ZUCHTJE IN WESTEN IS STORM IN NOORDEN
GEEN WERKTIJDVERKORTING
geen bemoeizucht
'geen machtswellust
GEEN GROEPSEGOÏSME
De veilige
manier
van sparen
Rijkspostspaarbank
altijd safe!
d
>1
H. P. Ester in
gesprek met
minister
Roolvink
I'
ibeslisf
EERZUCHTIG, PARMANTIG, ONVAST
istor
wi.
esta-
b 41
DEN HAAG „Onze conjunctuur heeft zich boven verwachting snel hersteld.
jjet werkloosheidscijfer is 25.000 lager dan het Centraal Planbureau in de macro»
economische verkenningen vier maanden geleden aanvankelijk verwachtte. Ik ben
jjereid van deze gunstige ontwikkeling de werknemers te laten meeprofiteren en zal
daarom geen schriel loonbeleid voeren. Belangrijke contracten ais voor de metaal-
Industrie en de havens zijn al goedgekeurd. Bovendien vraagt ook de kostenstijging
?om begrip voor de hoogte van de loonontwikkeling."
Deze kloeke taai van de minister van sociale zaken en volks-
|eiondheid betekent voor de toekomst eerder een beperking van
ie investeringen clan een besnoeiing op de loonsverbeteringen. Het
djn in de afgelopen jaren niet de lonen geweest, die de overbeste-
Üngtot gevolg hebben gehad, maar de investeringen.
Minister Roolvink wenst daar
in volop ernst te maken met de
óorvoering van een vrij loon-
eleid. Het aandeel van de werk
nemers in het nationaal inkomen
s de afgelopen jaren terugge-
open. De belangrijkste zorg van
Ie heer Roolvink blijft daarbij,
lat de loonontwikkeling geen
iroporties aanneemt, die de poli-
iek van volledige werkgelegen
heid in gevaar kunnen brengen.
METAALCONTRACT
HET NOORDEN
GOED AFGELOPEN
SPAARLOON
LOONMARKT
KRITIEK
NIET VOOR PLEZIER
Ik grijp niet voor mijn plezier
in een contract in. Dit is geen
machtswellust. Ik heb er alleen
maar last van als er optochten
met spandoeken over het
Binnenhof trekken. Ingrijpen in
een contract is een duidelijk
impopulaire maatregel.
De essentie van eet sociale
politiek is niet, dat ieder alleen
let op eigen belang, maar ook
op dat van anderen. Groeps
egoïsme is hier fout.
ALS Mussolini' speelde Mus
sert een rol, maar de Duce
stond aan het hoofd van een
staat en was een betere acteur.
Hitiers demonie was Mussert
vreemd en onsympathiek. De
werkelijke standvastigheid, die
kan voortvloeien uit een abso
lute gedrevenheid of uit een ab
solute overtuiging (of uit beide),
kende hij niet.
Dwangneurotische trekken
waren onmiskenbaar. Hij was
nauwkeurig tot op het absurde
af.
Kinderlijk
Opgeschroefd
Onvast
Zijn succes
Hij was. kortom, in veel van
zijn eigenschappen, in al zijn
beperktheden, en in zijn be
trekkelijke gematigdheid, een
typisch Nederlandse klein
burger.
En hij kreeg een tijd lang de
wind in de zeilen.
MORGEN: HET DRAMA
MARiNUS VAN DER LUBBE
Pagina 5
WOENSDAG 12 FEBRUARI 1969
vrije loonpolitiek krijgt bij
biimster Roolvink royale kans
oeds
•gel-
na-
r de
CR
TOOT
lisle
ad
aast
ais
kla
arst
ren-
met
'•oor
ring
itie-
ijke
'uga
gie
aem
J.
taat
osi-
iieel
ioe-
•eii
dit
op
ruk
Jsa-
aci-
na-
lid-
ge-
ior-
de-*
pais
rem
Jé:
«3
on-
*1-
Als
nek
een
«et
ne
me
el-
Uit
3US
iek
sft
De gedurfde krachtige houding van
bewindsman van Sociale Zaken en
ïolksgezondheld steekt opvallend at
sjtn de loonnota van mei van het
ioHg jaar, toen de regering het par
tinent toestemming vroeg het afkon-
van een loonpauxe eind I9S8
Mgïtijk te maken ais de econo
mische ontwikkeling dit zon eisen.
Deze missiag van het kabinet lijkt
tea de positie van de heer Rooi-
hak versterkt te hebben» zodat hij
it kans heeft het vrije loonbeleid
jkn royale kans te geven.
Op onze vraag, of dit betekent dat
ba goedkeuring van alle ont-
aerp-contracten verwacht mag wor-
len, kon de bewindsman moeilijk
positief reageren.
R.: „Ik hoop dat de lonen in de
wurt van de 6Vj pet van ihet metaai-
tontract zullen blijven. De prijzen
Hogen niet nog sneller en nog ster
ker omhoog schieten, omdat dan onze
coneurrentiepostie en de werkgele-
igenheid in gevaar komen. Een abso-
Minister Roolvink heeft gisteren
het iooncontract voor do havens
goedgekeurd. De vakbonden hebben
hem dit in dank afgenomen. Reeds
eerder bleek de minister geen be
zwaar te hebben tegen het nieuwe
contract voor de metaalindustrie.
Bij de vakbeweging in het alge
meen bestaat op het ogenblik waar
dering voor het beleid van de mi
nister van sociale zaken en volksge
zondheid. Ondanks loonkostenstij
gingen, die ver de ramingen van het
Centraal Economisch Plan te boven
gaan, heeft minister Roolvink deze
verantwoordelijkheden durven aan
vaarden.
In een exclusief interview met on
ze sociaal-economische redacteur H.
P. Ester gaf de bewindsman een
toelichting op zijn beleid en zijn me
ning over verschillende actuele soci
aal-economische onderwerpen.
jTjE Russen hebben opnieuw duidelijk
gemaakt, dat ziï er niet aan
denken hun troepen uit Tsjechosïo
wakije terug te trekken,
he grote woonblokken, die zij er voor
inus bezettingstroepen willen bouwen,
moeten vijftien jaar dienst doen.
•N'u kan er in zoveel jaren heel wat
gebeuren, ook in Rusland zelf, waar
«ader het oppervlak veranderingen
rich blijven voltrekken,
bit genoemde stap kan echter wor
den opgemaakt, dat de strijd in het
kremlin over Tsjechosïowakije nog
onbeslist is.
Dit houdt in, dat figuren als partij-
Meoloog Soeslof er niet in geslaagd
djn de alleen op veiligheid bedachte
militaire leiders te overtroeven.
Betekent dit ook, dat het gevaar voor
linden als Roemenië en Joegoslavië
nog niet geweken is en dat tussen
komst daar niet uitgesloten is?
Te oordelen naar de jongste rede
ten de Roemeense president en par-
Ufceeretaris Ceausescu ligt zulk een
optreden vooralsnog niet voor de
hand.
Hij veroordeelde niet alleen de inva-
sie in Tsjechosïowakije, maar ook
het recht van tussenkomst, dat de
Bussen In het algemeen opeisen.
He situatie van Roemenië kan niet
"iet die van Tsjechosïowakije wor
den vergeleken, omdat Boekarest
biet van het ideologische pad is af-
ïwiwaald.
In Praag ligt dat anders. Daar zal
bien voorlopig gedwongen zijn met
het feit van de bezetting te leven,
ronder echter de hoop op betere tij
den op te geven.
p> die kunnen slechts komen bij be-
«ngrijke veranderingen in Rusland
«eif.
Iute grens is voor mij de werktijd
verkorting tot 43 3'4 uur per week.
Verdergaande werktijdverkortingen
rullen moeilijk mijn goedkeuring
kunnen krijgen.
Ik ben er mij van bewust, dat
reeds btj het huidige beleid een enkel
bedrijf zal moeten sneuvelen. Wij
moeten er voor oppassen nu niet de
grondslag te leggen voor een aan
tasting van onze werkgelegenheid in
de nabije toekomst. Een zuchtje wind
in het westen betekent in dit opzicht
een storm in de andere delen van
het land."
Blijft de verbetering van de werk
gelegenheid in het noorden van het
land ook thans nog niet sterk achter
bij 'die in het westen?
R.: „Vergeleken bij de dieptepun
ten in de jaren 19521958, is 1968
goed uit de bus gekomen in het noor
den. Het aantal werkers in in
dustrieën en dienstverlenende bedrij
ven is absoluut en procentueel toege
nomen.
Er is een structurele versterking
aan de gang, zodat ook het noorden
in de toekomst bij een conjuncturele
terugval steeds minder zwaar zal
worden getroffen. Maar er zijn nog
een paar extra trekpaarden nodig,
waaraan met name bij Economische
Zaken ernstig wordt gewerkt".
Welke verwachting hebt u van een
Raad voor de Arbeidsmarkt?
R.: „Ik juhh de instelling van deze
raad toe. Ik geloof dat nog vele ver
wachtingen In vervulling kunnen
gaan. De overheid kan niet alles al
leen. Er zal een nog nauwer overleg
met het bedrijfsleven nodig zijn-
Omscholing. bijscholing, mobiliteit,
een suppletieregeling voor ouderen
bij overgang naar een ander beroep,
het opvangen van slachtoffers van
structurele bedrijfssluitingen, die
zich zuilen blijven voordoen als ge
volg van een noodzakelijke ontwik
keling enz. Aan al deze zaken zal een
Raad voor de Arbeidsmarkt belang
rijke aandacht kunnen besteden".
ïleeft achteraf gezien de regering
een juist werkgelegenheidsbeleid ge
voerd?
R.: „De financiële injecties, die de
overheid heeft gegeven om de werk
gelegenheid tijdens de periode van
conjuncturele terugval te stimuleren,
blijken ln grote lijnen voldoende te
zijn geweest.
Elke werkloze is er één te veel ge
weest, maar wanneer de regering
meer geld had ingespoten dan had zij
de basis gelegd voor een grote span
ning op de arbeidsmarkt op dit mo
ment. Er is de afgelopen jaren meer
gedaan voor de werkloosheidsbestrij
ding dan in enige andere r.a-oorlogse
periode. Wij zijn dankbaar voor de
vele slachtoffers, dat het zo goed is
afgelopen".
Schiet de huidige wet op het mini
muminkomen niet tekort?
R.: „De norm die is gekozen voor
de hoogte van het minimuminkomen
is een voorlopige: het is een gemid
delde van de prijs- en de loonindex.
Het uitsluitend aanhouden van de
loonindex, zoals de vakbeweging
voorstond, had het gevaar meege
bracht, dat sommige laagst betaalde
werknemers uit de markt waren ge
prijsd. De primaire taak van de vak
beweging is nu, dat zij aandacht
besteedt aan de Icontabellen voor de
laagst betaalden.
Blijkt het in de toekomst mogelijk
alsnog de loonindex ais norm voor
het minimuminkomen te hanteren,
dan zal ik deze zaak opnieuw bekij
ken. Op dit moment zou het een
stroom van dispensatieverzoeken tot
gevolg hebben. Het bedrijfsleven
moet nu eerst zelf tot overeenstem
ming komen.
De SER zal opnieuw om advies
worden gevraagd en daarna volgt een
definitieve beslissing over het te vol
gen beleid voor het minimuminko
men. Overigens heeft de regering op
eigen initiatief reeds een minimum
vakantiebijslag geïntroduceerd."
Is de regering niet van mening, dat
er nog te weinig gebruik gemaakt
wordt van de mogelijkheid tot spaar
loon?
R.: „Sparen is in onze sterk op
consumptie gerichte maatschappij een
fundamenteel vraagstulc Spaarloon,
winstdeling, investeringsloon, vermo-
.gensaanwasdeling. of hoe men het
maar mag noemen, kan een belang
rijke functie gaan vervullen. Dit
vraagstuk kiemt te meer nu de lonen
'boven de produktiviteit uitstijgen.
In IVest-Duitsland heeft ook de
vakbeweging al duidelijk begrepen,
dat loonsverhogingen, die de produk-
imteitstoeneming ie boven gaan,
weinig zin hebben. De extra prijsstij-
ROOLVINK
royaal gebaar
gingen romen de loonsverhogingen af
en een zwakkere concurrentiepositie
brengt bovendien de werkgelegen
heid in gevaar.
Het spaarloon is ook de kortste
weg naar een inkomenspolitiek, om
dat dan de werknemers zelf bezitters
worden. Elke andere weg zal veel
langer blijken. Op korte termijn hoop
ik nog een gesprek te hebben met het
bestuur van de Stichting van de Ar
beid over het spaarloon".
Wat denkt u van de kritiek die de
vakbeweging op de Wet op de loon
vorming heeft geleverd?
R.: „Al bijna 15 jaar wordt er ge
dokterd aan een vrijere loonpolitiek.
In 1954 stelde de Stichting van de
Arbeid een rapport over vrijere loon
politiek op. Vervolgens wijdde de
SER verschillende rapporten aan dit
onderwerp.
De zaak is tot op vandaag niet bui
ten de discussie geweest. Het NW
heeft het langst aan de geleide loon
politiek vastgehouden. De werkge
vers houden nog vast aan het College
van Rijksbemiddelaars via het Bui
tengewoon Besluit Arbeidsvoorwaar
den (BBA).
Eind 19G7 bereikte de Stichting van
de Arbeid een akkoord over de vrije
loonpolitiek, waarin bepaalde over-
(heidsbevoagdhederx waren inge
bouwd. De stichting ging akkoord
met overheidsingrijpen en loonpauze.
In het wetsontwerp op de loonvor
ming is dit vastgelegd.
Ook is een algemene maatregel -van
bestuur voorgesteld, waarin de rege
ring de loonpolitiek onder zeer bij
zondere omstandigheden weer geheel
aan zich kan trekken. Binnen drie
maanden zal zij dan een daartoe
strekkend wetsontwerp bij het parle
ment moeten indienen. Ik denk daar
bij aan oorlogsomstandigheden e.d.
Vat betreft de kritiek, die op het
wetsontwerp is geleverd, wacht ik nu
eerst het voorlopig verslag van de
Tweede Kamer af. Ik hoop dat spoe
dig te ontvangen. Van dit verslag zal
afhangen wat ik in de memorie van
antwoord ga meedelen.
Wat betreft de mogelijkheid tot het
ingrijpen in afzonderlijke cao's,
waartegen met name het NW zich
zo sterk verzet, heb ik mij gehouden
aan de unanieme uitspraak van de
Stichting van de Arbeid. Wil de Ka
mer een gewijzigde omschrijving van
dit artikel dan valt er met mij te
praten. Grote waarde hecht ik aan
het gemeen overleg met het parle
ment
Het overleg met het bedrijfsleven
Is nu afgesloten. Mogelijk zijn nog
adressen van het bedrijfsleven aan
Kamer en regering te verwachten.
Maar men moet er goed om den
ken. dat ik niet elke cao kan accepte
ren alleen en uitsluitend omdat par
tijen in het bedrijfsleven het er eens
over geworden zijn. Geldt het be
drijfstakken, die op de internationale
markt concurreren, dan ligt het mak
kelijker, maar bedrijfstakken, die
voor het binnenland werken wente
len alle extra loonlasten in de vorm
van prijsverhogingen op de binnen
landse consument al.
In het laatste geval gaat het niet
alleen om belangen van de be-
drijïsgenoten. Wanneer de regering
hier ingrijpt is dit geen stuk bemoei
zucht
SPAARBANKE
zijn 2200vestigingen. Op da postkantoren kunt u da hela dag terecht
Een aantal daarvan is zelfs ook op vrijdagavond of de plaatselijke koopavond
geopend. Voor de postagentschappen gelden aparte openingstijden.
Mussert typisch een
kleine burger
(Van een speciale verslaggever)
„Zijn werkkamer leek net een
postkantoor", aldus M. Meulöijk,
een van z'n medewerkers. Alles lag
er keurig. Van. tijd tot tijd inspec
teerde hij op het hoofdkantoor de
inhoud van de kasten. Bij mijn ad
judant zei hij eens: Je zou een tien
gekregen hebben als daar onderaan
niet een stukje papier scheef lag".
Zo ook zijn secretaresse:
„Zijn bureau moest keurig opge
ruimd zijn en alle potloden en line-
aals moesten netjes in een rij liggen.
Hij was vreselijk precies. Ais je
tien bladzijden voor hem had moe
ten typen en er zat één foutje in. dan
vond hij dat meteen".
Wat bracht Anton Adriaan
Mussert, 37 jaar oud en hoofd
ingenieur van de provinciale
waterstaat, ertoe te menen dat
hij de aangewezen redder was
van de Nederlandse samen
leving? Wat bezielde hem,
toen hif zioh opwierp ais lei
der van een beweging, die in
het hele koninkrijk de macht
ln handen wenste te nemen?
In zijn boek Voorspel (Uit
gave: Staatsdrukkerij; popu
laire editie 664 blz„ 17,50),
het eerste deel van de geschie
denis van Nederland voor, tij
dens en na de Tweede Wereld
oorlog, geeft dr. I,. de Jong
een karakterschets van de ge
fusilleerde leider van de NSB.
Daar stak iets kinderlijks in. En
inderdaad, wie zich met Mussert be
zig houdt, kan spoedig de indruk
van onvolgroeidheid niet van zich
afzetten. Hij was, als een jeugdige
dromer, verliefd op zijn eigen ge-
dachtenconstructies, waarbij hij, ook
in het politieke vlak de ingenieur
blijvend, meende „mensen te kun
nen leiden zoals men watermassa's
kanaliseert" (T. Goedewaagen).
Hij had weinig begrip voor de m
hem levende en de hem omgevende
realiteit: weinig zelfkennis; weinig
mensenkennis; slechts een primitief
denkbeeld van de ontwikkeling en
de gecompliceerdheid van het ko
ninkrijk als welks toekomstige
heerser hij zich zag, en een nog veel
primitiever kennis van de wereld,
waarin dat koninkrijk lag.
Dat verhinderde niet dat hij zich
aan die denkbeelden hardnekkig
vastklampte. Juist omgekeerd: naar
mate de realiteit in scherper conflict
kwam met zijn wensvoorstellingen,
was hij minder bereid ze te corrige
ren.
Mogen wij dat starheid noemen?
Zonder twijfel. Mits niet uit het oog
verloren wordt, dat meest onbewust,
onder die starheid een onzekerheid
schuil ging, die haar, die starheid,
versterkte in plaats van verzwakte,
en die maar heel zelden door het
harnas van alwetendheid en poten
tiële almacht heenbrak. dat hij, de
Algemeen Leider zich aangegord
had.
Zo kon hij, het was ln 1933 of '34.
een keer verzuchten: „Ik geloof dkt
die Colijn toch veel meer geschikt is
voor dit vak dan ik".
Natuurlijk gezag ging niet van
Mussert uit. Eerder maakte hij een
opgeschroefde indruk. In het zwarte
uniform, dat hem, een vrij kleine,
gezette man. niet bijster flatteerde,
moest hij steeds een overdreven fer
me indruk zien te wekken, waarbij
hij het in de regel niet verder
bracht dan tot zekere parmantig
heid.
Geslepener naturen dan de zijne
konden met de nodige vleierij spoe
dig invloed op hem krijgen. „Als er
zo'n raan bij mij was geweest", ver
telde hij na zijn terdoodveroorde
ling, „zei mijn vrouw: Man, begin
toch niet met die kerel, het uiterlijk
i an die \-ent deugt niet Mijn vrouw
had meer kijk op mensen dan ik."
En, in diezelfde tijd, maar type
render nog: „Ik kan beter honderd
maal bedrogen worden dan één
maal zelf bedriegen. Ik heb inder
daad een zekere naïviteit, maar ik
geloof dat dat goed is. Men wordt er
niet beter van, als men ai dat be
drog-en-zo zo gauw doorziet" een
instelling, die eerder bevorderlijk is
voor een tegen onverschilligheid
aanleunende gemoedsrust dan voor
welslagen in de onbarmhartige ereld
der politiek.
Zo moest in zijn optreden wel van
meet af aan (en dat werd door de
meeste Nederlanders intuïtief aan
gevoeld) een element van gefor
ceerdheid steken. Hij had niet in de
verte het formaat dat bij zijn op
zichzelf al absurde pretenties paste.
Zijn artikelen en redevoeringen,
overladen met indelingen en punten,
getuigden veelal van een starre
schematiek. Hij was niet zozeer een
siecht als wel (en met name als hij
improviseerde) een onhandig rede
naar» krampachtig vooral in zijn
beeldspraak.
Met de onvastheid van karakter
correspondeerde onvastheid van op
vattingen. Hij hield er een
Christendom op na, zo weinig be-
lijnd dat hij hort voor zijn dood nog
niet kon aangeven wat hij was: pro
testant of katholiek.
Van de onvastheid zijner politieke
beginselen getuigde zijn hele verde
re loopbaan: vervuld van zekere be
duchtheid jegens Duitsland en je
gens Hitier werd hij de bondgenoot
van de Duitse bezetter; persoonlijk
geen voorstander van geweldple
ging, handlanger van een systeem
dat zich slechts met terreur kon
handhaven; aanvankelijk wars van
alle antisemitisme, voorman van een
beweging waarin de Jodenhaat ging
domineren.
Door zijn NSB en door de gebeur
tenissen liet hij zich meeslepen.
Misschien was hij zich dat ook wel
bewust. Dan redde hij zich met pa
pier en pen. Want bij naturen als de
zijne, die, eigen zwakheid ten spijt,
de eerzucht koesteren om de werke-
Anton Mussert als pretentieus
leider van de NSB.
lijkheid hun persoonlijk stempel op
te drukken, is, wanneer die werke
lijkheid weerbarstig blijkt, de nei
ging sterk steun te zoeken in uitge
werkte toekomstplannten plannen
waarin dan de onbenullige details
prevaleren.
'A -«V
i -KhLttV
«CJW
>V
Op expeditie naar Indonesië. Helemaal links C. van Geelkerken.
Hoe is het mogelijk geweest dat
nu juist deze man tienduizenden
volgelingen kreeg, en dat hem enig
succes beschoren was waar anderen
7.o evident faalden?
In het negatieve was dat laatste al
een factor van zeker gewicht: lei
ders van splintergroepjes, die jaren
lang splintergroepjes gebleven wa
ren, hadden zich door dat enkele
feit al gediskwalificeerd.
Maar Mussert had op hen nog
meer voor. Hij had enig verstand
van organiseren en van propaganda.
Hij had, zij het in beperkte kring,
toen hij begon een goede naam: op
vrij jeugdige leeftijd hoofdingenieur
van een zo gezaghebbende dienst ais
de waterstaai Ook zijn werk in het
Nationaal Comité van Actie tegen
het Belgisch verdrag was niet ver
geten.
Mussert maakte de indruk van
een flink en fatsoenlijk man. Hij
was geen avonturier; hij was sober
(Van Geelkerken beklaagde zich
erover dat hij niets te eten kreeg,
als hij met de Leider op stap
moest); hij was gedegen tot op het
vervelende af (geen kaartspel, geen
dammen of schaken, geen sport); hij
had zin voor orde en regel en bur
gerlijk fatsoen; hij hield niet van
schandalen in de pers hij was noch
sadist noch bezeten fanaticus; hij
had geen gevoel voor humor; hij
was onartistiek en onmuzikaal (van
muziek zei hij: „Ik hoor net zo lief
een trap schrobben"); hij stond In
nerlijk ver van de wereld der arbei
ders.