Mevrouw De Gier van de kinderpolitie
I
I
Mina
iilsStSii
/COOP
ffaféent
Uzêtf
HW-Bijlage Schiedam Extra pag. J
w.m
i
Tentoonstelling
Het stedelijk wordt inge
richt
iÜÜ^
Vanaf1940 wordt het voormalig Jacobsgasthuis als
Stedelijk Museum gebruikt.
Tot twee december een
■tentoonstelling van voor
werpen uit de eerste mu
seumverzameling.
Mevrouw De Gier
Het gevolg was een
enorme ravage. School
materialen zoals boeken
konden niet meer ge
bruikt worden. Gemeen
tewerken had een week,
nodig óm de boel op te
ruimen
In de Dr. Kuyperschool
gtngen jongeren vorig
jaar flink tekeer. Op de
eerste etage stopten zij de
wasbakken dicht met klei
en zetten vervolgens de
kranen open. De toiletten
verfden zij met oost-indi-
sche inkt
fö-
K..
Van onze verslaggeefster WIL-
MA VAN MEXEREN
I SCHIEDAM - „In 1899 begon
nen we met een verzameling
van de Schutterij. Majoor Vis-*
scher had een aantal wapens en"
uniformen. De raadsleden toen
tertijd zagen daar waarschijn
lijk wel iets in en hebben, toen'
met deze collectie als basis een
Stedelijk Museum opgericht".
Directeur Hans-Paalman ver
telt enthousiast hoe het Stede
lijk Museum ontstaan is, nu
tachtig jaar geleden. De Sint Jo-
risdoelen was het eerste onder
komen en pas in 1940 nam men
de rechtervleugel van het 'voor
malige Sint Jacobsgasthuis in
gebruik. Dit was te danken aan
de SDAP'er Dinkelaa'r die vond
dat het gasthuis behouden
moest blijven. „In ,1938 zag men
in dit gebouw een mooi project
voor werkloze bouwvakkers. Zij
moestén het restaureren. In die
tijd waren er al mensen die
eigenlijk liever hadden gezien
dat hier een paar mooie winkels,
gebouwd werden".
Het grootste verschil tussen
tachtig jaar geleden en nu vindt'
Paalman de grootte van de ver
zameling en de financiering. „In
het begin van het Stedelijk Mu
seum mochten er niet meer. dan
vijf mensen naar binnen. Het
museum was maar een paar da
gen open en liet alleen de elite
toé. Men moest zeer netjes ge
kleed gaan, anders mocht men
niet naar binnen. Ook het aan
koopbeleid is helemaal veran
derd. De oude heer Schwager-
mann die in 1926 tot custos be
noemd werd. mijn voorganger
dus, handelde zelf. in kunst en
antiek. Af en toe kocht hij iets
aan en verder kwamen er wel
eens schenkingen binnen. Te
genwoordig krijgen we subsidie
en daarvan kopen we moderne
kunstwerken.
Vanwege het tachtigjarig be
staan, heeft het Stedelijk een
tentoonstelling ingericht. De
eerste stukken van de museum-
verzameling zijn weer eens uit
de kelder gehaald en opnieuw te
bezichtigen. Bezoekers kunnen
onder meer hun hoofden even in
de galg met de zeven .ophangga-
ten steken. Verder zijn er ge
schriften over de rechtspraak
van vroeger, voorwerpen uit
destilleerden jen en foto's uit de
oude doos te bekijken. De ten
toonstelling wil laten zien welke
veranderingen het - Stedelijk
Museum in de loop van die tach
tig jaar heeft ondergaan.
Volgens Hans Paalman heeft
iedere conservator zijn stempel
op het museum gedrukt. „Onze,
overeenkomst is dat we alle
maal met beperkte middelen,
dingen moesten aankopen".
Hij is met het directeurschap
begonnen op 1 december 1962.
„Mijn stempel is dat ik aan de
wieg heb gestaan van de con
structivisten. Maar de tijden
zijn veranderd. Het is heel
moeilijk om met de 37.000 gulden
die we per jaar krijgen vooraan
te lopen bij nieuwe stromingen
in de kunst Kunstenaars zijn
tegenwoordig veel prijsbewus
ter. Met dat bedrag kan je geen
al te grote sprongen doen. Ik
moet ook wel eens iets histo
risch aankopen. Vorig jaar bij
voorbeeld heb ik op een veiling
een schilderijtje gekocht van het
binnenhof van het Proveniers
huis. Dat kostte heel wat geld".
Het Stedelijk Museum doet
daarom alleen nog aankopen in
vier richtingen van de moderne
kunst, de cobra-groep, het con
structivisme, abstract-expres-
sionisme en de nieuwe figuratie.
„Wij werken anders dan een
Boymans-Van Beuningen die
het geld heeft om een hele ver
zameling surrealisten aan te ko
pen. Voor ons is dat onbetaal
baar. En ook op video en filmge
bied kunnen wij ons moeilijk
bewegen omdat dat niet bij de
rest van de verzameling past. Ik
ben hier niet pessimistisch over.
maar ik weet dat het niet meer
zo zal zijn als vroeger".
In Schiedam moet volgens
Hans Paalman voor elk wat wils
te vinden zijn in het museum.
Daarom brengt hij volgend jaar
een tentoonstelling over buiten
landse werknemers. „Je past je
aan bij de bevolkingsgroepen in
Schiedam. Daar horen niet de
Griéken bij, maar wel Marok
kanen en Turken. Je probeert de
verschillen tussen hun culturen
duidelijk te maken en laat ook
zien hoe Nederlandse kunste
naars zich daardoor hebben la
ten beïnvloeden".
„Tegelijkertijd hebben we een
tentoonstelling over Sint Lidui-
na van Schiedam, Dat is leuk
voor de oudere Schiedammers.
Het gaat over de religie. De re
latie tussen deze tentoonstellin
gen is dat het allemaal te maken
heeft met beeldende kunst".
Het Stedelijk Museum pro
beert een brug te slaan tussen de
kunstenaar en het publiek en
zal dat ook blijven doen in de
toekomst.
„Het moet een ontmoetings
plaats zijn. Door middel van
schriftelijke toelichtingen op
exposities proberen wij de men
sen een handvat te geven, zodat
ze misschien anders er tegen
aan kijken. Ik vind het echter
.weinig zin hebben om mensen
met de haren erbij te slepen. We
brengen gevarieerde tentoon
stellingen om een zo breed mo
gelijk publiek te bereiken en be-'
geleiden de bezoekers indivi
dueel".
Het bezoek aan het museum is
in de loop van jaren wel toege
nomen. Per jaar komen onge
veer 43.000 bezoekers over de
drempel van het Stedelijk en
niet langer een elite zoals in het
begin van deze eeuw, maar jan
en alleman.
Bij COOP hebben de klanten
het samen te vertellen. En ver
der is er niemand aan wie
COOP rekening en verantwoor
ding hoeft af te leggen.
'Soms doen we meer
aan maa
werk dan aan opsporing
^0
(Van een onzer verslaggeefsters)
SCHIEDAM - Je redt het
niet met disco's. De jeugd heeft
- het materieel te goed. Dat .kan
ook tot uitspattingen leiden. Er
wordt vaak gezegd 'het is de
leeftijd', maar dat is een doekje
voor het bloeden". Mevrouw J.
C. de Gier, al drie jaar bij de af
deling Jeugdzaken van de. Kin
derpolitie in Schiedam, gelooft
dat verveling de grote boosdoe
ner is voor de jeugd.
In haar werk heeft zij veel te
maken met de leeftijdsgroep
van 13 tot 18 jaar. Zij gelooft dat
deze groep een beetje vergeten
wordt „Wij krijgen soms met
problemen te maken waar met
geen polsstok over heen te
springen'is. Onze tijd gaat te
genwoordig veel meer op aan
het begeleiden dan aan het op
sporen. Vroeger brachten we
weggelopen kinderen gewoon
terug bij hun ouders. Tegen
woordig voer je gesprekken met
de ouders en verwijs je ze soms
naar een adviesbureau. Je pro
beert kind en ouders weer bij
elkaar te brengen, maar je stuit
dan wel op heel veel moeilijkhe
den. De kinderen vinden dat zij
niet voldoende vrijheid krijgen,
beinvloed door de televisie en de
veelheid aan contacten buiten
het gezin. De ouders vinden dat
ze goede ouders zijn en kunnen
niet begrijpen dat ze ook wel
eens iets verkeerd doen".
Een belangrijk werkterrein
van de Kinderpolitie is de crimi
naliteit onder jeugdigen. Priori
teit ligt bij het opsporen van in-,
brekers, baldadigen, rellen-
schoppers, ruiteningooiers en
andere jonge overtreders van de
Nederlandse wet. Daarna komt
echter de begeleiding.
„Wij doen soms meer aan
maatschappelijk werk. Al'heb-
ben we dat nooit in onze oplei
ding gehad, we proberen zo goed
mogelijk te handelen op grond
van onze ervaring. Maatschap
pelijke problemen verwijzen we
wel zoveel mogelijk door, maar
wij moeten de noodverbanden
leggen bij deze jongens en meis
jes. Als we kinderen opgepakt
hebben, bellen we meestal de
ouders om hen op te komen ha
len op het bureau. Steeds meer
krijgen we echter te horen dat
ze niet thuis zijn omdat ze naar
de camping zijn gegaan.
Ik kan best begrijpen dat ze
niet meer met pa en moe mee-
wiilen. Ze hebben thuis hun
eigen vrienden. Maar'sommige
kinderen kunnen het niet goed
aan om altijd may zelf te mo
gen beslissen en ouders verlie
zen zo hun greep.
De kinderen lopen zich te ver
velen. Ik ken talloze voorbeel
den van jongens die op hun zes
tiende verjaardag een bromfiets
krijgen. Daar moet aan-gesleu-
Mi
A
-v.,,
MM
\rt,' 5'7 X\yr\ tv 'A', Mr
A jrf"\r 'V J.sts/ï, j '""/'S/ssAfs M*'''t
ï*NooSsSis
De laatste tijd roeren de
jongeren zich weer hevig in
Schiedam. Vorige week
maakten baldadige jongeren
de bewoners van de Aleida-
straat en omgeving behoorlijk
kwaad. Het vuurwerk knalde
in de straten en verkeersbor
den moesten het ontgelden.
Voortdurend zijn er berichten
over inbraken en vernielingen
door jeugdbendes. Het is één
van de gebieden waar de
Schiedamse kinderpolitie mee
te maken beeft. Maar niet al
leen bemoeit zij zich met
jeugdige wetsovertreders. Ze
moetook nog weglopers en
mishandelde kinderen opvan
gen. „Een boeiend vak, maar
soms lijkt het er wel op of ik
een maatschappelijk werkster
ben", zegt mevrouw De Gier
van de Schiedamse Kinderpo
litie.
teld worden. Er moet een nog
mooiere tank op. Ze zien ande
ren met een veel mooiere brom
fiets. Ze stelen er onderdelen
van af en monteren het op hun
eigen bromfiets. De schade aan
bromfietsen loopt per jaar in de
tienduizenden".
„Er zijn gevallen bekend dat
ze na een inbraak in een kantine
met z'n allen gezellig frikadel
len stonden te bakken. Of dat ze
grammofoonplaten uit een juke
box rechtstandig in het plafond
hadden gegooid".
Mevrouw De Gier vindt dat de
ouders veel meer hun verant
woordelijkheid tegenover hun
kinderen moeten beseffen. „Te
genwoordig kennen kinderen
geen discipline meer en gaan en
staan waar ze willen", vindt zij.
Zij gelooft dat als ouders hun
kroost veel meer in de gaten
zouden houden, er minder uit
spattingen bij de jeugd zouden
ontstaan. „Een kind moet weten
waar het aan toe is. Als ik vroe
ger iedere avond op pad zou zijn
geweest, was mijn moeder me
op de fiets achterna gegaan om
te kijken wat ik uitspookte.
Maar tegenwoordig zitten de
ouders voor de televisie en zijn
blij als ze de deur uit zijn".
Een heel andere tak waar de
Kinderpolitie zich mee bezig
houdt, is kindermishandeling.
Het opsporen hiervan is heel
moeilijk. Men is afhankelijk
van anderen die erop wijzen,
buren of familieleden. Ook hier
in wordt aan de Kinderpolitie
begeleiding gevraagd. Zij moe
ten niet alleen de mishandelde
kinderen opvangen maar ook
ouders, die uit onmacht vanwe
ge allerlei problemen geslagen
hebben. Mevrouw De Gier:
„Veel mensen reageren hun
eenzaamheid op de kinderen af.
Dit leidt niet eens altijd tot li
chamelijk verwondingen, maar
ook wel tot psychische verwon
dingen, die veel erger zijn.
Eén van de grootste pro
bleemgroepen bij kindermis
handeling zijn de buitenlandse
werknemers. Bij bepaalde groe
pen zijn lijfstraffen heel ge
woon. „Bij een zesjarig meisje
had de moeder een strijkijzer
tegen haar bovenarm gehouden.
Nu nog loopt er een proces tegen
de moeder, maar zij kan niet be
grijpen dat ze fout is geweest..
Omdat het meisje opdracht had
gekregen de was op te vouwen,
maar in plaats daarvan met een
vriendinnetje buiten was gaan
spelen, had ze die straf gekre
gen".
„Er is wel een hele grote groep
die het ziet, maar ze durven het
niet te zeggen. Maar het is be
langrijk dat het toch wordt ge
meld bij een vertrouwensarts of
de kinderpolitie. Men kan er
van verzekerd zijn dat men ano
niem bliift".
0>
SCHIEDAM - Er wordt in
onze samenleving bijzonder
veel werk verricht door vrij
willigers. Wat zouden aktie-
'groepen, politieke partijen,
jeugdwerk, bejaardenwerk,
sportverenigingen, vrouwen-,
café's enz. enz. zijn zonder in
zet van talloze - mensen, die
daarmee geen cent verdienen?
Gezien het belang voor onze
samenleving van deze werk
zaamheden is destijds door
het ministerie van CRM het
experiment met vrijwilligcrs-
centrales gestart. Doel hier
van was om „vraag en aanbod
op plaatselijk niveau syste
matisch op elkaar af te stem
men". Organisaties zouden
„vakatures" in het vrijwilli
gerswerk kunnen opgeven en
de centrale zou kunnen be
middelen naar vrijwilligers
toe. Daardoor zou o.a. onbe
kendheid met „vakatures"
weggenomen worden, waar
door een stimulering van het
vrijwilligerswerk zou kunnen
plaatsvinden. Eind 1972 gin
gen een tweetal experimenten
van start.
Ook in Schiedam is de op
richting van zo'n vrijwllli-
gerscentrale in diskuss ie
ls zo'n vrijwilligerscentrale
nu gewenst? Zelf kom ik na
afweging van mogelijke voor-
en nadelen tot een „ja, mits",
maar ik geef dat gaarne ter
diskussie.
Zonder volledig te zijn,
noem ik als mogelijke voorde
len:
O Vrijwilligers vervullen in
derdaad een belangrijke
funk tie in onze samenleving.
De waarde van werk (betaald
en onbetaald) moet naar mijn
mening oa. afgemeten wor
den aan de dienst, die het le
vert aan het functioneren van
de samenleving. Dan is inder
daad buiten kijf dat veel vrij
willigerswerk hoog scoort op
dit punt.
O Willen we de werkloosheid,
doeltreffend aanpakken, dan
moeten we o.a. naar een bete
re verdeling van de betaalde
arbeid (kortere werktijd, ver
vroegde pensionering e.d.). Er
komt dan dus meer vrije tijd
beschikbaar. Voor degenen,
die dat willen, ontstaan dan
meer mogelijkheden zich ak-
ticf in te zetten in het vrijwil
ligerswerk. In die zin kan sti
mulering van vrijwilligers
werk een bijdrage leveren
aan een eerlijke verdeling van
betaalde arbeid.
O Voor werklozen bestaat de
mogelijkheid tot (nieuwe)
ontplooiingsmogelijkheden,
zonder dat dit als doekje voor
het bloeden bedoeld is. Het is
geen zoethouderij. Bovendien
kan een gunstig cffekt daarbij
zijn, dat het doen van vrijwil
ligerswerk een doorslagge
vende reden kan zijn bij het
verkrijgen van een betaalde
baan. Daarom moet gestreefd
worden naar verruiming vart
mogelijkheden voor werklo
zen -om vrijwilligerswerk te
verrichten met behoud van
uitkering. Dit is dan ook een
zaak, die ik herhaaldelijk be
pleit heb en nog bepleit Het is
absurd om te zien aan welke
beperkingen werklozen soms
zijn blootgesteld.
O Vrijwilligerswerk kan, on
der bepaalde voorwaarden,
een bijdrage leveren aan de
vrouwenemancipatie. Veel
vrijwilligerswerk door vrou
wen sluit aan bij de „traditio
nele" vrouwenrol, nl. werk in
de verzorgende of administra
tieve sfeer. Relatief weinig
vervullen vrouwen leiding
gevende en organiserende
funkties. Het zou een doelstel
ling van de vrijwilligerscen
trale moeten zijn dit te door
breken. Ik zie echter ook mo
gelijke nadelen:
O Vrijwilligerswerk kan lei
den tot vermindering van be
taalde arbeidsplaatsen. Aller
eerst doordat het konkurre-
rend kan werken ten opzichte
van het bedrijfsleven. Bijv.
het doen van allerlei klusjes
waardoor schilders het brood
uit de mond gestoten wordt
Ook zou het kunnen zijn dat
gesubsidieerde plaatsen in het
welzijnswerk enz. in gevaar
komen. Vrijwilligerswerk
vormt dan een instrument in
een verkeerde bezuinigings-
politiek.
Dat is mede daarom zo'n ge
vaarlijke zaak omdat betaalde
arbeid in de toekomst meer en
meer in die sektoren gezocht
zal moeten worden (de zgn.
quartaire sektor - niet-kom-
merciële dienstensektor). Om
een voorbeeld te noemen: in
het verderfelijke Bestek '81
werd een inkrimping in de ge
zinszorg aangekondigd met
20N. Dat zou een teloorgaan
van 18.500 deeltijdbanen bete
kenen. Deeltijdbanen, die
vooral zo belangrijk zijn voor
vrouwen met een gezin. Het
zou ook een vermindering van
het dienstverlenend niveau
van de gezinszorg betekenen.
En wie vangt dat op? De vrij
willigster (let wel: ik gebruik
de vrouwelijke vorm). De
Vrouwenbond-NVV kan
schrijnende voorbeelden ver
tellen van zulk soort misbruik
van vrijwilligsterswcrk.
Daarom moet naar mijn
mening bij het opnemen van
„vakatures" in het vrijwilli
gerswerk, die vakatures ge
weerd worden, die of konkur-
rerend werken to.v. het be
drijfsleven of die gesubsi
dieerde plaatsen in gevaar
brengen. Hier moet zeer strin
gent op toegezien worden.
Dat leidt mij tot een speci
fiek punt: Voorkomen moet
worden dat door beroep op
medemenselijkheid de vrouw
belemmerd wordt in te treden
op de betaalde arbeidsmarkt,
en onvrijwillig in het vrij
willigerswerk komt.' Dat zou
het gevaar met zich brengen,
dat de vrouwenemancipatie
belemmerd wordt. Vrijwilli
gerswerk mag niet misbruikt
worden om de vrouw een ge
lijkwaardige positie op de be
taalde arbeidsmarkt te ont
houden. Dat is een reden te
meer om bovengestelde voor
waarde stringent te hanteren.
Gezien het door mij onder
schreven belang van vrijwil
ligerswerk zeg ik „ja" tegen
een vrijwilligerscentrale,
jnaar gezien de mogelijke na
delen, voeg ik er „mits" aan
toe. BU de behandeling van
eventuele voorstellen tot in
stelling van een vrijwilligers
centrale zal ik dat „mits" ze
ker inbrengen.
Herman Noordegraaf
N.B. - Dit stuk Is geschre
ven voordat de hoorzitting
over de vrijwilligerscentrale
op 22 oktober j.1. plaatsvond.
T