/rhyfatey
DoeL
een opera
over Ciie
GuevaraX
Zij baden de vespers en aten bonen en pap
100 jaar 'Die Meistersinger' in Bayreuth
Wolfgang Wagner draait de klok terug
kus
WÊÊÈèÈÊSÊ^l» 1
Meju* /m
wi
*M-/^-(i«»'^ '^VWwt,
iA-vf **yu j*Au.
*4%''Kb «ma* «^*U9 0H4<\Me*t9Ji
pft- h ft* ft ttU^f
•^tt'hij&r*' Ui, [eiutj
élUikóUlcc'
iA\to.M-*S(,kiu-
fiJuJCuJc*.
<c
gasten te verwennen,
Wandelend in de kloostertuinen, bezig met .goddelijke lezing.
Op zaterdag 6 juli trok Harry Mulisch, door Remco
Campert aangeduid als de best, gekapte schrijver van
ons land, aan de bel.
Het bijzondere is dat deze bel luingt aan de kloos
terpoort van de Trappisten abdij Sion bij Deventer.
Gastenpater Johannes (57), tanige monnik: met
donkere haardos, doet open en daar ziet hij voor zich
het meest merkwaardige groepje gasten uit zijn car
rière als contactman met de buitenwereld: een zeven
tal beroemde gelovige en ongelovige Nederlanders
dat een hele week op de abdij komt logeren.
Wat vroeg
Wie is Che?
Pater Johannes op weg om zijn
Alleen zijn
Minderouder
Snipperdag !|j
Een opvallende bladzijde uit het gastenboek der trappisten.
èaqoróe voor óc gasten
óoor óe week.
8,- If
9,us I
io, -
6,-
V7'30
metten/
waarna 20mir».meoitat»e)
lauèen,
waarna ae. hoogmis
ontbijt
terts
koffie
sevxer»
miöóctgmaai
nonen
thee
vespersv
avonèetan
óagsiuiting
u.i.o.g.é?1
Van onze kunstredactie
Allicht zijn. de Bayreuther
Festspiele dit jaar geopend
met Die Meistersinger von
Nümberg. Het is immers hon
derd jaar geleden dat deze
opera van Richard Wagner in
première ging.
HET YROT5 VOIiX
"~f
cbambret-
HARRY MULISCII
PETER SCHAT
JAN VAN VLIJMEN
HUGO CLAUS
LOUIS andriessen
Behalve Harry Mulisch, voor wie God morsdood is, staat daar Hugo
Claus, de schrijver die in een gerechtelijk proces is gewikkeld, omdat hij
drie volstrekt naakte kerels de rol van de goddelijke drievuldigheid liet
spelen.
De twee kunstenaars van het woord worden omstuwd door een vijftal
toondichters; Peter Schat, Misja Mengelberg. Louis Andriessen, Reinbert
de Leeuw en Jan van Vlijmen.
Ze betreden door de poort de
stille binnenhof, waarin speelse
siererwten, stokrozen, rode knolbe
gonia's. bloeiende kamiile en ve
lerlei bloemen, bomen en heesters
het sprookje van de oud© klooster
tuin in ere houden.
Vijf weken later vertelt pater
Johannes nog met napret in z'n
koolzwarte ogen. van zijn beleve
nissen met de zeven artiesten in de
hun zo vreemde moniukenwereld.
De componist Peter Schat was
met het idee gekomen. 'Hij vroeg
ons, of ze met z'n zevenen een re
traite mochten maken in de abdij'.
'Nu Ja' - zegt de gastenpater - 'een
retraiteZij zochten een plaats
om rustig te werken. Peter Schat
had ooit gehoord van onze mede
monnik Leon Driessen, de cantor,
de voorzanger in het koorgebed'.
'Zij hadden,' zo vervolgt onze
zegsman, 'het voornemen gemaakt
om intens aan ons leven deel te
nemen. Wij staan des morgens om
drie uur op en gaan om acht urn
's avonds naar bed'.
Wij trokken een tikkeltje ongelo
vig de wenkbrauwen op. De pater
haastte zich met de aanvulling:
'Dat was voor hen natuurlijk een
beetje aan de vroege kant. Daarom
gingen Mulisch en zijn volgelingen
na achten de poort uit en kwamen
pas heel laat weer terug. Het was
echt wei een heel ander soort men
sen dan. wij gewoonlijk hier krij
gen.'
•Welk een invloed onze omgeving
op hen heeft gehad? Daar hebben
wij niets mee te maken. Ik kan wel
zeggen dat ze zich zeer netjes ge
dragen hebben. Eigenlijk ben ik de
enige' van de 42 monniken die con
tact met hen heeft gehad, 't Heeft
gunstig op mij gewerkt. Het zijn
fijne lui. Ze hebben niet veel aan
godsdienstige oefeningen gedaan,
maar het was een groepje dat ste
vig samenwerkte.'
'Na een paar dagen zeiden ze
mij: We hebben al meer gedaan
dan we ons hebben voorgenomen'.
Waar ze precies mee doende wa
ren, heeft pater Johannes niet be
grepen.
Dat het een opera moest worden
stond bij hem vast. 'Eeitst hadden
ze een opdracht om voor het Hol
land Festival een opera van Eras
mus te maken. Ik geloof dat Eras
mus er nog in voorkomt'.
Toen wij opperden dat het muzi
kale drama wellicht sou gaan over
de Latijns-Amerikaanse guerrilla
strijder Che Guevara, knipperde
pater Johannes met z'n ogen. Deze
naam had hij nog nooit gehoord.
En dat is allerminst verwonderlijk.
Want pas een paar weken geleden
vond vader abt, dom Malachias
Muller, goed, dat er elke dag een
complete krant in de studiezaal
wordt neergelegd. Tot dan moesten
de monniken genoegen, nemen met
enige knipsels, handelende over de
geestelijke en godsdienstige stro
mingen buiten de kloostermuren.
Pater Johannes vervolgt zijn ver
slag: 'De zeven paste» hebben ge
slapen in het gastenkwartier van
het klooster. Ze wilden ook iets
■meemaken van ons "ikenbo-
staan. Ce eerste dag de
vespers bijgewoond.
Eén keer wilden ze
Op een middag bezo<
nieuw de vespers en bh:/
evenals wij een kwartier in
tie verzonken. Ze hébben toer
avondeten, bonen en pap, in
kloosterrefter meegegeten'.
'Aan Mulisch kon ik direct mer
ken dat hij haantje de voorste was.
Hij had het meeste in de melk te
brokkelen. Hij was de organisator,
maar hij had niks opdringerigs.
Mulisch was na afloop zeer vol
daan. Ik moest met alle geweld
volgend jaar met het Holland Fes
tival naar Amsterdam komen voor
de uitvoering van de opera. Ik ben
benieuwd of ik daar van vader abt
toestemming voor krijgt:
van één der meest gestrenge kloos
terorden: de trappisten. Nooit eten
zij vlees. Hun hoofdmaaltijden be
staan uit groenten, bonen en. pap.
Ze bakken hun eigen brood. "Dat
wordt door de gasten altijd erg ge
prezen', zegt pater Johannes; 'Mu
lisch en z'n vrienden brachten, ge
loof ik, wel eens wat hartigs mee
naar binnen'.
Sinds een half Jaar - aanpassing
bij de algemene verzachting ken
merkend voor het moderne kloos
terleven - krijgen de trappisten
's middags een eitje en eens per
week vis. Ook de zeer harde regel
van het levenslange stilzwijgen is
iets milder geworden. De vroeger
gebruikelijke gebarentaal is ver
vangen door met de mond gespro
ken woorden. Het betreft hier ech
ter uitsluitend zakelijke medede
lingen. Van een ontspannend ge
sprek, van recreatie is ook nu nog
volstrekt geen sprake. 'Een spelle
tje dammen - zegt pater Johannes
- is er niet bij. Ik heb er ook geen
behoefte aan. Die zou misschien
terugkomen, als je het weer ging
doen'.
In abdij Sion beginnen 's mor
gens om half vier de metten: een
half uur nadat de monniken zijn
opgestaan en zich in de
tes van de gemeenschappelijke
slaapzaal hebben aangekleed. Fa-
ter Johannes vertelde dat in. de
slaapzaal verbouwingen plaats
vinden, zodat iedere monnik bin
nenkort zijn eigen gesloten slaap-
celletje kan hebben. Aan enige pri
vacy voelen zelfs na vele gemeen
schappelijke jaren de trappisten
enige behoefte.
Na de mis van vier uur is er
ontbijt: droog brood en fruit.
Kwart voor zeven: plechtige hoog
mis. Om 8 uur: conferentie of
zangles (voor de koorzang). De
monniken kunnen nu ook de krant
lezen in de studiezaal. Televisie is
onbekend. Radio hebben ze voor de
land- en. tuinbouwberichten. Want
als agrariërs voorzien de monniken
in het levensonderhoud.
'Je hebt - zo zegt pater Johannes
- een kippen- en een varkenspater
en een pater voor de (6C> koeien.
Ben eigen stier zorgt voor de voort
planting. Veeteelt is onze belang
rijkste .bron van inkomsten'. Om
tien uur slaan de monniken de
hand aan de ploeg en ruim twee
uur later staan ze weer in wit-
zwart habijt koor te zingen in de
kloosterkerk. Half één is het mid
dagmaal. Daarna doen ze aan gees
telijke lezing, de ouderen knappen
en van half drie tot vijf uur gaan
ze verder met boeren, huishoudelijk
werk of studie.
De trappisten van Sion zijn
langzaam aan het vergrijzen. Een
zestal monniken heeft AOW.
'Naarmate we ouder worden, kun
nen we hiervan bestaan', zegt pater
Johannes berustend. Het aantal
monniken neemt af. Enige jaren
geleden was dat nes zestig, nu 42.
De laatste keer dat iemand tot de
ze trappisten-orde toetrad was acht
jaar geleden. Vroeger kwamen er
jaariijks één of twee gegadigden.
Toen we afscheid hadden
genomen van pater Johannes,
kwamen we In de prachtige
beukenlaan, die van de stille
abdij naar de grote verkeers
weg voert, een zeer minzaam
wuivende stokoude grijsaard
tegen: een levende Ikoon.
Toen herinnerden we ons het
woord van pater Johannes:
'We hebben er eentje van 94
en die wil graag honderd wor
den.'
Op onze vraag of de monniken de
abdij wel eens mogen verlaten,
vertelde de gastenpater, dat ze bij
belangrijke familiegebeurtenissen
soms wel een 'snipperdag' mogen
nemen. Het woord vakantie wordt
angstvallig vermeden.
De abdij Sion huisvest monniken
in-
REINBERT de leeuw
MISJA MENGELBERG
Dit is de dag
orde van het
klooster, zoals in
het gastenkwar
tier bfó de in
gang hangt. Het
tweede gedeel
te van de ves
per af is door
Mulisch en zijn
vrienden bijge
woond.
3,3o uur
6,hS 4
12,15
12,30
2,15
2>5
t 5,35
Mulisch en Claus
een
monnik in
abdij Sion
Op de 'Grüne Hiigel' verdrong
zich een internationaal publiek.
Behalve de In Bayreuth immer te
genwoordige Begum Aga Khfuti wa
ren er nog ettelijke kopstukken bij,
onder wie de minister van buiten
landse zaken Willy Brandt. Enkele
demonstranten met borden in de
geest van MAKE ART - NOT PU
BLICITY stoorden nauwelijks.
Nog een verrassing wacht de be
zoeker bij het binnentreden van
het Festspielhaus, dat er tot dissver
stond zoals het In 1876 was neerge
zet. De stoelen met gevlochten zit
tingen uit dat jaar zijn vervangen
door imitatiehouten stoelen van
plastic die overigens aan het
eind van een stuk van zo'n zes uur
nauwelijks zachter aanvoelden dan
de oude. En de capaciteit werd, met
behoud van de befaamde akoestiek,
verhoogd tot ongeveer 1930 plaat
sen, Dat betekent inderdaad meer
festivalgangers, want de dertig
voorstellingen van het festival zijn
als vanouds maanden van te voren
uitverkocht.
Maar ook artistiek staat in Bay
reuth de tijd niet stil, hoewel me
nigeen zich zal afvragen of hij niet
wordt teruggedraaid.
Wieland Wagner, Richards klein
zoon en de belangrijkste motor en
vernieuwer van het na-oorlogse
Bayreuth, is immers (te vroeg) ge
storven en nu is 't zijn broer Wolf
gang, die voor dit feest Die Meis
tersinger op de planken moest
zetten. Hét werd na de avantgar-
disüsellé nutste ensceneringen van
Wieland een volledige ommekeer.
Hier stond weer het oude middel
eeuwse Neurenberg met de typische
'F-achwerkhauser* en soms nogal
doorschijnende muren. De kerk
deed in haar eenvoud bijna gere
formeerd aan. In het nachtelijke
straatje stond het door een vlier-
o f seringeboom overschaduwde
huisje van de schoenmaker Sachs
en aan de overkant het herenhuis
van de Pogners.
In het eerste toneel van het der
de bedrijf verkleint Wolfgang
Wagner met friserende muren en
een lage houten zoldering de
breedte van het reusachtige toneel
tot minder dan de helft en creëert
zo de bescheiden voorkamer van de
'Schuster-Poet' Hans Sachs. In al
deze gevallen werkt hij overwegend
met talloze schakeringen van bruin
en blauw, gestoffeerd door mensen
in felle contrasterend gekleurde
kleren.
Daarentegen doet de feestweide,
afgezien van harde groenen, aan
een schilderij van Van Gogh den
ken. Ze is een wijd open kermister
rein met zacht glooiende heuvels
op de achtergrond. Het ongedwon
gen bewegen en dansen van de me
nigte wordt steeds meer een volks
feest dat, zou men denken, meteen
na het sluiten van het doek en het
afscheid van het publiek weer op
nieuw begint. Er is geen sprake van\
de .nationale demonstratie waarop
deze scène vaak al te veel lijkt.
Muzikaal middelpunt van deze
eerste avond was dirigent Karl
Böhm. Hij volbracht het kunststuk
het grote orkest bijna kamermu
ziekachtig te laten klinken en de
zangers de gelegenheid te bieden
tot een bei canto dat in "deze opera
zelden te horen is. Daarvan
maakte vooral Theo Adam gebruik,
die op het laatste moment de on
menselijke zware partij van Hans
Sachs moest overnemen van Wal
ter Berry. Hij voert vocaal en dra
matisch een warmbloedig mens ten
tonele, geen aanbeden held. Hem
zouden we de hand van Gw.vueth
Jones, de bekoorlijke en schitte
rend zingende Eva. eigenlijk eerder
gunnen dan aan Waldemar
Kmentt. de iets onzeker zingende
en hooghartig acterende Walther
von Stolzing.
Nog een invaller was de helden
tenor Hermin Esser, die van de zie
ke Erwin Wohlfahrt de David
overnam. Aanvoerder van de gü-
demeesters was de nobele, sonore
bas Karl Ridderbusch (Fogner).
Naast hem stond de imposante
Gerd Nienstedt (Kothner)Thomas
Hemsley is.* al een goede Beckmes
ser en zal zeker nog in deze rol
groeien.
Een grote verrassing bleek de
jonge, bijzonder welluidende Cali-
fomische mezzosopraan Janis- Mar
tin, die in het tweede bedrijf met
Kurt Moll een koddig en pittig stel
nachtwakers vormde. Het koor, in
gestudeerd door Wilhelm Pitz, was
bewonderenswaardig als altijd.
Het publiek was verrukt, voor
het eerst sinds 1956 niet door d*
enscenering van Die Meistersinger
geschokt te zijn. In zijn eindeloze
ovaties voor alle medewerkenden
betrok het steeds opnieuw uitdruk
kelijk de conservatieve Wolfgang
Wagner.
door NICO VAS HEES