Faillissementskamer: lopende handwerk Vandaag met: Slibscherm in flarden Russisch graan: miljoenenverlit Jc durft er met niemand over te praten I m n m I :êmm In saaiE wordt niet gelachen wmm WW00Ê WMmmkïZ'mbM Immm m ift. m q Lopende bandwerk is het haast geworden, on eerbiedig gezegd. De faillissementskamer in het gerechtsgebouw aan de Rotterdamse Noordsingel krijgt steeds meer zaken te ver werken. Zo'n tachtig a negentig per zitting. De rechtbank is daarmee de rouwkamer van de crisis geworden, het eindpunt van elk be drijf dat niet meer uit de problemen komt. Dagelijks gaan er bedrijven tenonder. Meestal haalt dat de krantekolommen niet meer. Het is routine. Geen nieuws. Het mogen dan geen geruchtmakende zaken zijn met honderden ontslagen, het leed is er niet minder om. Ook is er schaamte, het gevoel gefaald te hebben. En het einde komt snel. Razendsnel. Als de knoop is doorgehakt is het faillissement binnen een paar weken uitgesproken. Het faillissement. Wat gebeurt er, wat komt er voor kijken en hoe wordt dat beleefd? Onze verslaggever Jan Booister bezocht iemand die het faillissement op zich af zag komen, keek in de faillissementswet en woonde een zitting van de faillissementskamer bij. ■vwm, &ÊÈÊÈÊËmïï.y r 'ij - IHSi!WÊÊMÊÊ r., j - ZATERDAG 19 DECEMBER 1982 De Faillisse ment-s wet; De -schulde naar die in den toestand verkeert dat hij heeft op gehouden te betalen. De faiilisse mentska mer, rouw kamer van de crisis. De rouw- kamer van de crisis «SCHAAMTEGEVOEL? Nee. nu niet meer. Ik weet dat ik aües gedaan heb wat binnen mijn ver mogen ligt. Maar op het moment zelf... ja. Je durft er eigenlijk met niemand over te praten, hè. Waarom niet? Tja.... ik weet het niet." Wc hebben afgesproken dat hij T. Spijkers zal heten in dit ver haal en directeur is geweest van een timmerbedrijf. Hij wil niet met naam en toenaam vertellen hoe hij het faillissement beleefd heeft. «Niet dat ik me daar nu voor schaam, maar het is niet prettig. Ik weet dat ik echt alles gedaan heb wat ik kon en toch wordt er dan later over je geroddeld. Leu gens verteld. En daar kan ik niet tegen. Nog niet. Dat zijn rot- ervaringen." Het timmerbedrijf was al meer dan vijftig Jaar een fami liebedrijf je. Het kende goede maar ook mindere tijden. Tot eind vorig jaar liep het zo. Toen kwam de klad er echt in. Waren januari en februari al tijd al de wat stillere maanden, nu begon dat In november al. En bet horstel, dat normaal in het voorjaar kwam, bleef nu uit. De bezuinigingen in de woning verbetering werkten door. Voor de vijf mensen ln de buitendienst en het ene personeelslid op kan toor was hoegenaamd geen werk meer. «Het was weieens meer stil," vertelt hij „Maar je intuitic ver telde je dan dat het wel weer aan zou trekken. Dat gevoel had ik nu niet." Het gevoel was juist. Het was «til en het bleef stil. Er was geen werk meer. „Je zag het aankanten." vertelt hij, naar buiten starend. „Dan komt het moment dat je een be slissing moet nemen." „Maar." klinkt het dan met een Hchte stemverheffing," ik heb de salarissen steeds betaald. En ge zorgd dat de kleine leveranciers hun geld kregen. Tot het laatste moment." Daar was een lange tijd van twijfels aan vooraf gegaan. Wel of niet doorgaan? He t risico ne men? Een bedrijfsadviseur werd om advies gevraagd. Maar nee, ook die zag er geen brood meer in. Een paar maanden geleden hakte hij de knoop door. Een ad vocaat moest voor hem het fail lissement maar aanvragen. „En dat tegen de mensen ver tellen. dat was het moeilijkste. Ik durfde dat ook niet alleen. Ik kon dat niet. Daarom is die bedrijfs adviseur erbij geweest." „Of ik het idee had dat ik ge faald had? Nee... toch niet. Ik weet dat ik hard gewerkt heb. Hoe moet ik dat zeggen... ik weet het niet." Dan gaat het snel. Ongeveer een week na het bezoek aan de advocaat komt de zaak voor bij de faillisscmcntsrechtbank. Een kwartiertje wachten op de gang. vijf minuten binnen en het is af gelopen. Definitief. „Dan valt er veel spanning van je af. Al die tijd daarvoor heb je toch hoop. Hoop dat er nog iets onverwachts gebeurt waai door het tij wordt gekeerd." alk ben blij dat d«* meeaten een andere baan hebben gevonden. Daar ben ik werkelijk blij om. Het zijn moeilijke maanden ge weest. Je schaamt jc. Achteraf bekeken was dat niet nodig, maar op het moment zelf Je barst van de zenuwen in zo'n si tuatie. Van alles sluit je je totaal af. Nee, ik heb ook nog niemand van de zaak opgezocht. Ik ben er v, Jpïa p. t i MÊtu, 'S'S' y' vsiW-XMM toch nog teveel mee bezig. En het is een familiebedrijfje ge weest, hè. Dat speelt ook. Nee, met de familie heb ik het er ook nog niet over gehad." En nu? Weer aan de si..g? Di recteur Spijkers: „Ik heb de zaak zo'n tien jaar geleid. Ik heb geen papieren. Alles in de zaak ge leerd. Nou, dan ben je ook nog 45, dus wie wil je dan nog? Binnen zitten? Nee. jc moet er uil. Dus ik ga maar drie keer per week naar het arbeidsbureau. ui ben ik weer even buiten." In zaal E van het gerechtsge bouw aan de Noordsingel te Rot terdam wordt op dinsdagmorgen niet gelachen. De laatste zonne stralen van het jaar mogen dan vrolijk door de grote ruiten naar binnen vallen, de zaken die er be handeld worden geven geen aan leiding voor een kwinkslag of De gang bi; zaal E; wachten ftp tie oprot p te verschijnen. Nog veel zaken worden daar op het laatste moment geregeld, zodat de aanvraag i art t en faillissement niet meer nodig is. een grap. Op dinsdagmorgen houdt de faiilissementskamer van de rechtbank er zitting. Zaal E is dan de rouwkamer van de crisis. De faiilissementskamer is het eindpunt voor elk bedrijf dat de rode cijfers niet buiten de boeken heeft kunnen houden, dat. juri disch gesproken, „heeft opgehou den te betalen". Op de gang waaraan zaal E grenst is het druk. De bankjes zijn bezet en vele moeten staan de wachten. Een deurwaarder, voorzien van de wettelijk voorge schreven oranje lint met penning om zijn hals roept de zaken af en de betrokkene kan voor de rech ter verschijnen. Vaak echter is te horen dat de betreffende zaak is ingetrokken- De faillissementsaanvraag i» dan als drukmiddel gebruikt. Met succes klaarblijkelijk. Dat klopt ook met de cijfers. De rechtbank behandelt dit jaar ongeveer vierduizend zaken. Maar in "slechts' een kwart daar van wordt het faillissement uit gesproken. „Er is betaald. De zaak kan worden ingetrokken," ia dan te horen. En daar waar dat wense lijk is wordt de behandeling en kele weken uitgesteld. Bijvoor beeld om de betrokkenen de gele genheid te geven alsnog de zaak te regelen. Of als Iemand ontken: schulden te hebben, wat ook ge beurt. De rechtbank krijgt niet alleen zaken van rijp tot groen onder ogen, maar ook van allerlei soort. Meestal verschijnen er de directeuren van vooral kleine BV's, die na een opsomming van schulden op d<- vraag of dat klopt antwoorden n Ja', Ook komt er de baas die zijn personeel niet of onvoldoende be taalt, die met allerlei regelingen voor gedeeltelijke betalingen probeert de zaak te rekken, zoals die dinsdagmorgen. De rechtbankpresident trapt er niet in. Hij rekent snel uit wat het betrokken personeelslid, dat het faillissement heeft aange vraagd, nog te goed heeft en pro beert de opgeroepene zover te krijgen alsnog het voile pond uit te keren. Ook de WAO-er die in het ver leden allerlei verplichtingen is aangegaan maar de schulden niet meer kan voldoen, ver schijnt er. Hij wordt persoonlijk failliet verklaard. Maar meestal betreft het hard werkende ikleine» ondernemers die buiten hun schuld in de pro blemen zijn geraakt en het tij niet hebben kunnen keren. Be drukt erkennen ze de schulden niet meer te kunnen betalen. Per soneel hebben ze meestal niet t meen in dienst. Ken enkele keer betreft het grotere zaken zoals met die fa brieksdirecteur die de lonen voor zijn honderd man personeel niet meer kan betalen omdat de bank geen kredieten meer geeft. Tc- neergcslagen verlaat hij na de uitspraak de rechtzaal, een diepe zucht slakend. Failliet gaan wordt vaak als een schande ervaren Dat blijkt als de rechtbankpresident zegt dat het faillissement moet wor den gepubliceerd en de betrokke ne vraagt of dat niet in een krant hoeft die in zijn woonplaats ver- Het is half een als de zaken van die week zijn afgedaan. Twee en een half uur lang zijn faillissement en surséances behandeld. Gemiddeld zijn dat er elke keer tachtig a negentig. De afdcin rsgriffie van de fall- llssementsk mer kan zich op de volgende week gaan voorberei den. „DE SCHULDENAAR, die in den toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard." Zo luidt de eerste zin van het eerste artikel van de Faillisse mentswet, een wet die in de vo rige eeuw is opgesteld door de hoogleraar handelsrecht Mo lengraaf!. In 1893 werd de wet aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. Steeds vaker moeten juris ten naar die wet grijpen. Want het aantal faillissementen en. surseances (uitstel! van beta ling stijgt als een lift in de hoogste versnelling. Een faillissement kan wor den aangevraagd door de be trokkene of door anderen. Meestal zijn het de crediteuren die naar de rechtbank stappen. De wet schrijft voor dat et meer dan één schuldeiser moet zijn. In theorie kan iedereen die geld tegoed heeft schuldei ser zijn. AI is het maar, bij wij ze van spreken, voor een paar dubbeltjes. Maar dat laatste komt natuurlijk nooit voor. Degene die het faillissement aanvraagt is degene van de hoofdvordering. De overige crediteuren zorgen voor wat juridisch heet de steunvorde- ringen. Mc stal zijn crediteuren bant "n. leveranciers en derge lijke. Ook de fiscus en de be drijfsverenigingen willen nog weieens crediteur zijn. Hebben de crediteuren zich gemeld bij de rechtbank en is de zitting voorbereid dan moet. zo meldt de wet, tijdens de behandeling van de zaak door de faiilissementskamer „summier" worden aange toond dat er een „toestand is van te hebben opgehouden te betalen". De rechtbank spreekt dan het faillissement uit en de „failliet" of „gefailleerde", zoals het jargon luidt, heeft in dien hij ter zitting aanwezig was een week de tijd voor ho ger beroep en bij niét verschij ning twee weken voor verzet. Bij een faillissement wordt beslag gelegd op het hele ver mogen. Dat wordt verdeeld over alle crediteuren, ln elk faillissement wordt daarvoor een curator be noemd. Degene die failliet is gegaan mag dan vermogens rechtelijk niets doen. Met an dere woorden, hij mag bijvoor beeld wei trouwen maar niet op eigen houtje een diner ge ven Over dat laatste beschikt de curator. En die is er in de eerste plaats voor de crediteu ren- De curatoren moeten zorgen dat de achtergebleven boedel zo veel mogelijk geld in het laatje brengt. Tegenwoordig houden zij ook, al staat ner gens in de Faillissementswet dat dat moet. rekening met de werkgelegenheid. Na een faillissement blijft de „gefailleerde" aansprakelijk voor de niet betaalde schulden. Gaat een bv failliet dan wordt ze ontbonden en ver dwijnt van het toneel. De Faillissementswet biedt ook nog de mogelijkheid van surséance (uitstel! van beta ling. Die toestand gaat vaak aaneen faillissement vooraf. Een surséance kan met een regeling eindigen voor de beta ling van de schulden. Daar moeten de crediteuren dan over stemmen. Als een meer derheid van tweederde daar mee akkoord gaat geldt de re geling voor die crediteuren. pat k?):ut Qj<-« vaak voor. Tachtig a negentig per cent van de surséances eindigt met een faillissement. Bij zo'n uitstel van betaling wordt een bewindvoerder aan- gewezen door de rechtbank. Die bewindvoerder kan alleen zaken doen met de „gesur- sceerde". Omgekeerd geldt dat ook.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1982 | | pagina 1