schiedam-exfra ipiw Van onze verslaggever DICK VAN DER LUGT CHIEDAM - „Tot mi in 65e wil ik wel bur gemeester van Schiedam blij ven". Dat zei burge meester Arie Lems op 26 juni 1974 in een in terview met Het Vrije Volk. Nu, bijna vijf jaar later, ver trekt hij» naar Zaan stad. „Vijf jaar is eigenlijk te kort", zegt Lems. „Ik ben ook niet binnengeko men met het idee van: ik ga hier nog eens weg: Maar ik heb altijd wel het ri sico ingecalculeerd, dat ik nog eens voor een andere post ge vraagd zou worden"-. Programmeren HW- Bij lage Schiedam Extra pag. 3 Tijdelijk Kreet Burgemeester Arte Lems: burgervader, manager of regent? Zelf zegt hij: „Of ik nu voorzitter ben, een individueel gesprek heb of lid ben van een stuurgroep, maakt me met zoveel uit." Streven :lf Brieven - Hebben Den Uyl en Van den Heuvel u gevraagd in Zaanstad te solliciteren? Lems: „Laat ik nu geen namen noemen, want dat is een beetje onzuiver. In ieder geval op dat niveau". - Wilde u graag promotie ma ken? Lems: „Op het moment dat men je vraagt, is je leven al ver anderd. Want ook al zeg je nee, dan kun je je later afvragen: heb ik toen verstandig gehandeld? Dat maakt het zo moeilijk. We hebben er ook 24 uur over ge daan om tot die beslissing te ge raken. Ik vond het ook nog te vroeg. Ik heb gezegd: als wij een jaar of drie verder zijn, dan zou ik er anders voorstaan. Voor je zelf is het veranderen niet zo gek als je die mogelijkheid hebt. Solnmige dingen gaan wat rou tine-matig". - Was u uitgekeken op Schie dam? Lems: „Nou, niet op Schiedam. Maar je kunt gewoon in een be paald problemenveld uitgeke ken raken. Wat nog erger is: de mensen kunnen ook op jeu uit gekeken raken. Ik wilde dat voorkomen en had bedacht, dat er over een jaar of drie wel een aa .eiding zou zijn om te sollici teren. Men heeft mij gezegd: zo kun je je leven nu ook niet pro grammeren: dat heb je niet in de hand. Een punt was ook, dat mijn gevoel voor solidariteit en verantwoordelijkheid wel ge prikkeld werd". - Tijdens uw eerste speech bij uw installatie in de raad op 1 augustus 1974 heeft u gezegd: Ik zal mijn democratisch -socialis tische overtuiging blijven be houden. Hoe ziet u uw ambt van bugemèester in relatie tot uw PvdA-lïdmaatschap? Lems: „Daar heb ik het niet zo moeilijk mee, mits je maar zorgt dat je in het lokale vlak niet te veel naar voren komt. Je kunt afdelingsvergaderingen bezoe ken en als daar dan zaken van landelijke of internationale poli tiek worden behandeld, kun je gewoon meedoen. Maar ik zou nooit naar een vergadering wil len gaan, waarop de kandida tenlijst voor de gemeenteraads verkiezingen wordt vastgesteld. Dan ga je toch invloed uitoefe nen. Ik ben nog steeds voor een ge kozen burgemeester. Ik zie ook geen reden waarom ik er niet voor zou zijn. Of het nu voor een periode van 4 of 6 jaar moet zijn, weet ik niet. Het lijkt me nuttig om het even lang te laten duren als de raadsperiode en de raad in de gelegenheid te stellen zelf een burgemeester te kiezen. Ik zie het alleen voor het jaar 2000 niet gebeuren in Nederland. Ik ben wel tevreden met de huidige gang van zaken. Zaan stad is daar een mooi voorbeeld van. Daar heeft men zich ver enigd op de keuze voor een PvdA-burgemeester. De zeven fractievoorzitters waren una niem. Of de beslissing om Lems voor te dragen een goed besluit is geweest, zal de toekomst leren. Het blijkt wel, dat deze situatie heel dicht komt bij een gekozen burgemeester". - Tijdens de Pvd A-boerenkool- maaltijd heeft u op 3 januari 1976 gezegd: Het lijkt er nog steeds op dat wat de burgemees ter zegt Gods' woord is. Geldt dat nog steeds? Lems: „Je komt dat helaas bij een aantal mensen nog tegen. Je kunt jezelf wel instellen op een situatie van horizontale commu nicatie, maar het wordt mede bepaald door je gesprekspart ner. Ik tracht iedere keer mijn best te doen daar een beetje doorheen te breken". - Uw voorganger was meer het type van een burgervader. U lijkt meer op een manager of voorzitter. Vindt u dat een juiste typering? Lems: „Ik vind die typering onvolledig. Ik meen dat ik ook vrij aanspreekbaar ben. Het komt alleen erg slecht uit, wan neer ik het Stadskantoor bin nenren voor een vergadering en iemand wil dan uitgebreid zijn problemen behandelen. Ik voel me nooi zo ongemakkelijk in de .verschillende rollen die me zijn toebedeeld. Of ik nu voorzitter hen, een individueel gesprek heb of lid ben yan een stuurgroep, hiaakt me niet zoveel uit". - Op 22 mei 1978 heeft u de fa milie Korporaal uit de raadszaal laten zetten, omdat ze de orde, verstoorde. In maart .'.977 zette u kraakster mevrouw Letz uit uw kamer. Waren dat confrontaties «lie u hebben aangegrepen? Lems: „Ja, ik vond die erg rot. Er is nog nooit iemand geweest een verzoek dat in zichzelf was. Iemand die Lems: kraakt, heeft geen goed dak bo ven zijn hoofd. Die heeft een stuk woningnood. Mevrouw Korporaal zat met sociale en fi nanciële problemen. Ik vind het' rot als men de zaak zover drijft, dat. ik niet anders kan dan te handelen zoals ik gedaan heb. Vooral omdat in het geval van de raadsvergadering die me vrouw duidelijk opgehitst -werd door een aantal mensen. Die hadden bij haar de verwachting geschapen: als je dat nu doet, krijg je je zin wel. (De burge meester bedoelt de Landelijke Organisatie van Bijstandstrek kers, DvdL). De lui die erachter zaten, hielden zich verborgen. Ik had bovendien de toezegging ge- 'daan, dat er hoe dan ook een fi nanciële bijdrage zou komen. Ik heb wel meer mensen van het spreekuur verwijderd. Ik heb het een keer meegemaakt dat een bode werd aangevallen en toen heb ik tegen die persoon gezegd, dat hij direct kon opdon deren". - U heeft eens gezegd, dat je po litiek eigenlijk maar tijdelijk moet doen. Je creativiteit slijt ervan, zei u. Bent u versleten? Lems: „Politiek in een ver tegenwoordigend lichaam en met name bedoel ik daarmee de Tweede Kamer. In een gemeen teraad is het nog wat anders en kun je de realisatie van je eigen ideeën nog zien. In de Tweede Kamer is het erg moeilijk voor een kamerlid om invloed uit te oefenen. Als je voorstellen doet, duurt het geruime tijd voor ze verwezenlijkt worden. - „Schiedam heeft iets dorps, Schiedam heeft een minder waardigheidsgevoel". zei me vrouw Verweij als loco-burge meester tijdens de installatie raadsvergadering. In zijn boek „Schiedam rond de eeuwwisse ling" schrijft Van der Sloot: „Schiedam is een stad die zich altijd heeft bevonden tussen een conservatieve boeren- en vis sersgemeente aan de ene kant en aan de andere een snelgroeiende, dynamische stad". Bent u het met die omschrijvingen eens? Lems: „Die kenmerken kom je inderdaad nog wel eens tegen. Als je nu weer ziet. dat je een opdonder krijgt in dé scheeps bouw - het dieptepunt is mis schien nog niet bereikt -, dan zie ik dat de historie zich herhaalt. De visvangst is verdwenen, de jeneverindustrie is ondergegaan in de scheepsbouw. Ik geloof dat dat minderwaardigheidsgevoel wat minder wordt. Dat kom je nu minder tegen dan vijf jaar geleden. Er kan meer en meer tegenwoordig in Schiedam. Er zijn in de samenleving hier mensen, die wat durven, de han den uit de mouwen steken en met leuke initiatieven komen". - Vindt u het voorlichtingsbe leid van de gemeente niet wat magertjes? Lems; „Ja, dat is aan de mage re kant". - Er komt pas dit tar een tweede voorlichter, te: wijl er al in 1974 - notabene in uw profiel schets - gevraagd is om aan dacht voor een actief voorlich tingsbeleid. Lems: „Dat is een duidelijke zaak en bij herhaling besproken in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken. Dea; wa ren de meningen nogal verschil lend. De bereidheid om geld te voteren is vorig jaar pas geble ken. Eerder niet". - l'w vader beëindigde zijn carrière bij het politiecorps van Rotterdam als commissarisl Verklaart dat uw betrokkenheid bij het politiewerk? Lems: „Je kent het milieu een beetje en je weet ook met wat voor problemen de politieman zit". - fn het HVV-Interview zegt u: „Ik hoop dat ik ten aanzien van het politiebeleid- iets mee - kan brengen". Lems: „De commissaris en ik hebben op dit terrein samen toch wel het een en ander kunnen doen. Om een paar dingen te noemen: de commissie algemene en bestuurlijke zaken heeft een veel beter contact gekregen met de pohtie, er is een nieuwe com missie gekomen, voor de openba re orde en ik heb bij de politie de bereidheid aangetroffen om het functioneren ter discussie te stellen. Die zaken hebben we al geruime tijd in duscussie. We zijn een vormingspro gramma voor het hele politie personeel aan het voorbereiden. Iedere keer hoor je zeggen, dat de politiescholen mensen afleve ren, die onvoldoende hebben meegekregen. Dan is er maar één antwoord: dan moet je dat zelf doen, anders equipeer je de mensen niet voldoende in hun werk. Toen hebben we gezegd, dat je een programma moet heb ben, waaraan iedereen moet meedoen. Dat gaat je jaren kos ten, je moet het geld fourneren, je moet de mensen na een aantal 'jaren opfrissen en bovendien moet er intern de bereidheid zijn om van oude, hiërarchische structuren afstand te nemen. In middels zijn contacten gelegd met Vlaardingen en Maassluis om samen iets te ontwikkelen. We zijn het nu aan het uitwer ken". U heeft zich nooit erg kritisch uitgelaten over de politie en het politie-optreden, terwijl daar zo nu en dan best aanleiding toe •was. Lems: „Nee. Als ik kritiek had, heb ik die binnenskamers geuit. Dat is zelden nodig geweest. Als er kritiek kwam op de politie, was het meestal zo, dat de pers dat al zo dik en onevenredig groot had gedaan, dat ik niet vond dat ik dat nog eens even over moest doen. Laten we eerlijk zijn. Ik heb ook een aantal kritiekpunten op de pers. Moet ik daaruit afleiden dat de pers in Nederland niet goed is? Dat zeg ik niet. Laat ik dat zo terugspelen, dan heb ik de zaak voor mezelf in evenwicht. Ik kan u de garantie geven, dat iedere klacht is onderzocht. Of door de justitie of door ons zelf. In eer. groot aantal gevallen - veel meer dan de politiemen sen lief is is de rijksrecherche erbij gehaald. Niet alie gevallen komen in de pers. Ik ben op die rijksrechercherapporten, aange vuld met mijn eigen indrukken, afgegaan". - U heeft eens gezegd: „Ik moet zeggen dat het aantal gevallen van agressiviteit ook in onze stad wel toeneemt". Ik citeer professor Hoefnagels, die zegt: „Toenemende criminaliteit is nog steeds een loze kreet". Lems: „Ik zeg niet criminali teit, maar agressiviteit Er wordt veel eerder naar een mes gegre pen. V roeger gaf men elkaar ec-n gezond pak slaag, wat op zich zelf natuurlijk ook een laakbare handeling is. Ik krijg de indruk dat men de mensen minder gauw het ziekenhuis in sloeg en dat er minder gauw messen werden gebruikt. Ik zie de mid delen die men grijpt steeds ern stiger worden met alle gevaren van dien. Ook in Schiedam. Bij onderlinge knokpartijen gaat het wat ongenadiger en wat minder sportief toe". - Uw beleidsnota over de politie van 197S beslaat slechts één vel letje. Dat vind ik nogal mager. Er valt gezien alleriei ontwikke lingen toch wei iets meer over te zeggen. Lems: „Dat is zo. Maar behal ve in de beleidsnota hebben we in de commissie en in de raad re gelmatig zaken uitvoerig be sproken. We gazn jaarlijks op bezoek bij de politie, waarbij al lerlei beleidszaken worden door genomen". - Personeelsbeleid beeft vier jaar in uw portefeuille gezeten en is in 1978 naar wethouder Ta verne doorgeschoven. Is dat een motie van wantrouwen ge weest? Lems: „Beslist niet. Bij de por tefeuilleverdeling is volksge zondheid naar mij geschoven, omdat ik het ziekenhuis had, en heeft er in zekere zin een ruil plaatsgevonden". - Begin vorig jaar hebben u en het bestuur van bet Noletzie- kenhuis een verklaring onderte kend over de samenvoeging van het Gemeente- en Noletzieken- huis. Er zou naar gestreefd wor den binnen een half jaar te ko men met een ontwerp-gemeen schappelijke regeling (een soort rechtsvorm) voor de samenge voegde ziekenhuizen. We zijn nu een jaar verder. Ik weet nog niets. Wat zijn de knelpunten? Lems: „Eind juni komt d« con cept-regeling bij de beide bestu ren. We hebben ruim dertig keer moeten vergaderen om eruit te komen en we hebben wat pech opgelopen met enige externe ad viseurs, die wei erg laat hebben gerapporteerd. Het rapport over de directiestructuur is zelfs r.og niet binnen. Dat is erg moeilijk. Ik heb gezegd: we zullen ernaar streven het binnen een half jaar te doen. Dat was alleen een aan sporing voor onszelf om hard te werken, maar het was een on haalbare zaak. We hebben alles ondersteboven gehaald. We heb ben absoluut niet stilgezeten en moesten erg hard werken". - Woonruimteverdeling heeft vier jaar in uw portefeuille ge zeten. Wethouder Taverne kwam binnen een half jaar al met een nieuwe woonruimtever ordening, die hard nodig was. In 1974 was daar toch ook al be- hoefteaan? Lems: „Moet je eens luisteren. j'| Je kunt niet bij iedere bestuur- j' der die iets tot stand heeft ge- j bracht, naar zijn voorganger j kijken en dan zeggen: die heeft het niet gedaan. In de tweede plaats heb ik gepoogd met de be staande woonruimteverorde ning iets tot stand te brengen. Ik heb zelf het initiatief genomen om te kijken wat andere ge meenten op dat gebied deden. Het initiatief om tot een nieuwe woonruimteverordening te ko men ligt in het verleden. We hebben lang moeten werken voor er iets tot stand kwam". - Toen mevrouw Taverne nog tractieleldster was deed u nogal eens vinnig tegen haar Lems: „En zij tegen mij". - dat geeft geen problemen binnen het college, nu mevrouw j Taverne wethouder Is gewor- den? J Lems: „Nee, absoluut niet. t Toen vaststond dat zij wethou-j;' der zou worden, hebben we uit- voerig gesproken en voor ons was het allebei zonneklaar, dat j: de wijze waarop zij mij tege- - moet trad ook lag aan de politie ke verhoudingen, waarbij het CDA in de oppositie was. En het feit. dat zij fractievoorzitter was en meer een controlerende rol had. Nu heeft ze duidelijk een besturende en collegiale rol. De rolwisseling heeft noch haar noch mij enige problemen gege- ven". „Brieven aan de gemeente worden of nooit of pas na heel lang wachten beantwoord",: heeft de Stichting Samente-; vingsopbouw Schiedam-noord eens geschreven. PvdA'er Van der Veer heeft onlangs soortge-j lijke kritiek geuit. Lems; „Ik wil niet beweren; dat dat nooit zal voorkomen. Wc hebben vorig jaar een voort gangscontrole tot stand ge-, bracht. Onze afdeling interne;; 2a ken moet om de zoveel weker zeggendie en die heeft een briei gehad, die is in behandeling er waarom is dat er nog niet uit Dat geldt ook voor de collegele den. Bij die duizend brieven die we dagelijks ontvangen, gaaf het wei eens mis. Daarom heb ik zo graag een concreet geval. Nie? om iemand op rijn kop te geven maar om te zeggen: ons systeerr is kennelijk nog niet water dicht". - In uw eerste raadsvergade ring hebt u gezegd: „Schiedam mers hebben weinig aan schom woorden en brede beschouwin gen. Men vraagt oplussingen ei resultaten". Heeft u daarvoo gezorgd of is het bij schon woorden gebleven? Lems: „Ik heb'zelf het idee da er wel iets tot stand is gekomer maar ik heb er geen behoeft aan daar een overzicht van t. geven. Dat moeten anderen, me name college en raad, maa doen. Wat er tot stand is geko men, Is in een behoorlijk samen spel gebeurd. En we hebben he laas ook veel moeten nalatei door gebrek aan financiële mid delen en dergelijke".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1979 | | pagina 5