Wat de regering wil met de
loon- en inkomstenbelasting:
SffSISmSSS, pKS:
Hoofdinkomen
van de vrouw
Hoe de techniek de samenleving uit het oog verloor
Cultuur
Geschiedenis
TROUW/KWARTET ZATERDAG 9 SEPTEMEBER 1972
BINPfENLAJNiD
T9/K9
door A, D. Poot
Tot de zaken die de huidige regering nog voor de verkiezingen hoopt
af te doen, blijkt" volgens het werklijstje van het kabinet ook te be
horen het wetsontwerp dat moet leiden tot fundamentele wijziging
van de tariefstructuur van de loon- en inkomstenbelasting. Gegeven
het korte tijdsbestek waarbinnen de Tweede Kamer dit wetsvoorstel
moet hebben behandeld, komt ons dit zeer ambitieus voor. Te meer
daar de regering heeft gesteld dat de behandeling vóór 1 oktober rond
moet zijn, wil men voldoende gelegenheid hebben de invoering per
1 januari 1973 te realiseren. Daar komt nog bij dat de voorgestelde
wijziging van de structuur van het tarief zoals uit het voorlopig
verslag blijkt vooral voor de progressieve drie (PvdA, D'66 en
PPE) van een zodanige importantie wordt geacht dat men tégen be
handeling daarvan is voor de verkiezingen.
Ongehuwd, jonger dan 35 jaar:
Ongehuwd, ouder dan 35 jaar:
Gehuwd zonder kinderen:
Gehuwd en 3 kinderen:
Onvolledig gezin met 2 kinderen:
Gehuwdmet 2 kinderen:*-
Nieuwe begrippen
eerste
volgende
volgende
volgende
rest
Van onze redacteur
wetenschappen
Het gebeurt zo vaak: iemand be
klimt een spreekgestoelte en
gaat staan uitleggen wat er in
deze samenleving is foutgelopen
en hoe we dat weer recht moe
ten breien. En als hij klaar is
denk je, ach, er zit wel wat in,
maar zo simpel is het toch niet,
en wat schieten we hier eigen
lijk mee op.
Techniek? -
Grote leken
Actie
DE FISDUS
EN ZIJN
MtlllIJVEM
Uit het voorlopig verslag, dat de Ka- de totale belastingopbrengst onaange-
mer over het wetsvoorstel uitgebracht tast te laten, het in het regeerakkoord
beeft, blijkt dat ook bij de regerings- vastgelegde punt tot verliching van
partijen op bepaalde punten bezwa- de belastingdruk voor de middengroe-
ren bestaan tegen het wetsontwerp, pen in de huidige opzet beperkt is.
met name waar het betreft de belas-
tmgdruk van de middengroepen, voor SudCJGttair llGUtras!
welke groep ondanks de toezegging in
het regeerakkoord nog te weinig is Omdat het wetsontwerp ervan uitgaat,
gedaan om van reële verlichting te dat de belastingopbrengst ongewijzigd
spreken. Ook zal er nog gesleuteld moet blijven (budgettair neutraal ge-
dienen te worden aan de vrijstellin- noemd) betekent een belastingverhch-
gen voor de werkende gehuwde vrouw ting voor de lagere inkomens verster
en die voor de onvolledige gezinnen, king van de belastingdruk voor de
Houdt men er rekening mee dat de hogere inkomens. De circa 400 nul-
staatssecretaris eerst half september joen gulden die de lagere inkomens-
zijr^ memorie van antwoord gereed zal groepen volgens het voorstel minder
hebben en de oppositiepartijen alles gaan betalen, zal nu dus moeten wor-
zulien doen de behandeling tot na de den opgebracht door de groepen met
verkiezingen uit te stellen dan is het hoge inkomens en een deel van. de
bijnajreker dat invoering per 1 janua- middengroepen. De vraag blijft: welke
n 1973 Onmogelijk wordt groep ziet men als 'de middengroe-
Waar gaat het nu allemaal om? Het pen'?
huidige tarief met zijn vele tariefkias- Dit begrip wordt in de memorie van
sea wil men vervangen door een aan
tal blokken van Inkomens, in het
wetsontwerp schijven genoemd. De in-
komens binnen deze blokken worden
met eenzelfde percentage belast. lede- IlWOSffriö o60iï1
re belastingplichtige start met zijn
belasting In de laagste schijf cn -
schuift vervolgens door tot de totale IcHlUBrf lllkt
voor hem geldende belasting is .wast-
Hhgèzien onze belastingheffing "nogfl333t ÖïlITlOCJ©IIÏk
steeds uitgaat van het zogenaamde V n,MW
draagkrachtprincipe, dienen "er dus
voor de onderscheiden groepen van
belastingplichtigen afzonderlijke vrij
stellingen te zijn, in het wetsontwerp toelichting al min of meer begrensd
de belastingvrije som genoemd. Eerst waar men spreekt van: 'in het bijzon-
na aftrek van deze belastingvrije som der de groepen tot en met de premie-
wordt het tarief toegepast. Deze me- grens te ontzien'. Aangezien men in
thode is noodzakelijk aangezien het ons land een aantal verschillende pre-
weisvoorstel een tarief voor allen miegrenzen kent, blijft de vraag: wel
bent met differentiatie naar de ver- ke grens heeft men op het oog? De
schillende categorieën belastingplicb- laagste, die voor de verplichte zieken-
tigen. t'ondsverzekering, of de preraiegrens
voor toepassing van premiebereken:ng
Belastingvrij voor de algemene ouderdomswet of de
grens voor de verzekeringen WW, ZW
Men tracht deze differentiatie te be- en WAO?
reiken door invoering van de volgen- Hoe komen de nieuwe tarieven te
de belastingvrije sommen: liggen?
werkende gehuwde vrouw 1.250 van eerste 10.000 24%
ongehuwden jonger dan 35 jaar 3.625 van de volgende 6 250 32%
ongehuwden ouder dan 35 jaar 7.500 40%
en onvolledige gezinnen 4.875 11.250 50%
gehuwde man 6.250 13.750 56%
I 16.250 61%
Wat zijn hiervan de consequenties? t 20.000 65%
1 Verbetering van de belastingpositie 40,000 63%
ma de werkende gehuwde vrouw, van elke volgende gulden 70%
I(aast de hierboven genoemde belas
tingvrije som zal de buitenshuis wer- De bejaardenaftrek voor gehuwden
kénde gehuwde vrouw als zelfstandige gaat van ƒ1.088 naar 1.150 en voor
belastingplichtige worden aangemerkt ongehuwden van 544 naar 575.
voor haar inkomsten uit tegenwoordi
ge arbeid. Een samenvoeging met het DangIrriQ kinderaftrek
inkomen van de man zal met meer a
plaatsvinden, waardoor onevenredige Voorgesteld wordt, de kinderbijslag
progressie wordt vermeden. Aangezien buiten het belastbare inkomen te hou-
het merendeel van de werkende ge- den Deze behoeft dan niet meer bij
huwde vrouwen alleen in de loonbe- de aangifte te worden opgegeven. Dit
lading zal worden betrokken, zal een betekent wel dat de bestaande kmder-
heifing in de inkomstenbelasting voor aftrekregelmc niet meer kan worden
de meesten achterwege kunnen blij- gehandhaafd. Men stelt derhalve een
ven technische wijziging van de bestaande
b. Fiscale tegemoetkoming voor on- aftrekregeiing voor, die er op neer-
volledige gezinnen waarvan de kost- komt, dat men voor z£'vfr, f
winnaar of kostwinster buitenshuis is, het verschil tussen het bedra„ a
werkt. Onder onvolledige gezinnen de huidige ,ln
zijn'te verstaan: weduwnaars en we- uitgedruktei kinderaftrek en1
duwen met kinderen, gescheiden echt- de kinderbijslag overbrugt. Het we -
genoten en andere ongehuwden met ontwerp komt dan tot hit navolgende
recht op kinderaftrek. voorstel voor loontrekkenden:
Beschouwt men het voorgestelde ta-
rleP-foor weduwen en weduwnaars bij 1 kind een aftrek van 500
met het voorgestelde tarief voor ge- bij 2 kinderen in totaal 3.000
huwden met eenzelfde aantal kinde- 3 en 4 kinderen in totaal 1.500
ren, dan kan men zich niet aan de btj 5 en meer kinderen in totaal 2.000
indruk onttrekken dat met name de
groep van weduwen en weduwnaars pat -0ij drie en vier kinderen een
in hel wetsvoorstel we! gestraft Zelfde aftrek geldt, houdt verband
wordt voor het verlies van hun part- mej de opbouw van de kinderbijslag
ner. Zoals uit de hierbij afgedrukte die voor het vierde kind aanzienlijk
voorbeelden blijkt, gaat 'n gehuwde hoger is dan voor het derde, aldus de
man wiens vrouw is overleden en die memorie van toelichting. De vraag
nog enige kinderen tot zijn last heeft, hlijft of het gerechtvaardigd is, de
er fiscaal op achteruit vergeleken bij binderaftrek tot vijf kinderen te be
de omstandigheid dat zijn gezin nog perken,
compleet was. Hetzelfde geldt overi
gens ook voor een gescheiden man of Kinderaftrek Zelfstandigen
vrouw. Met andere woorden: de vrij
stelling is voor deze categorie in het yoor belastingplichtigen die voor het
wetsontwerp te laag gesteld. eerste en tweede kind geen kinder-
c. Verhoging van de belastingvrije bijslag ontvangen, en voor de kleine
voet, waardoor ai degenen die alleen zelfstandigen geldt een kinderaftrek
een uitkering AOW genieten, ook van:
voor het jaar 1973 buiten de belas- nnn
tingheffing blijven. bij 1 kind een aftrek van 1.000
d. De verlichting van de belasting- bij 2 kinderen m totaal 2.ow
druk voor de middengroepen die m bij 3 en 4 kinderen in totaal 2.500
dit wetsvoorstel moet zitten, is aan- bij 5 en meer kinderen in totaal J.ouu
vechtbaar. In de memorie van toelieh-
ting op het voorstel wordt dan ook Hoe wordt de belastingheffing van de
gesteld dat door de noodzaak van werkende vrouw? Zij wordt uitslut-
optrekking van de belastingvrije voet tend zelfstandig belast voor haar mko-
ei^de bejaardenaftrek en de noodzaak men uit tegenwoordige arbeid
Ja IfMll
w«' iit.fi
vrij
eerste
15.000
3.625
11.375
10.000 24% 2.400
1.375 32% 440
2.840
15.000
vru
eerste
4.875
10.125
10.000 24% 2.400
125 32% 40
2.440
vrij
18,000
6.250
eerste
1.1.750
10.000 24% 2.400
1.750 32% 560
2.960
Staatssecretaris mr. W. Sdiolten
VOORBEELD:
Belastbaar inkomen inkomen
uit arbeid minus beroepskosten
en betaalde premie AOW/
AWW
vrij
18.000
vrij 6.250
2 kinderen 1.000
247c belasting over 10.000 2.400
over restant ad 3.750
32% 1200
15.000
1.250
13.750 eerste
7.250
10.750
10.000 24% 2.400
750 32% 240
Totale belasting
3.600
2.640
vrij 4.875
2 kinderen 1.000
18.000
5.875
eerste
12.125
10.000 242.400
2.125 327c 680
3.080
Gehuwd zonder kinderen:
vru
eerste
volgende
rest
30.000
6.250
23:750
10.000 24% 12.400
13.750
6.250 32%
7.500 40%
2.000
3.000
7.400
30.000
vrij 6.250
2 kinderen 1.000
Betaalt de man reeds een maximale
premie AOW/AWW dan wordt de
door de vrouw betaalde premie geres
titueerd.
Voor de in de zaak van haar man
meewerkende vrouw wordt de rege
ling:
Bij een volledige dagtaak wordt het
arbeidsinkomen gesteld op eenderde
deel van de winst met een minimum
van 3 000 gulden en een maximum
van 15.000 galden.
Bij een halve 'dagtaak eenvijfde deel
van de winst met een minimum van
3.000 gulden en een maximum van
9.000.
Werkt de vrouw slechts tn belangrij
ke mate mee, dan geldt cis inkomen
3.000 gulden.
Voor het geval dat de gehuwde vrouw
als kostwinster of als inbrengster van
het hoofdinkomen is aan te merken,
kan, indien het inkomen van de man
lager is dan "6.250 (de ,voor de
geduwde 'man geldende belastingvrije"
som) op gezamenlijk schriftelijk ver
zoek aan de inspecteur om «verwisse
ling van de belastingvrije som worden
gevraagd. Dit kan met name voorko
men bij studentenhuwelijken.
Is het voorgestelde systeem eenvoudig
en doorzichtig? k
Eenvoudig is het wel. Of het voor de
grote massa van belastingplichtigen
doorzichtiger is geworden, valt te be
twijfelen. Door de verschillende belas
tingvrije sommen kan de leek bet
spoor bijster raken. Hij moet, wil hij
zijn belastingverplichtigen zelf becij
feren, er wel even voor gaan zitten.
Een aflezen in een tabel zonder meer
is er niet meer bij.
Door het schijvensysteem worden ex-Onvolledig gezin met 2 kinderen:
tra inkomsten die binben een zelfde
inkomensgroep vallen, minder zwaar 30.000
belast dan .voorheen. Dit geldt met vrij 4.875
name voor overwerk. Ook kan men 2 kinderen 1.000
eenvoudiger de fiscale gevolgen over
zien 'van bijverdiensten of het gaan
werken van de echtgenote.
Het belastbare inkomen blijft op de
zelfde wijze samengesteld, worden als
tot dusverre, rekening houdend met be
roepskosten, renten, persoonlijke ver
plichtingen, giften en buitengewone
lasten.
Het inkomen waarover het tarief
wordt berekend, wordt genoemei: de
belastbare som, dit is in het algemeen De heer A. D. Poot is belastmgadvi-
gesteld: het (oude) belastbare Inko- seur iv.c.ti.B. (Nederlands College van
men verminderd met de voor de be- Belastingadviseursen administrateur
rie) en eventuele extra aftrekken. Journalisten
1
7.250
22.750
10.000
24%
2.400
12.750
6.250
32%
2.000
1 est
6.500
40%
2.600
7.000
5.875
eerste
24.125
10.000
247c
2.400
14.125
6.250
327e
2.000
7.875
7.500
407e
3.000
3.75
50%
187
7.587
Pleidooi voor
ervaren leek met
gezond /erstand
Vorige week ging dat allemaal nèt
even andiers. Minder nadrukkelijk,
bijvoorbeeld. De man die het
spreekgestoelte in het Haagse Con
gresgebouw beklom, kwam helemaal
niet uitleggen hoe de samenleving
moet worden rechtgebredd. alleen
maar hoe het Koninklijk instituut
vaal ingenieurs (dat zijn 125ste ver
jaardag vierde) in d® toekomst zin
vol kan voortbestaan.
Daarvoor vond hij het nodig, eerst
een uiteenzetting te geven over de
wanverhouding tussen techniek en
samenleving, hoe die er gekomen is
en wat we eraan zouden kunnen
doen. En die uiteenzetting was aller
minst simpel en een heleboel men
sen hadden kennelijk het idee dat ze
erg zinvol was. Niet ledereen na
tuurlijk, in de wandelgangen waren
ook wel knorrige geluiden over 'dat
verhaal van Beek' Je beluisteren.
Maar in het verdere verloop van de
vergadering werd het stilzwijgend
als basis voor discussie aanvaard. En
omdat dr. ir. W. J. Beek al eens
eerder een opmerkelijke ontwikke
ling op gang bracht (daarover straks
meer), is er alle reden zijn verhaal
over de techniek en de samenleving
wat nader te bekijken.
De kernvraag die Beek zich stelde,
is 'Hoe dragen we ertoe bij dat de
samenleving echt met de techniek
leert leven, meti de economische,
sociale en culturele gevolgen, opdat
het totaal een gewenste uitkomst is
en niet het toevallig resultaat van
vele, onzekere want in afzonde
ring ondernomen technische in
spanningen'. De techniek dus, doel
gericht gebruikt als materiële onder
steuning van de gemeenschap, nadat
we-het eerst 1 samen over die doelen
eens zijn geworden. Die komen nu
nog maar al te vaak niet eens ter
sprake: 'Ontwikkeling ais som van
veie kleine dagelijkse beslissingen
doet zich voor als vanzelfsprekend.
Het dient het gemak van de één en
de beroepszekerheidvan de ander,
totdat de proef op de som eens niet
wil uitkomen.'
Dat klinkt mooi en verstandig, maar
waarom is het nou zo vreselijk
moeilijk, de zaken inderdaad ver
standiger aan te pakken? Om te
beginnen is het moeilijk om nuchter
en zonder vooroordeel met elkaar
over die doelen te praten.' Maar er
is meer aan de hand.
De techniek heeft de hebbelijkheid,
niet in maar nSést onze samenleving
testaan. In de woorden van dr.
Beek:1 de techniek is geen cultuur
drager. De tekenen daarvan zijn ai
eenvoudig in het onderwijs aan to
treffen.
'Op de lagere school leren onze
kinderen hoe Groningen leeft van
aardappelmeel, suikerbiet en stro
karton, soms hoe Nederland inkt»
men geniet van het aldaar gevonden
aardgas, maar zelden wat er rond
Delfzijl gaande is.'
'Zo leren ze ook van de Zuidholland-
Se boeren, over bloemen, bollen,
groente, fruit en vee, ma-ar niet: dat
de zonen van die boeren in Hoog
vliet wonen en in Europoort wer
ken. Behalve degenen wier vaders
het als kleine boeren niet maakten
en één a twee generaties geleden
verpauperd in Rotterdam-Zuid neer
streken.'
Op de huishoudscholen kunnen onze
dochters nog leren hoe de beerput
moet zijn ingericht op zekere af
stand van de waterput, zonder enig
inzicht te verkrijgen in de huidige
problemen van watervoorziening en
watergebruik, of van de verwerking
van vast en vloeibaar afval. Ze leren
bij de natuurkunde over de tangen-
ten-böussole, maar niet hoe een
strijkijzer of een broodrooster
werkt, laat staan dat ze zelf een
stekker kunnen repareren.'
Maar het onderwijs is niet het enige
stuk cultuur waar de techniek (be
halve voor toekomstige technici)
een beetje verwaarloosd wordt. Ook
de geschiedschrijving laat het afwe
ten, en dat is jammer, waait bij het
sturen van de ontwikkeling kan his
torisch inzicht erg nuttig zijn. In
een fraai betoogje demonstreert dx.
Beek dat de grondgedachte van de
benzinemotor nog steeds dezelfde is
als die van de hoepel, en dat het
nuttig zou kunnen zijn om van dat
duizenden jaren oude idee af te
sta-ppen.
Zo zouden er meer voorbeelden te
geven zijn, zegt hij, waar de tech
niek vervolmaakte wat voor de hand
lag, in plaats van andere mogelijk
heden te doordenken en die uit te
proberen. Traditie, gewoonte en
sentiment hebben hun invloed op de
Dr. ir. W. Beek
markt, op het initiatief van onderne
mer en onderzoeker, en dus op de
ontwikkeling.'
Er is nog een manier waarop de
techniek haar opname in ons cul
tuurpatroon en. dus in onze samenle
ving moeilijk maakt: zij spreekt een
onbeholpen taal. 'Een graafmachine
en een naaimachine hebben gemeen
dat ze door een mens worden be
stuurd; het zijn dus geen automaten.
De sigarettenautomaat op de hoek
van de straat is dus ook geen auto
maat, evenmin echter is het een
sigarettenmachine, want daérmee
worden sigaretten gemaakt'
Eigenlijk, meent Beek, spreekt de
techniek liever helemaal geen taal:
'De technicus vervalt zijn mededeling
in het ding en laat naar de bedoe
ling raden. Iedere leek die wel eens
probeerde technische j gebruiksaan
wijzingen te lezen, weet wat dat
betekent Hij moet zelf de relatie
tot de dingen scheppen, zonder hulp
van de techniek. De leek bepaalt
dan ook de taal voor de techniek,
met de technicus.'
Tot dusver was dit een keurig filo
sofisch betoog dat beschaafde ver
ontrusting wekt, maar nu schakelt
dr. Beek over naar een andere ver
snelling, en gaan de stukken er
afvliegen. Waar hebben We "het ei
genlijk over, vraagt hij zich af, .wat
is nil techniek? Ook dat is onduide
lijk 'want onder techniek verstaan
we tenminste drie heel verschillende
zaken'.
'Ten eerste is techniek: ervaring
met materie, verwerkt tot de moge
lijkheid van herhaald nuttig ge
bruik, vaak (maar lang niet altijd)
steunend op wetenschap. In deze
beperkte betekenis is ons technisch
onderwijs de techniek gaan zien.
Dat was anders toen we nog spraken
van 'kwekelingen voor nijverheid en
handel', maar de tijden dat een
ingenieursopleiding ook een maat
schappelijke vorming van het indivi
du was, zijn voorbij. Met de keuze
van het onderwijs, slechts de weten
schappelijke idee achter de geïso
leerde ervaring te geven, werd de
oriëntatie van de studie eerder indi-
Viduee.l-i 11 telie ctuee 1 dan' maatschap
pelijk, en hield het beroep op, cue-
ping te zijn, met alle gevolgen van
dien.'
'Ten tweede is techniek: produktie
van goederen in een sociaal-economi
sche organisatie. De industrie en de
overheid kennen vrijwel uitsluitend
déze betekenis van het woord. Ook
dat is een beperking, waardoor veel
onderzoek- en ontwikkelingswerk
leidt tot meer van hetzelfde, vooral
m de laboratoria die uit, de algeme
ne middelen worden gefinancierd.'
(Dr. Beek is directeur van het Uni
lever research laboratorium in Viaar-
dingen - red.)
'Tenslotte is techniek: het geheel
van materiële hulpmiddelen en
voorzieningen waarmee we onze sa
menleving inrichten. Bijvoorbeeld:
met de huidige stand van de tech
niek zou de arts in zijn werk met
minder routine-arbeid toekunnen.
Of: de verlichtingstechniek is onder
ontwikkeld. Met déze techniek
maakt de leek kennis. Snel aan
vaardt hij het nieuwe, nog sneller
raakt hij eraan gewend. Die tech
niek verandert zijn relatie tot zijn
omgeving, zijn werk, zijn leveran
cier, zijn arts, langzaam maar zeker
en voor lang.' Juist omdat deze
veranderingen bijna onomkeerbaar
zijn, zegt dr. Beek, is de vraag naar
de doelstellingen van de techniek in
onze tijd actueel geworden, niet al
leen voor de burger, maar ook voor
overheid en industrie.
En nadat zo een paar sectoren van
de maatschappij gepasseerd zijn,
komt Beek aan zijn collega's en
zichzelf toe. 'Als technicus handelen
we met vakmanschap binnen ons be
roep. Als kiezer en als consument,
zelfs aJs consument van technologi
sche produkten, kortom als burger,
handelen we als leek. We mogen
misschien door ons vak echt inzicht
hebben in het werken van een paar
apparaten, maar ik zou ae de kost
niet widen geven die bijvoorbeeld
niet weten hoe ze hun auto zuiniger
moeten afstellen.
..Dat is helemaal niet erg, maar we)
erg leerzaam. Het gebied waarin we
als leek opereren is altijd veel gro
ter dan het gebiedje waarin we
vakman zijn. Dit leidt tot een ogen
schijnlijke tegenspraak: 'groot speci
alist, nog groter leek'. Alleen veel
zijdige ervaring kan die twee verzoe
nen. Maar de praktijk in onze sa
menleving is meestal anders: in het
werk is de specialist weinig mobiel,
en zijn ervaring-4s zeer eenzijdig.'
En daar zit dan een van' de hoofd
punten van de moeilijke verhouding
tussen techniek en samenleving: in
de eenzijdig ervaren, in zijn specia
lisme vastzittende technicus. Willen,
we daar wat aan doen, zegt dr.
Beek, dan moeten we al op school
beginnen:
Bet algemeen vormend onderwijs
probeert de leerling voor te berei
den op hoe hij moet leven met
specifieke bekwaamheden. - en niét
hoe hij moet teven als -bij ^bepaalde
specifieke bekwaamheden niet—(of
nog niet) bezit. Het onderwijs heeft
zich erbij neergelegd dat de maat
schappij vraagt naar specialistische
kennis of training, en ogenschijnlijk
zelden gebruik maakt van het gezon
de verstand van ervaren leken.
Dat had het onderwijs niet moeten
doen.' De opdracht voor lager en
voortgezet onderwijs zou moeten
zijn:-hoe te leren leven aLs leek als
kiezer en als consument. En niet
hoe voor te bereiden op de volgende
educatieve hindernis. De toets van
dit onderwijs zou moeten zijn, óf na
de beroepsvorming, die altijd een
zijdigheid meebrengt, eenvoud en
gezond verstand voldoende overheer
ser» om harmonisch met de eenzij
digheid van het specialisme te kun
nen leven.
'Om de relativerende zelfverzekerd
heid te krijgen dat men zich met
een beetje inspanning ook andere
zaken kan eigen maken, en toch zijn
voordeel kan blijven doen met wat
men reeds leerde, is de praktijk een
betere leermeester dan de school.
Daarom vooral ook, dient de school
se opleiding, ook de universitaiire,
niet 20 lang te duren. Voor de
goeden is het niet nodig, en voor de
middelmatige® is het ongewenst
vooral hoogleraren schijnen te ver
geten dat reeds snel in iemands
ontwikkeling de maatschappelijke
flexibiliteit, en dus het levensgeluk,
meer wordt bepaald door wat men
mét heeft gedaan dan door wat men
al uit den treure heeft gedaan.'
Dat dan, was de filosofie waar dr.
ir. W. J". Beek zijn collega's mee
confronteerde '('Hopelijk zijn er on-
dèr u, die inzien dat de zaken bij de
naam noemen om duidelijkheid te
krijgen, geen gebrek aam respect
betekent; integendeel!') En daaraan
knoopte hij conclusies vast over wat
het Koninklijk instituut van inge
nieurs ter verbetering zou kunnen
doen (niet erg veel, maar bepaald
wei wat).
En op dit punt mogen we wat
verwachten, want dr. Beek heeft een
reputatie dat hij onwaarschijnlijke
dingen kan laten gebeuren. Die da
teert van het vorige Klvl-oongres
over 'mens en milieu', waar hij een
tot dan toe nauwelijks mogelijk ge
achte inventarisatie presenteerde
van de hoeveelheid miheuverontrei-
aigtag in Nederland. Dat stuk is
prompt verplichte literatuur gewor
den voor iedereen die iets verstan
digs over het onderwerp wil zeggen.
Niet alleen stonden er onwaarschiin-
lijk veel gegevens in, maar er stood
ook vrij precies in wat we niét
weten en eigenlijk wal moeten we
ten. Met de opmerking dat het KIvI
daar eigenlijk eens op moest gaan
studeren.
En net opmerkelijke was, dat dat
gebeurde. Er kwamen 180 vrijwilli
gers, diie zich verenigden in tien
werkgroepen, en volgens de laatste
berichten houden die werkgroepen
zich aan het opgestelde tijdschema
en zullen zij het tarnend» halfjaar
geleidelijk rapport gaan ititbrengea.
l