EC Fout bij Arnhem h Zeven man gezond en wel uit mijn Betere betrekkingen Z nidsla vië-Engeland Overrompelende muziek van Duke Ellington ƒ25000 op 5946 preeuwenpraat mmï Huis in brand, man redt zich door sprong Automobilist bij botsing gedood 21.000ste schip op Waterweg Oude Brit op Cyprus gedood ipllli iuaw HET VRIJE VOLK MAANDAG 3 NOVEMBER 18SC ET zal wel duidelijk zijn dat er heel wat mensen blij waren toen ik wegging.' Veldmaarschalk Bernard Law Montgomery, hruggraaf van El Alamein, ridder in de orde van de Kouseband, schrijft deze zin in zijn me moires aan het einde van een hoofdstuk over zijn optreden als chef van de Britse impe riale generale staf na de oorlog. Hij had de opmerking ook als motto voor in zijn boek kunnen plaatsen. Want Montgomery, de popu laire legeraanvoerder met zijn rare baretjes, die na een actie ve dienst van precies een halve eeuw na het „buiten dienst" achter zijn rang mag schrijven is ongetwijfeld een der popu lairste, zowel als een der meest verwenste generaals uit de ge geschiedenis. Populair bij d troep en bij het publiek, ver wenst door zijn collega's op welk niveau en in welke omge ving de officier Montgomery ook maar met hen In contact kwam. Boel geld DE BESTE INVASIE '44 TEGENEN VOOR NAUW CONTACT Na negen dagen zonder eten en drinken SPRINGHILL (AP Reuter). Voor de tweede maal is een wonder gebeurd in het Canadese dorp Springhill: zeven mijn werkers zijn, zoals wij zaterdag nog in een deel van onze edities konden berichten, uit de ingestorte mijn Cumberland II ge red. Zij hadden negen dagen in een donkere ruimte 4000 meter onder de grond doorgebracht, vrijwel zonder eten of drinken. QUERULANT Sms U leest 't in de krant U ZIET T IN PANORAMA! REPORTAGES HEET VAN DE NAALD m mêmi Armstrong en Basie naar Nederland? Wezep heeft verkeer niet omgelegd PAGINA 3 Reserve-agent van gemeentepolitie G. J. van Leenen uit Rot terdam vertelt mij, dat hü m;ln stukje over het militaire ge doe in de wandel sport met veel be langstelling heeft ge lezen. De reserve agent is zelf een ver woed wandelaar. Hij zegt: „Wij van de RGP hébben een bloeiende ■wandelsportvereni ging. Het wandelen doen wij geheel vrijwillig en geheel mor ons genoe gen. Alleen, zijn wij natuurlijk aan regels gebonden, want het zou toch werkelijk te gek zijn als zo'n groepje politiemannen er maar met de pet naar ging gooien. Heus Pieter, het. wandelen in groepsverband kan werkelijk prettig zijn. Vele leuke herinneringen bewa ren wij aan diverse marsen. Neem nu bijv. die Airborne-mars in Ooster beek. Daar liepen zo'n 17.000 man mee, burgers, militairen, politie, ver plegend personeel, oud en jong. Dan merk je pas hoe sportief wandelaars zijn. Wij kwamen daar langs een rust punt van wandelgroepen. Dan gaat het zo: Een van de rustenden roept: Een hoeraatje voor de Rotterdamse politie". Het hele koor roept: „Hoei, hoei, hoei, toi, toi, ioi," Dat zijn leuke momenten die je niet gauw vergeet. Je praat eens met de mensen, er wor den adressen uitgetOisseld, er worden foto's gemaakt; kortom: het is een gezellige boel. En wat vind je ervan dat wij bij de Rotterdammer-mars de eerste prijs leeghaalden voor de neuzen van de mariniers uit de Van Gendt-kazerne? Daar is discipline, goede stemming en kameraadschap voor nodig. Ik hoop je nog eens op de Wester singel 55 te zien. Dan kun je onze prijzenkast bekijken. m Hoei, hoei, hoei. toi, toi. toi. vriend Van Leenen. Daar hebt ge deze spreeuw toch gans vrkeerd begrepen Ik heb niets tegen het wandelen in groepsverband, ik heb niets tegen het vief marcheren in groepsverband en ik kan me voorstellen, dat soldaten, politiemannen of BB'ers behoorlijk moeten lopen wanneer zij zich in uni form aan de massa vertonen. Ik heb echter wel wat tegen dat overdreven militaire fluit- en commandeergedoe in sommige burgerwandelgroepen. Ik sta niet alleen. De heer A.Keu zenkamp uit Rotterdam, in wandel sportkringen zeker geen onbekende, schrijft mij,Jk kan niet anders dan uw mening delen. Het militaire gedoe is geen wandelen meer in de zin zoals de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding en de bij hem aangesloten organisaties dit propageren." De heer Keuzenkamp wijst ons op de zangbijeenkomsten die de Wan delsportkring voor Rotterdam en Omgeving voor zijn wandelaars or ganiseert en waarin de goede stem ming en vrijheid van wandelen be vorderd worden. Zaterdagmiddag is er zo'n bijeenkomst in de kantine van Het Vrije Volk gehouden. „Wanneer je dan de enthousiaste liedjes van de jeugd hoort, zul je het met mij eens zijn, dat zeer zeker niet alle wandel groepen het stramme en stroeve mar cheren voorstaan, doch alle moeite doen de jeugd het levenslustige en vrije wandelen bij te brengen." Aldus de heer Keuzenkamp. MONTY: eigenwijs - maar groot generaal Blij Is Pieter met een exemplaar van de richtlijnen voor het toeken nen van extra-prijzen bij wandel tochten. Wat beoordeelt de jury? „In het toe te kennen puntenaan- tal geeft zij haar waardering voor: Wandelvaardigheid (wekt de groep de indruk getraind te zijn voor de af stand waarop zij loopt?), orde en netheid (is de formatie netjes of slordig? Als de groep in uniform is gekleed, is die dan ook werkelijk uni form? Neemt zij de verkeersregels in acht?), de geest in de groep (wordt er gezongen en. zo ja, wat zingt en hoe zingt men? Hoe reageert de groep op de aanwijzingen van de lei ding?). En het belangrijkste: .Het toekennen van z.g. extra- prijzen bij wandeltochten, dreigt een soort wandelen te doen ontstaan, dat in hoge mate ongewenst is en een gevaar is voor de gezonde ontivik- keling van de wandelsport, nl. het op belachelijke wijze nabootsen van militairen bij een défilé. Onze taak als de grootste wandclsportorganisa- t.ie in ons land legt ons de plicht op ernstig tegen dit euvel te waar schuwen en alles te doen om het ka rakter van onze, voor de volksge zondheid zo belangrijke tak van sport, zuiver te houden." Als Pieter een padvinder-wandelaar was, zou ik roepen: „gee-oo-ee-dee- zet-oo: goed zo, goed zo, goed zozo." „Ja, Pieter, ik ben vanmiddag mijn porfcemonnaie kwijtgeraakt. Ik had pas mijn steun gehaald en er zat 31 gulden in. Ik was op weg om een zakje kolen te halen. Je begrijpt dat ik het erg vind, want ik heb vier kin deren en leef al negen jaar van de steun. Ik heb nog nooit wat verlo ren. Het was een bruine portemon- naie. Aldus lees ik in een brief uit het Witte Dorp. Die portemonnaie is tus sen Brik- en Damloperstraat kwijt geraakt. Voor sommige mensen betekent een bedrag van 31 toch wel een ver schrikkelijke boel geld, vrienden. Aanbod Aan het begin van de nieuwe week bebben wij de volgende aanbiedingen met veel genoegen opgeschreven: een éénpersoons ledikant (bestemd) van De G. van de Dreef, een armstoel, een thee meubel en een bankje van R. van de Plataanweg, stoelen, een dressoir (alles bestemd) en een theekast van V. uit de Rh Ij n vis Fetthstmat, twee fauteuils van R. uit de Boudewijnstraat. en een Llber- tystoel van J. van de Noorderhavenkade. Vier stoelen (best.) hebben wij genoteerd van S. uit de Bethlehemstraat, een radio (bestemd) van L. uit de Vlasakkerstraat, capsules van R. van de Pleinweg, thee- lood van Van de B. uit de Josephstraat en relsbonnen van Van de B. Een op vouwbare poppekast met zes poppen hebben wij opgeschreven van B. van de Pompstatlonsweg te Den Haag. speelgoed van K. uit de Van Lennepstraat en nog eens speelgoed van S. uit de Fuikstraat. Alles voor do Vara-speelgoed-actle. Allen onze dank. Verlies Mevr. Vrooman, Van Harenstraat 50, verloor op 29 oktober in het centrum van de stad een gouden broche met een donkerrode steen. Het dochtertje van mevr. Nieuwenhulzen. Steven Hoogen- dijkstraat 22, is op 28 oktober In het Kralingse Bos het beugeltje van haar tanden kwijtgeraakt. Bij bet wegbrengen van de spelen van de waardebonnen-actie van het NW heeft mevr. Vellekoop, Oost plein 50c, donderdagmiddag In de omgeving van de Spanpensekade haar zwarte glacé handschoen verloren. Het zoontje van de heer J. Cardlnaal. Bospolderderstraat 5Lb, miste zondag in de omgeving van de Schiedamsewcg zijn leren hand schoentje met bruin astrakan. Dierenrijk Mevr. De Geus. Sleephelllngstraat 50. zoekt voor haar katertje een goed te- yx'f'. De gevoelens waren en zijn we- derkerig. Daarvan getuigt niet alleen dit uiterst boeiende boek 'Memoires van Montgomery' zelf, maar niet minder de stampei die het reeds voor zijn verschij ning in boekvorm heeft veroor zaakt. Dat generaals over een flinke por tie eigenwijsheid beschikken, brengt hun functie mee. De portie eigenwijs heid van Montgomery echter is ver rassend. Men heeft moeite in alle zeshonderd pagina's van zijn memoi res een gunstige opmerking te vinden over zijn meerderen en zijn collega's buiten de enigszins kunstmatig aan doende algemene betuigingen aan bet einde van hoofdstukken of perio den dat 'mijn beste vriend Eisenho wer een groot legeraanvoerder was' of iets dergelijks. Tevoren heeft hij dan Eisenhower op alle manieren van aarzelingen, foutieve beslissingen en onbegrip beschuldigd. Het is de gewoonte dat generaals uit de Tweede Wereldoorlog hun „me moires" door anderen laten schrij ven. Het lijdt geen twijfel dat niemand anders dan Montgomery zelf zo welhaast onbeschaamd zij n eigen gelijk ten troon zou durven verheffen. (Misschien zou een vak kundiger auteur dan Montgomery trouwens een aantal bekortingen hebben aangebracht, die het boek niet zouden schaden.) Men hoeft niet ver te lezen om te weten te komen waarom Mont gomery zo van zijn eigen gelijk overtuigd is. Hfj is eenvoudig de legeraanvoerder bij de gratie Gods, die in een beschrijving van de vereisten waaraan een goed bevel hebber moet voldoen (pagina 83) zozeer zich zelf ten tonele voert, dat men als het ware gaat zoeken naar de vermelding dat 's mans naam eigenlijk met een ,jil" moet beginnen en op „ontgomery" moet eindigen om de ware ideale com mandant te kunnen zijn Het tekenendste voorbeeld van dit gelijkzoeken, ook waar het kennelijk niet aanwezig is. is de bekende ge schiedenis uit de vertraagde „uit braak" uit Normandië na de invasie van 1944. Montgomery commandeer de de Britse en Canadese troepen bij Caen en alle officiële en niet-offi- ciële beschrijvingen zijn het erover eens dat zijn legergroep er niet in slaagde de Duitse defensie in deze sector te breken. Door deze vertraging (veroorzaakt door de „toevalligheid" dat aan deze sector van het front veel meer Duit se tanks stonden dan tegenover het eerde en eerste Amerikaanse leger aan de Zuidwestkant van het Nór- mandische schiereiland) mislukte later ten dele de omsingeling van enige Duitse legers. MONTGOMERY eigenwijs;? Bij een brand in een arbeiderswo ning te Harkema-Opeinde in Fries land is gistermiddag de bewoner J. Hiemstra ternauwernood aan de dood ontsnapt, toen hij tijdens zijn mid dagslaapje door het vuur werd ver rast, Zijn echtgenote en kinderen waren afwezig. De man moest uit het raam van de verdieping springen, maar bereikte de grond vrijwel ongedeerd. Het huis brandde tot de grond toe af. De in boedel ging vrijwel geheel verloren. Wat is Montgomery's opvatting? Het is nooit de bedoeling geweest dat de Britse en Canadese troepen onder zijn bevel zouden uitbreken. Zij moes ten integendeel blijven staan om zo veel mogelijk Duitsers te binden. Niemand anders dan Montgomery zelf heeft dit blijkbaar begrepen Zelfs Eisenhower, de opperbevelheb ber, kende zijn eigen bevelen niet. De onverdiende blaam voor het tweede Britse leger „vormt een duidelijke aanwijzing dat Eisenhower nooit het basisplan heeft begrepen, waarmee hij zo opgewekt had ingestemd' schrijft Montgomery. Met andere woorden: de opperbe velhebber kende zijn eigen plan niet en Montgomery's interpretatie is be ter dan die van de man, die de ope raties leidde! Dit is niet het enige, maar wel het scherpste voorbeeld van Montgome ry's eigenwijsheid. Als men dit leest, kan het niemand verbazen dat de veldmaarschalk voortdurend met zijn mede-commandanten overhoop lag. Als men bovendien leest hoe vaak en hoe snel hij zijn eigen onderbevel hebbers verving en overplaatste om dat hun opvattingen niet de zijne waren, kan het ook geen verwonde ring baren dat ook in deze kring Montgomery niet bepaald populair was. Maar toch is dit alles slechts de halve waarheid over Montgomery, wellicht zelfs minder dan de halve waarheid. Er tegenover staat im mers dat zoals eveneens over vloedig uit de memoires blijkt Montgomery op ettelijke punten, met kop en schouders boven de routinegeneraals uitstak. Hij was een van de eerste officieren in het Britse leger die aandacht had voor de menselijke kant van zijn taak. Hü begreep dat een commandant zijn soldaten en officieren moet bezielen door zijn eigen voorbeeld, door zijn openhartigheid over de doelen van de actie (zonder uiteraard militaire geheimen te onthullen) in het ge vecht. „De materie waarmee de generaal werkt, bestaat uit de manschappen. Hetzelfde geldt in het burgerleven. Ik heb wel eens de indruk gekregen, dat directeuren van grote industriële ondernemingen dit niet altijd besef fenveel generaals hebben op dit belangrijke punt ook niet voldoende inzicht getoond en de implicaties ervan niet geheel begrepen: „Dit is een van de redenen, waarom sommi gen van hen hebben gefaald." Zo'n passage, beschrijving van Montgomery's gedachten ver voor de Tweede Wereldoorlog, tekent de man minstens evenzeer als zijn ruzies. Reeds als majoor, en hoeveel meer later als generaal, probeerde Mont gomery steeds het karakter van zijn compagnieën, bataljons en divisies te leren kennen door nauw contact met j soldaten en officieren. Op een plaats in zijn memoires geeft Montgomery een belangrijke fout toe: in zijn beschrijving van de slag om Arnhem. De veldmaarschalk noemt vier redenen -waarom 'we bij Arnhem niet tot een volledig succes kon den komen': 1. onvoldoende steun van het geal lieerde hoofdkwartier bij de operatie, overigens niet door Eisenhowers schuld; 2. de luchtlanding was te ver van de grote Rijnbrug uitgevoerd; 3. het weer was te slecht; 4. de aanwezigheid van het tweede SS-pantserkorps, waarvan de ge vechtskracht was onderschat. Het tweede punt neemt Montgo mery geheel voor zijn eigen verant woording. 'Ik had het tweede leger en het eerste luchtlandingskorps or der moeten geven ten minste een complete parachutebrigade heel dicht by de brug af te werpen, zodat die in enkele minuten zou zijn veroverd. De verdediging ervan zou dan in alle rust zijn voorbereid. Dit heb ik niet gedaan,' schrijft hij. Generaal Urquhart noemt in zijn boek 'De slag om Arnhem' ongeveer dezelfde oorzaken van het mislukken der actie, die overigens een stoutmoe dig plan van Montgomery was om in korte tijd het Roergebied te verove ren en Nederland te bevrijden. Urquhart vermeldt dat bij het op zetten van de operatie Market Gar den de mogelijkheid was overwogen parachutisten vlakbij de grote Rijn brug af te werpen. Volgens ce be schikbare inlichtingen was de grond daarvoor echter te drassig, hetgeen later onjuist bleek te zijn. Overigens meent Montgomery dat de actie wel had.kunnen slagen als hem maar voldoende vliegtuigen, grondtroepen en voorraden waren toegewezen. voorstellen die geen querulant is een moeilijk te verdragen mensenty pe waarvan hij duidelijke trekken vertoont. Maar toch kan het geen verba zing wekken dat een man als hij ondanks zijn queruiantisme tot steeds hogere posten geroepen werd om ten slotte in westers ver band tijdens de oorlog en daarna in NAVO-verband tot de hoogste functies te stijgen, die een niet- Amerikaan bereiken kan. HAUL VAN T VEER f Memoires van veldmaarschalk Montgomery, vert. J. F. en H. L. J. Kliphuis., uitg. H. J. W, Becht, Amsterdam 1958). "ij Na negen dagen vol ontbe ring en ondraaglijke spanning diep onder de aardoppervlakte komt de Canadese mijnwerker Maurice Ruddick in een zieken huisbed weer op krachten. Ruddiek, vader van twaalf kinderen, is een van de zeven geredden. In zijn armen slui mert zijn jongste zoon Revere, naast hem zijn dolgelukkige vrouw. Voor hen is de mijnramp als een boze droom die voorbij is. Van de 174 arbeiders van de nacht ploeg, die donderdag voor een week werden ingesloten door een onder grondse aardverschuiving, werden er 81 kort na de ramp gered en twaalf zes en een halve dag later. Deze verbazingwekkende redding had de bevolking van Springhill nog niet verwerkt, toen zaterdagmorgen wéér stemmen werden vernomen uit de mijn. Het was nog donker, maar ploegen arbeiders die naar lijken zochten, waren nu aan het werk. In de hoofdstraat van het dorp gingen de lichten aan, huisdeuren vlogen open en opgewonden mensen renden naar de mijn. Door een tnnnel wisten de redders de ingesloten mannen te bereiken. Sommigen van ben waren gewond, maar anderen schenen er zelfs beter aan toe dan de twaalf die in de nacht van woensdag op donderdag werden gered. Een van de geredden, de 46-jarige Maurice Ruddick vader van twaalf kinderen was zelfs nog in staat een grapje te maken. „Geef me wat water en ik zal een liedje voor jullie zingen," zei hij tegen de van vreugde bijna uitzinnige omstanders. Reddingploegen hebben zaterdag avond en zondagmorgen zeven lijken geborgen. Er worden nu nog dertig mensen vermist. Het staat vast, dat 44 mijnwerkers de dood hebben ge vonden. In de gemeente Norg in Drente is zondagavond op de weg tussen Norg en Smilde een automobilist bij het inhalen met zijn auto van de weg af geraakt en tegen een boom terecht gekomen. De bestuurder, de 4I-jarige heer E, Martens uit Norg, die enig inzittende was, is om het leven ge komen. De botsing was zo hevig, dat de boom midden in het autowrak kwam te staan. Het slachtoffer Is in het ziekenhuis te Assen overleden. (Van onze Londense correspondent) Belgrado mag zich verheugen over de resultaten van het bezoek dat de Zuidslavische minister van Buitenlandse Zaken, Kotsja Po- povitsj, vorige week aan Londen heeft gebracht: Er schijnt een be langrijke verbetering van de betrekkingen met Engeland door bereikt te zijn. De minister beeft de Britse rege ring ingelicht over de relaties met Moskou, die even verwarrend zijn als Hij „liet zich zien" bij de troep, sprak de soldaten herhaaldelijk per soonlijk toe en hij onthult in z'n boek dat hij zich opzettelijk wat wonder lijk kleedde om zo de soldaten een visueel beeld van „hun" bevelhebber te geven. Als hij zijn leger zo door en door had leren kennen, kon hij be paalde divisies of afdelingen voor be paalde taken Inzetten. Het is geen wonder, dat Montgo mery met zijn grote aandacht voor het welzijn van de soldaat populair was bij de troepen bij het pu bliek. De „voorzichtigheid", die hem in generaalskringen wei verweten werd (en die misschien objectief ge zien wel eens een verwijt waard was als een snelle overwinning noodzake lijk was om latere grote verliezen te vermijden), is een eigenschap die hem als mens ook slechts sympathie ker kan maken. Zo is het beeld van Montgomery, dat uit zijn eigen memoires naai' vo ren komt en trouwens uit andere bronnen genoegzaam gestaafd kan worden, opgebouwd uit licht en don ker. Zijn nadelen zijn niet geheel naar de Franse uitspraak „Les dé- fauts de ses nualités", de fouten die juist de schaduwkant van zijn kwa liteiten zijn, want men kan zich zeer goed een man met zijn inzichten Advertentie LM. U hoort t door de radio... altijd. De Sowjet-unie heeft het eer der aan Zuidslavië beloofde krediet van 1200 miljoen gulden Ingetrokken. Tegelijkertijd echter is de houding van de Sowjet-pers jegens Zuidsla vië vriendelijker dan ooit sedert het congres van de Zuidslavische com munistische partij in het voorjaar te Ljublana. Anderzijds tonen Albanië en Bulgarije, twee buurlanden van Zuidslavië en tevens trouwe satel- lietlanden van de Sowjet-Unie zich even vijandig als in de tijd van de grote spanning, tussen 1948 en 1954. Minister Popovitsj heeft van zijn verblijf in Londen gebruik gemaakt om weer in contact te treden met de Britse arbeiderspartij. Dit contact was sedert de veroordeling van Milo- van Djilas en van drie oude sociaal democraten verbroken. Naar verluidt, is de arbeiderspartij bereid een delegatie naar Zuidslavië te zenden en opnieuw betrekkingen met de Zuidslavische regering aan te knopen. Op zijn persconferentie werd Popo vitsj gewaagd, of bij zich er van be wust is, dat de vrienden van Zuid slavië op een amnestie van Djilas en de sociaal-democraten wachten. Zijn antwoord luidde dat er een „theore tische mogelijkheid" bestaat, dat Djilas gratie krijgt maar dat deze mogelijkheid niet wordt bevorderd door enigerlei druk die van buiten af wordt uitgeoefend. Veertien musici, geleid door pianist, componist en arrangeur Duke Ellington hebben de duizenden bezoekers van de koude Houtrusthal in Den Haag zaterdagavond in een muzikaal sauna-bad gedompeld. Ir een orgie van muzikaliteit, vindingrijkheid, verbluffende orkestratie en indringende soli, een feest van klankkleuren en com posities, die alleen een Ellington kan bieden. Het verbluffende van deze thans 58-jarige man, die bij zijn leven al een legende is, is niet het feit, dat hij zich weet te handhaven, maar de wijze, waarop hij dat doet. Hij teert niet op zijn oude roem, stelt zich niet tevreden met een herhaling van zijn vele bekende nummers, maar trekt keer op keer de aandacht door nieu we composities, nieuwe ideeën en vondsten, die zijn muziek spring levend houden. Veel is er al geschreven over de orkestleider Ellington, over de diri gent, die bij alle vrijheid, die hij zijn musici laat, toch alleen zelf bepaalt, hoe er gespeeld wordt. Zaterdag in Den Haag en zon'dag in Amsterdam heeft men hem aan het werk kunnen zien; schijnbaar-nonchalant wande lend over het toneel, met een enkele brede armzwaai dirigerend en soms staande achter de piano een paar ak koorden aanslaand, maar toch ge spannen, voortdurend bedacht op een juiste voordracht van zijn muziek. De veertien orkestleden, van de oudste, 52-jarige altsaxofonist John ny Hodges, tot de jongste, de 31-jarl- ge bassist James Woode, zijn stuk voor stuk meester op hun instru ment. De meesten hebben ervaring bij andere orkesten opgedaan, maar ize zijn nu typische Elüngton-musici, die ondanks grote verschillen in stijl en toon toch een perfecte eenheid vormen. Snel en vaardig werd het program ma afgewerkt: bekende nummers als 'Sophisticated Lady', 'Take the A- train' en de 'Black and Tan Fantasy" en nieuwe als de 'Sonnet to Hank Cing', een deel uit .Such sweet thun der'. Ellingtons illustratie van teksten van Shakespeare. Overrompeld, volkomen veroverd door deze hart verwarmende muziek, moest men zich aan de Duke overgeven. LEO KOOL (Van een onzer verslaggevers) In februari 1959 komt Louis Arm strong en zijn orkest waarschijnlijk naar Nederland. Onderhandelingen over deze tournee zijn gaande. In maart krijgen we wellicht bezoek van de even bekende Count Basie. Dit deelde impresario Lou van Rees zaterdag tijdens het concert van de derde grootheid op jazzgebied, Duke Ellington, in de Houtrusthal in Den Haag mee. DVKE ELLINGTON springlevend iVan een onzer verslaggevers) Met slechts één dag achterstand op de recordcijfers van 1957 is zaterdag het 21.0fl0stc schip de Waterweg bin nengekomen. Het was het Engelse vrachtschip Karri, dat geladen met ijzer van Goole kwam en naarde Waalhaven ging. Deze achterstand van één etmaal betekent, dat ongeveer honderd sche pen minder op de Waterweg zijn aangekomen dan vorig jaar. Enige maanden geleden bedroeg deze ach terstand bijna vijfhonderd schepen. Hieruit blijkt dus, dat het scheep vaartverkeer naar het Waterweg gebied in het laatste kwartaal drukker is geweest dan in dezelfde periode van het vorig jaar. De 21.000ste arriveerde vorig jaar op 31 oktober. Het was toen de Sirius. In de eerste klasse van de Staats loterij is vanmorgen een prijs van 25.000 gevallen op nummer 5946. Men vreest dat 24 mensen om het leven zijn gekomen bij het om slaan van een veer ten gevolge van een wervelstorm in een Oostpakis- taanse rivier. NICOSIA (Reuter). Een Engels man van 71, Charles Wood, die der tig jaar op Cyprus heeft gewoond, is vanmorgen in Nicosia door terroris ten doodgeschoten. Wood stond onder een grote euca- lyptusboom op een plein te wachten op de bus die hem naar zijn werk zou brengen, toen hij van achteren door verscheidene mannen werd be schoten. Hij overleed vrijwel onmid dellijk. Wood had vele vrienden on der de inwoners van Cyprus. Hij is de oudste van de 133 Britten die tot nu toe op het eiland zijn doodgescho ten. De jongste was de zeventienjarige zoon van een Britse sergeant, die vrijdag jl. is doodgeschoten. (Van een onzer verslaggevers) 'Van een wcgomlegging op last van de gemeente via de onbewaakte over weg te Wczep is 'geen sprake geweest. Dit hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland geantwoord op vra gen van het Statenlid mr. S. Willin- ge Gratama over het ongeluk op deze onbewaakte, dat aan vier inzitten den van een bus het leven heeft ge kost. Hangende het justitiële onder zoek laten Gedeputeerde Staten de vraag in het midden welke facto ren ertoe hebben geleid dat twee bussen gebruik hebben gemaakt van de onbewaakte overweg. Deze werd overigens niet alleen op de dag van het ongeluk, maar ook reeds geruime tijd daarvoor zonder bezwaar benut door het middelzware vrachtvervoer van en naar de nabij gelegen Prinses Margrietkazerne.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1958 | | pagina 2