Wat de regering wil met de loon- en inkomstenbelasting: SffSISmSSS, pKS: Hoofdinkomen van de vrouw Hoe de techniek de samenleving uit het oog verloor Cultuur Geschiedenis TROUW/KWARTET ZATERDAG 9 SEPTEMEBER 1972 BINPfENLAJNiD T9/K9 door A, D. Poot Tot de zaken die de huidige regering nog voor de verkiezingen hoopt af te doen, blijkt" volgens het werklijstje van het kabinet ook te be horen het wetsontwerp dat moet leiden tot fundamentele wijziging van de tariefstructuur van de loon- en inkomstenbelasting. Gegeven het korte tijdsbestek waarbinnen de Tweede Kamer dit wetsvoorstel moet hebben behandeld, komt ons dit zeer ambitieus voor. Te meer daar de regering heeft gesteld dat de behandeling vóór 1 oktober rond moet zijn, wil men voldoende gelegenheid hebben de invoering per 1 januari 1973 te realiseren. Daar komt nog bij dat de voorgestelde wijziging van de structuur van het tarief zoals uit het voorlopig verslag blijkt vooral voor de progressieve drie (PvdA, D'66 en PPE) van een zodanige importantie wordt geacht dat men tégen be handeling daarvan is voor de verkiezingen. Ongehuwd, jonger dan 35 jaar: Ongehuwd, ouder dan 35 jaar: Gehuwd zonder kinderen: Gehuwd en 3 kinderen: Onvolledig gezin met 2 kinderen: Gehuwdmet 2 kinderen:*- Nieuwe begrippen eerste volgende volgende volgende rest Van onze redacteur wetenschappen Het gebeurt zo vaak: iemand be klimt een spreekgestoelte en gaat staan uitleggen wat er in deze samenleving is foutgelopen en hoe we dat weer recht moe ten breien. En als hij klaar is denk je, ach, er zit wel wat in, maar zo simpel is het toch niet, en wat schieten we hier eigen lijk mee op. Techniek? - Grote leken Actie DE FISDUS EN ZIJN MtlllIJVEM Uit het voorlopig verslag, dat de Ka- de totale belastingopbrengst onaange- mer over het wetsvoorstel uitgebracht tast te laten, het in het regeerakkoord beeft, blijkt dat ook bij de regerings- vastgelegde punt tot verliching van partijen op bepaalde punten bezwa- de belastingdruk voor de middengroe- ren bestaan tegen het wetsontwerp, pen in de huidige opzet beperkt is. met name waar het betreft de belas- tmgdruk van de middengroepen, voor SudCJGttair llGUtras! welke groep ondanks de toezegging in het regeerakkoord nog te weinig is Omdat het wetsontwerp ervan uitgaat, gedaan om van reële verlichting te dat de belastingopbrengst ongewijzigd spreken. Ook zal er nog gesleuteld moet blijven (budgettair neutraal ge- dienen te worden aan de vrijstellin- noemd) betekent een belastingverhch- gen voor de werkende gehuwde vrouw ting voor de lagere inkomens verster en die voor de onvolledige gezinnen, king van de belastingdruk voor de Houdt men er rekening mee dat de hogere inkomens. De circa 400 nul- staatssecretaris eerst half september joen gulden die de lagere inkomens- zijr^ memorie van antwoord gereed zal groepen volgens het voorstel minder hebben en de oppositiepartijen alles gaan betalen, zal nu dus moeten wor- zulien doen de behandeling tot na de den opgebracht door de groepen met verkiezingen uit te stellen dan is het hoge inkomens en een deel van. de bijnajreker dat invoering per 1 janua- middengroepen. De vraag blijft: welke n 1973 Onmogelijk wordt groep ziet men als 'de middengroe- Waar gaat het nu allemaal om? Het pen'? huidige tarief met zijn vele tariefkias- Dit begrip wordt in de memorie van sea wil men vervangen door een aan tal blokken van Inkomens, in het wetsontwerp schijven genoemd. De in- komens binnen deze blokken worden met eenzelfde percentage belast. lede- IlWOSffriö o60iï1 re belastingplichtige start met zijn belasting In de laagste schijf cn - schuift vervolgens door tot de totale IcHlUBrf lllkt voor hem geldende belasting is .wast- Hhgèzien onze belastingheffing "nogfl333t ÖïlITlOCJ©IIÏk steeds uitgaat van het zogenaamde V n,MW draagkrachtprincipe, dienen "er dus voor de onderscheiden groepen van belastingplichtigen afzonderlijke vrij stellingen te zijn, in het wetsontwerp toelichting al min of meer begrensd de belastingvrije som genoemd. Eerst waar men spreekt van: 'in het bijzon- na aftrek van deze belastingvrije som der de groepen tot en met de premie- wordt het tarief toegepast. Deze me- grens te ontzien'. Aangezien men in thode is noodzakelijk aangezien het ons land een aantal verschillende pre- weisvoorstel een tarief voor allen miegrenzen kent, blijft de vraag: wel bent met differentiatie naar de ver- ke grens heeft men op het oog? De schillende categorieën belastingplicb- laagste, die voor de verplichte zieken- tigen. t'ondsverzekering, of de preraiegrens voor toepassing van premiebereken:ng Belastingvrij voor de algemene ouderdomswet of de grens voor de verzekeringen WW, ZW Men tracht deze differentiatie te be- en WAO? reiken door invoering van de volgen- Hoe komen de nieuwe tarieven te de belastingvrije sommen: liggen? werkende gehuwde vrouw 1.250 van eerste 10.000 24% ongehuwden jonger dan 35 jaar 3.625 van de volgende 6 250 32% ongehuwden ouder dan 35 jaar 7.500 40% en onvolledige gezinnen 4.875 11.250 50% gehuwde man 6.250 13.750 56% I 16.250 61% Wat zijn hiervan de consequenties? t 20.000 65% 1 Verbetering van de belastingpositie 40,000 63% ma de werkende gehuwde vrouw, van elke volgende gulden 70% I(aast de hierboven genoemde belas tingvrije som zal de buitenshuis wer- De bejaardenaftrek voor gehuwden kénde gehuwde vrouw als zelfstandige gaat van ƒ1.088 naar 1.150 en voor belastingplichtige worden aangemerkt ongehuwden van 544 naar 575. voor haar inkomsten uit tegenwoordi ge arbeid. Een samenvoeging met het DangIrriQ kinderaftrek inkomen van de man zal met meer a plaatsvinden, waardoor onevenredige Voorgesteld wordt, de kinderbijslag progressie wordt vermeden. Aangezien buiten het belastbare inkomen te hou- het merendeel van de werkende ge- den Deze behoeft dan niet meer bij huwde vrouwen alleen in de loonbe- de aangifte te worden opgegeven. Dit lading zal worden betrokken, zal een betekent wel dat de bestaande kmder- heifing in de inkomstenbelasting voor aftrekregelmc niet meer kan worden de meesten achterwege kunnen blij- gehandhaafd. Men stelt derhalve een ven technische wijziging van de bestaande b. Fiscale tegemoetkoming voor on- aftrekregeiing voor, die er op neer- volledige gezinnen waarvan de kost- komt, dat men voor z£'vfr, f winnaar of kostwinster buitenshuis is, het verschil tussen het bedra„ a werkt. Onder onvolledige gezinnen de huidige ,ln zijn'te verstaan: weduwnaars en we- uitgedruktei kinderaftrek en1 duwen met kinderen, gescheiden echt- de kinderbijslag overbrugt. Het we - genoten en andere ongehuwden met ontwerp komt dan tot hit navolgende recht op kinderaftrek. voorstel voor loontrekkenden: Beschouwt men het voorgestelde ta- rleP-foor weduwen en weduwnaars bij 1 kind een aftrek van 500 met het voorgestelde tarief voor ge- bij 2 kinderen in totaal 3.000 huwden met eenzelfde aantal kinde- 3 en 4 kinderen in totaal 1.500 ren, dan kan men zich niet aan de btj 5 en meer kinderen in totaal 2.000 indruk onttrekken dat met name de groep van weduwen en weduwnaars pat -0ij drie en vier kinderen een in hel wetsvoorstel we! gestraft Zelfde aftrek geldt, houdt verband wordt voor het verlies van hun part- mej de opbouw van de kinderbijslag ner. Zoals uit de hierbij afgedrukte die voor het vierde kind aanzienlijk voorbeelden blijkt, gaat 'n gehuwde hoger is dan voor het derde, aldus de man wiens vrouw is overleden en die memorie van toelichting. De vraag nog enige kinderen tot zijn last heeft, hlijft of het gerechtvaardigd is, de er fiscaal op achteruit vergeleken bij binderaftrek tot vijf kinderen te be de omstandigheid dat zijn gezin nog perken, compleet was. Hetzelfde geldt overi gens ook voor een gescheiden man of Kinderaftrek Zelfstandigen vrouw. Met andere woorden: de vrij stelling is voor deze categorie in het yoor belastingplichtigen die voor het wetsontwerp te laag gesteld. eerste en tweede kind geen kinder- c. Verhoging van de belastingvrije bijslag ontvangen, en voor de kleine voet, waardoor ai degenen die alleen zelfstandigen geldt een kinderaftrek een uitkering AOW genieten, ook van: voor het jaar 1973 buiten de belas- nnn tingheffing blijven. bij 1 kind een aftrek van 1.000 d. De verlichting van de belasting- bij 2 kinderen m totaal 2.ow druk voor de middengroepen die m bij 3 en 4 kinderen in totaal 2.500 dit wetsvoorstel moet zitten, is aan- bij 5 en meer kinderen in totaal J.ouu vechtbaar. In de memorie van toelieh- ting op het voorstel wordt dan ook Hoe wordt de belastingheffing van de gesteld dat door de noodzaak van werkende vrouw? Zij wordt uitslut- optrekking van de belastingvrije voet tend zelfstandig belast voor haar mko- ei^de bejaardenaftrek en de noodzaak men uit tegenwoordige arbeid Ja IfMll w«' iit.fi vrij eerste 15.000 3.625 11.375 10.000 24% 2.400 1.375 32% 440 2.840 15.000 vru eerste 4.875 10.125 10.000 24% 2.400 125 32% 40 2.440 vrij 18,000 6.250 eerste 1.1.750 10.000 24% 2.400 1.750 32% 560 2.960 Staatssecretaris mr. W. Sdiolten VOORBEELD: Belastbaar inkomen inkomen uit arbeid minus beroepskosten en betaalde premie AOW/ AWW vrij 18.000 vrij 6.250 2 kinderen 1.000 247c belasting over 10.000 2.400 over restant ad 3.750 32% 1200 15.000 1.250 13.750 eerste 7.250 10.750 10.000 24% 2.400 750 32% 240 Totale belasting 3.600 2.640 vrij 4.875 2 kinderen 1.000 18.000 5.875 eerste 12.125 10.000 242.400 2.125 327c 680 3.080 Gehuwd zonder kinderen: vru eerste volgende rest 30.000 6.250 23:750 10.000 24% 12.400 13.750 6.250 32% 7.500 40% 2.000 3.000 7.400 30.000 vrij 6.250 2 kinderen 1.000 Betaalt de man reeds een maximale premie AOW/AWW dan wordt de door de vrouw betaalde premie geres titueerd. Voor de in de zaak van haar man meewerkende vrouw wordt de rege ling: Bij een volledige dagtaak wordt het arbeidsinkomen gesteld op eenderde deel van de winst met een minimum van 3 000 gulden en een maximum van 15.000 galden. Bij een halve 'dagtaak eenvijfde deel van de winst met een minimum van 3.000 gulden en een maximum van 9.000. Werkt de vrouw slechts tn belangrij ke mate mee, dan geldt cis inkomen 3.000 gulden. Voor het geval dat de gehuwde vrouw als kostwinster of als inbrengster van het hoofdinkomen is aan te merken, kan, indien het inkomen van de man lager is dan "6.250 (de ,voor de geduwde 'man geldende belastingvrije" som) op gezamenlijk schriftelijk ver zoek aan de inspecteur om «verwisse ling van de belastingvrije som worden gevraagd. Dit kan met name voorko men bij studentenhuwelijken. Is het voorgestelde systeem eenvoudig en doorzichtig? k Eenvoudig is het wel. Of het voor de grote massa van belastingplichtigen doorzichtiger is geworden, valt te be twijfelen. Door de verschillende belas tingvrije sommen kan de leek bet spoor bijster raken. Hij moet, wil hij zijn belastingverplichtigen zelf becij feren, er wel even voor gaan zitten. Een aflezen in een tabel zonder meer is er niet meer bij. Door het schijvensysteem worden ex-Onvolledig gezin met 2 kinderen: tra inkomsten die binben een zelfde inkomensgroep vallen, minder zwaar 30.000 belast dan .voorheen. Dit geldt met vrij 4.875 name voor overwerk. Ook kan men 2 kinderen 1.000 eenvoudiger de fiscale gevolgen over zien 'van bijverdiensten of het gaan werken van de echtgenote. Het belastbare inkomen blijft op de zelfde wijze samengesteld, worden als tot dusverre, rekening houdend met be roepskosten, renten, persoonlijke ver plichtingen, giften en buitengewone lasten. Het inkomen waarover het tarief wordt berekend, wordt genoemei: de belastbare som, dit is in het algemeen De heer A. D. Poot is belastmgadvi- gesteld: het (oude) belastbare Inko- seur iv.c.ti.B. (Nederlands College van men verminderd met de voor de be- Belastingadviseursen administrateur rie) en eventuele extra aftrekken. Journalisten 1 7.250 22.750 10.000 24% 2.400 12.750 6.250 32% 2.000 1 est 6.500 40% 2.600 7.000 5.875 eerste 24.125 10.000 247c 2.400 14.125 6.250 327e 2.000 7.875 7.500 407e 3.000 3.75 50% 187 7.587 Pleidooi voor ervaren leek met gezond /erstand Vorige week ging dat allemaal nèt even andiers. Minder nadrukkelijk, bijvoorbeeld. De man die het spreekgestoelte in het Haagse Con gresgebouw beklom, kwam helemaal niet uitleggen hoe de samenleving moet worden rechtgebredd. alleen maar hoe het Koninklijk instituut vaal ingenieurs (dat zijn 125ste ver jaardag vierde) in d® toekomst zin vol kan voortbestaan. Daarvoor vond hij het nodig, eerst een uiteenzetting te geven over de wanverhouding tussen techniek en samenleving, hoe die er gekomen is en wat we eraan zouden kunnen doen. En die uiteenzetting was aller minst simpel en een heleboel men sen hadden kennelijk het idee dat ze erg zinvol was. Niet ledereen na tuurlijk, in de wandelgangen waren ook wel knorrige geluiden over 'dat verhaal van Beek' Je beluisteren. Maar in het verdere verloop van de vergadering werd het stilzwijgend als basis voor discussie aanvaard. En omdat dr. ir. W. J. Beek al eens eerder een opmerkelijke ontwikke ling op gang bracht (daarover straks meer), is er alle reden zijn verhaal over de techniek en de samenleving wat nader te bekijken. De kernvraag die Beek zich stelde, is 'Hoe dragen we ertoe bij dat de samenleving echt met de techniek leert leven, meti de economische, sociale en culturele gevolgen, opdat het totaal een gewenste uitkomst is en niet het toevallig resultaat van vele, onzekere want in afzonde ring ondernomen technische in spanningen'. De techniek dus, doel gericht gebruikt als materiële onder steuning van de gemeenschap, nadat we-het eerst 1 samen over die doelen eens zijn geworden. Die komen nu nog maar al te vaak niet eens ter sprake: 'Ontwikkeling ais som van veie kleine dagelijkse beslissingen doet zich voor als vanzelfsprekend. Het dient het gemak van de één en de beroepszekerheidvan de ander, totdat de proef op de som eens niet wil uitkomen.' Dat klinkt mooi en verstandig, maar waarom is het nou zo vreselijk moeilijk, de zaken inderdaad ver standiger aan te pakken? Om te beginnen is het moeilijk om nuchter en zonder vooroordeel met elkaar over die doelen te praten.' Maar er is meer aan de hand. De techniek heeft de hebbelijkheid, niet in maar nSést onze samenleving testaan. In de woorden van dr. Beek:1 de techniek is geen cultuur drager. De tekenen daarvan zijn ai eenvoudig in het onderwijs aan to treffen. 'Op de lagere school leren onze kinderen hoe Groningen leeft van aardappelmeel, suikerbiet en stro karton, soms hoe Nederland inkt» men geniet van het aldaar gevonden aardgas, maar zelden wat er rond Delfzijl gaande is.' 'Zo leren ze ook van de Zuidholland- Se boeren, over bloemen, bollen, groente, fruit en vee, ma-ar niet: dat de zonen van die boeren in Hoog vliet wonen en in Europoort wer ken. Behalve degenen wier vaders het als kleine boeren niet maakten en één a twee generaties geleden verpauperd in Rotterdam-Zuid neer streken.' Op de huishoudscholen kunnen onze dochters nog leren hoe de beerput moet zijn ingericht op zekere af stand van de waterput, zonder enig inzicht te verkrijgen in de huidige problemen van watervoorziening en watergebruik, of van de verwerking van vast en vloeibaar afval. Ze leren bij de natuurkunde over de tangen- ten-böussole, maar niet hoe een strijkijzer of een broodrooster werkt, laat staan dat ze zelf een stekker kunnen repareren.' Maar het onderwijs is niet het enige stuk cultuur waar de techniek (be halve voor toekomstige technici) een beetje verwaarloosd wordt. Ook de geschiedschrijving laat het afwe ten, en dat is jammer, waait bij het sturen van de ontwikkeling kan his torisch inzicht erg nuttig zijn. In een fraai betoogje demonstreert dx. Beek dat de grondgedachte van de benzinemotor nog steeds dezelfde is als die van de hoepel, en dat het nuttig zou kunnen zijn om van dat duizenden jaren oude idee af te sta-ppen. Zo zouden er meer voorbeelden te geven zijn, zegt hij, waar de tech niek vervolmaakte wat voor de hand lag, in plaats van andere mogelijk heden te doordenken en die uit te proberen. Traditie, gewoonte en sentiment hebben hun invloed op de Dr. ir. W. Beek markt, op het initiatief van onderne mer en onderzoeker, en dus op de ontwikkeling.' Er is nog een manier waarop de techniek haar opname in ons cul tuurpatroon en. dus in onze samenle ving moeilijk maakt: zij spreekt een onbeholpen taal. 'Een graafmachine en een naaimachine hebben gemeen dat ze door een mens worden be stuurd; het zijn dus geen automaten. De sigarettenautomaat op de hoek van de straat is dus ook geen auto maat, evenmin echter is het een sigarettenmachine, want daérmee worden sigaretten gemaakt' Eigenlijk, meent Beek, spreekt de techniek liever helemaal geen taal: 'De technicus vervalt zijn mededeling in het ding en laat naar de bedoe ling raden. Iedere leek die wel eens probeerde technische j gebruiksaan wijzingen te lezen, weet wat dat betekent Hij moet zelf de relatie tot de dingen scheppen, zonder hulp van de techniek. De leek bepaalt dan ook de taal voor de techniek, met de technicus.' Tot dusver was dit een keurig filo sofisch betoog dat beschaafde ver ontrusting wekt, maar nu schakelt dr. Beek over naar een andere ver snelling, en gaan de stukken er afvliegen. Waar hebben We "het ei genlijk over, vraagt hij zich af, .wat is nil techniek? Ook dat is onduide lijk 'want onder techniek verstaan we tenminste drie heel verschillende zaken'. 'Ten eerste is techniek: ervaring met materie, verwerkt tot de moge lijkheid van herhaald nuttig ge bruik, vaak (maar lang niet altijd) steunend op wetenschap. In deze beperkte betekenis is ons technisch onderwijs de techniek gaan zien. Dat was anders toen we nog spraken van 'kwekelingen voor nijverheid en handel', maar de tijden dat een ingenieursopleiding ook een maat schappelijke vorming van het indivi du was, zijn voorbij. Met de keuze van het onderwijs, slechts de weten schappelijke idee achter de geïso leerde ervaring te geven, werd de oriëntatie van de studie eerder indi- Viduee.l-i 11 telie ctuee 1 dan' maatschap pelijk, en hield het beroep op, cue- ping te zijn, met alle gevolgen van dien.' 'Ten tweede is techniek: produktie van goederen in een sociaal-economi sche organisatie. De industrie en de overheid kennen vrijwel uitsluitend déze betekenis van het woord. Ook dat is een beperking, waardoor veel onderzoek- en ontwikkelingswerk leidt tot meer van hetzelfde, vooral m de laboratoria die uit, de algeme ne middelen worden gefinancierd.' (Dr. Beek is directeur van het Uni lever research laboratorium in Viaar- dingen - red.) 'Tenslotte is techniek: het geheel van materiële hulpmiddelen en voorzieningen waarmee we onze sa menleving inrichten. Bijvoorbeeld: met de huidige stand van de tech niek zou de arts in zijn werk met minder routine-arbeid toekunnen. Of: de verlichtingstechniek is onder ontwikkeld. Met déze techniek maakt de leek kennis. Snel aan vaardt hij het nieuwe, nog sneller raakt hij eraan gewend. Die tech niek verandert zijn relatie tot zijn omgeving, zijn werk, zijn leveran cier, zijn arts, langzaam maar zeker en voor lang.' Juist omdat deze veranderingen bijna onomkeerbaar zijn, zegt dr. Beek, is de vraag naar de doelstellingen van de techniek in onze tijd actueel geworden, niet al leen voor de burger, maar ook voor overheid en industrie. En nadat zo een paar sectoren van de maatschappij gepasseerd zijn, komt Beek aan zijn collega's en zichzelf toe. 'Als technicus handelen we met vakmanschap binnen ons be roep. Als kiezer en als consument, zelfs aJs consument van technologi sche produkten, kortom als burger, handelen we als leek. We mogen misschien door ons vak echt inzicht hebben in het werken van een paar apparaten, maar ik zou ae de kost niet widen geven die bijvoorbeeld niet weten hoe ze hun auto zuiniger moeten afstellen. ..Dat is helemaal niet erg, maar we) erg leerzaam. Het gebied waarin we als leek opereren is altijd veel gro ter dan het gebiedje waarin we vakman zijn. Dit leidt tot een ogen schijnlijke tegenspraak: 'groot speci alist, nog groter leek'. Alleen veel zijdige ervaring kan die twee verzoe nen. Maar de praktijk in onze sa menleving is meestal anders: in het werk is de specialist weinig mobiel, en zijn ervaring-4s zeer eenzijdig.' En daar zit dan een van' de hoofd punten van de moeilijke verhouding tussen techniek en samenleving: in de eenzijdig ervaren, in zijn specia lisme vastzittende technicus. Willen, we daar wat aan doen, zegt dr. Beek, dan moeten we al op school beginnen: Bet algemeen vormend onderwijs probeert de leerling voor te berei den op hoe hij moet leven met specifieke bekwaamheden. - en niét hoe hij moet teven als -bij ^bepaalde specifieke bekwaamheden niet—(of nog niet) bezit. Het onderwijs heeft zich erbij neergelegd dat de maat schappij vraagt naar specialistische kennis of training, en ogenschijnlijk zelden gebruik maakt van het gezon de verstand van ervaren leken. Dat had het onderwijs niet moeten doen.' De opdracht voor lager en voortgezet onderwijs zou moeten zijn:-hoe te leren leven aLs leek als kiezer en als consument. En niet hoe voor te bereiden op de volgende educatieve hindernis. De toets van dit onderwijs zou moeten zijn, óf na de beroepsvorming, die altijd een zijdigheid meebrengt, eenvoud en gezond verstand voldoende overheer ser» om harmonisch met de eenzij digheid van het specialisme te kun nen leven. 'Om de relativerende zelfverzekerd heid te krijgen dat men zich met een beetje inspanning ook andere zaken kan eigen maken, en toch zijn voordeel kan blijven doen met wat men reeds leerde, is de praktijk een betere leermeester dan de school. Daarom vooral ook, dient de school se opleiding, ook de universitaiire, niet 20 lang te duren. Voor de goeden is het niet nodig, en voor de middelmatige® is het ongewenst vooral hoogleraren schijnen te ver geten dat reeds snel in iemands ontwikkeling de maatschappelijke flexibiliteit, en dus het levensgeluk, meer wordt bepaald door wat men mét heeft gedaan dan door wat men al uit den treure heeft gedaan.' Dat dan, was de filosofie waar dr. ir. W. J". Beek zijn collega's mee confronteerde '('Hopelijk zijn er on- dèr u, die inzien dat de zaken bij de naam noemen om duidelijkheid te krijgen, geen gebrek aam respect betekent; integendeel!') En daaraan knoopte hij conclusies vast over wat het Koninklijk instituut van inge nieurs ter verbetering zou kunnen doen (niet erg veel, maar bepaald wei wat). En op dit punt mogen we wat verwachten, want dr. Beek heeft een reputatie dat hij onwaarschijnlijke dingen kan laten gebeuren. Die da teert van het vorige Klvl-oongres over 'mens en milieu', waar hij een tot dan toe nauwelijks mogelijk ge achte inventarisatie presenteerde van de hoeveelheid miheuverontrei- aigtag in Nederland. Dat stuk is prompt verplichte literatuur gewor den voor iedereen die iets verstan digs over het onderwerp wil zeggen. Niet alleen stonden er onwaarschiin- lijk veel gegevens in, maar er stood ook vrij precies in wat we niét weten en eigenlijk wal moeten we ten. Met de opmerking dat het KIvI daar eigenlijk eens op moest gaan studeren. En net opmerkelijke was, dat dat gebeurde. Er kwamen 180 vrijwilli gers, diie zich verenigden in tien werkgroepen, en volgens de laatste berichten houden die werkgroepen zich aan het opgestelde tijdschema en zullen zij het tarnend» halfjaar geleidelijk rapport gaan ititbrengea. l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1972 | | pagina 1