11 i I A'~B üg^ a tv m HET VRIJE VOLK MAANDAG 30 AUGUSTUS 1965 ^en ira'ode: voor jonge ménsen 'vóniral.Hce» kort tnaAf niet kintler- geferopoi-pqnecra, 5. zodat menjiiet moet proberen de zo men uit ie leggen. Wie de rokken verlengt tot over de knie, maakt het silhouet kapot. - Invloeden van Courrèges: de zicht bare knie. de contrasten veroorzaakt door -ingezette banen, strepen, de af- wéaigheid van romantische details druches,, stroken, fladderpanden, on- nodige kwikken en strikken). Het is fascinerend als het met in telligentie hordt gedragen: vrijwel zonder sieraden, begeleid door Kleine ramlioze hoeden of capuchons kousen'in dezelfde tint of "donkerder (Cardin, Ungaro). .schoenen met kleine hakken. MARIKE HM ïgp.* 18 .svV:?' ii.r V* -.v i,V" e-t', j* - 7 v,._ Mode van nu WES .sr EAU REN 1': shift uit witte jersey door kruist met zwart, de lin ker bovenhoek rood. HEIM: tweekleurige jas (don kergrijs en wit), jurk eronder in dezelfde 'valse' overgooler-stijl a ia Courrèges. LAROCHE: donkergrijs kort jurkje, zandkleurige bolero voor het 'lijnenspel'. Col en muts van bever. CAPUCCI: heel korte zachtroze jas over iets langere jurk, de jas gebalkt met een harder roze. UNGARO: maisgele gabardine voor een jas met breed paneel in het front waarop knoopsiuiting. Astronauten kraag en raglanmouwen. Schildknaapschocncn. Kort pagekapsel in de nek in drie scherpe punten geknipt. b SCHERRER: minder "streng', wél rok boven knie. Jasje-jurk-combinatie, zachtgele gabardine (orlon met wol). F ERA UP: zwarte en witte banen van Jersey (Crylor) aan elkaar gezet en op de naden versierd met stiksel. De naam van de jurk spreekt voor zich zelfBeatnik. FERAUD: dunne beige wol, hoog getailleerd jurkje, plissés: buste zichtbaar door split. Géén Courrèges-i n vloed 1* r i !t~M 8 u. CARDIN: witte jas, smal bont langs de mouw en zoom, donker bruine kousen en schoenen. .V;ï!:?lg§ DIOR: geen Courrèges-tnvtoed, minder streng; vaag getailleerd Jasje op iets uitlopende rok. Stof: een van de vele geometrische dessins die wor den gebruikt, een grijs-zwart domino-ruitje. Typisch vrouwelijk: de grote zijden strik onder de ronde kraag. Hoed: zwierige rand a la Frans Hals. f. j»OS IniASHflraS i t&£é 'c CARDIN: heel korte Jas met heup naad uit tweed (blauw, groen en rood). CARDIN: bruin-wit geruite mantel, de rok schuin verwerkt, smalle zoom v; blauwe kousen en schoenen en een beverbont, colUerkraag, slobkousen van bruine tricot, schoenen in zelfde bru blauwgroene vossenkraag. kleine bruine helmhoed.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1965 | | pagina 2