. Wel heb ik er altijd bijzondere be langstelling voor gehouden." En dan volgen er weer wat functies die hij bij de zijne heeft bekleed: lid, van de commissie vantoezicht op het middelbaar onderwijs en oprichter van de Academie voor- sociale, we tenschappen in de Maasstad, waar van hij tot 1963 president-curator was. rpJA, men noemt dit ook een auto deze „oude brik', die ergens in de Rotterdamse binnenstad te koop stond. Voor zestig gulden mee te nemen en een „gereviseerde motor" op de koop toe Hoe ver zou je komen met zo'n vehikelWie zei daar al „wrakkenpers"? ZIET lijkt een beetje op een der zalen van De Doelen in wording. Maar dat is al lang geleden. Nee, het amfitheater dat deze aardige perspec tiefplaat opleverde, is de aula van de z.g. mammoetschoolbij de Schie- kade. Boven het oplopende beton steekt een toren van hetzelfde mate riaal de kop op: het Akragon, een opeenhoping van gymnastiekzalen met een zwembad eronder, allemaal voor deze school. Met de aula van het Centrum voor Technisch Onderwijs is iets bijzon ders. Deze zaal krijgt nl. schouio- accomodatie, zodat gebruik voor het stedelijk cultureel leven mo gelijk is naast de doeleinden van de vele in het reuzengebouw verza melde scholen. Ongeveer 500 mensen zullen er kunnen zitten om te kijken en te luisteren naar toneel, muziek of film. Deze aula bevindt zich boven de hoofdingang van het complex en krijgt aparte toegangen. Om de zaal heen wordt een foyer gebouwd, die aan één zijde een glas-in-betonraam van Karei Appel krijgt. Voor Rotter dam deze „kleine komedie" in ge bruik kan nemen zal nog wel ruim anderhalf jaar verlopen. Zijn vriend Reitsma trok hem in de richting van de kunst. „Met hem las ik aller lei litteratuur en bezocht ik alle musea van Euro pa terwijl ik in middels ook veld werk deed als geoloog. Aan de Volksuniversiteit ging ik cursussen geven in micros copie. Toen volgde er een Haarlemse periode van '33— '41. Ik had voor de UFA culturele films vertaald en geïntroduceerd. Zo kwam ik in het hoofdbestuur terecht van het Instituut voor Arbeidersontwik keling, waar ik met de leiding van het artistie ke gedeelte werd belast Daar kreeg ik te ma ken met het Groot Volks toneel van Groe- neveld en de Boubers. In Am sterdam werkte ik op dit gebied samen met Brugmans die nu de rec tor is van het Europacollege in Brug ge. Hoe bizar de loopbaan van de scheidende chef kunstzaken is ge weest, blijkt ook wel uit de periode direct na 1940 toen hij met zijn colle ga's het IA..O. ontbond vanwege de bezetting en hij directeur werd van een familiebedrijf in ZaitbommeL Wie zou het in de altijd ietwat plechtstatige heer 't Hart vermoeden dat hij nog eens een bierbrouwerij heeft geleid? We sommen verder op: leraar bij het middelbaar onderwijs (Liba non, HBS 's-Gravendijkwal), Illegale zorg voor vluchtelingen, voorberei ding opbouw burgerlijk bestuur mid den-Nederland. Het is dan 1945, „Wanneer je als ambtenaar geen correctief hebt, loop je gevaar er een. zeer subjectieve mening op nate houden en dat er bij het ouder wor den een zekere verkalking optreedt Ik heb gezegd: benoem mij maar voor zes jaar. Maar dat is in het ambtelijk bestel niet mogelijk. Ik heb altijd geworsteld met de figuur van de Kunststichting. Het is noodzake lijk dat de overheid mensen heeft, deskundigen, die objectief de over heid wakker kunnen houden, advies uitbrengen en kritiseren.'* Voor een overheid is de grens wat artistiek gewenst is en ethisch ver antwoord, eigenlijk niet te trekken. Hoe beman je zo'n Kunststichting waarin burgers en ambtenaren zit ten? Het is onjuist als de kunstenaar beschoolmeesterd wordt door welwil lende leken, terwijl hij maar moet creëren zonder dat hij contact heeft met mensen die geëngageerd zijn." „Hoe vind je mensen die de erudi tie en de wijsheid hebben?" „De Kunststichting kent secties waarin zuiver artistiek geoordeeld wordt over aankopen. Ik heb de federatie van beeldende kunstenaars gevraagd mensen aan te wijzen om in de sec ties van de RKS zitting te nemen." „De intellectuele bovenlaag in Rot terdam is veel kleiner dan in .Den Haag en Amsterdam, maar er zijn in het Rotterdamse zakenleven toch een aantal mensen met een bijzondere kennis. Alleen in Rotterdam is een Kunststichting gerealiseerd die men eerst landelijk gedacht had, met plaatselijke afdelingen. In de komende jaren zal de met zeventien personen bemande Kunststichting geen bemoeienis meer hebben met de zakelijke aspecten van bijv. Schouwburg en Luxor. Dat doet de Dienst Kunstgebouwen. De stichting krijgt een eigen gezicht, los van zakelijke ballast. Wat ziet u als wensen voor een verdere uitbouw van het culturele le ven in Rotterdam? „Ik zou de verticale spreiding van de cultuur bevorderd willen zien. ïk geloof niet dat er bepaalde lagen, van de bevolking zijn waar niet enige belangstelling voor kunst bestaat. Onderwijs en opvoeding kunnen hier veel doen. Persoonlijk vind ik Boymans aan de buitenkant passen bij de geest uit het begin van de twintigste eeuw, een gesloten conserveringsdoos met heilige schatten. Ik zou het nu maken als een winkelmagazijn met etalages en deuren die openstaan en de kans om mensen alle inlichtingen te geven die ze willen, „Rotterdam is in zijn museumpak ket te beperkt. Ik zou er een na- tuur-historisch museum willen zien, waar verzamelaars bijeen kunnen komen. Ook een museum voor de techniek zou ik een plaats willen geven" „Er moet nog veel gebeuren, maar ik ben dankbaar dat ik door de we deropbouw de kans heb gekregen er dit van te maken." HW

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1968 | | pagina 1