neemt verder toe iMM 'Ik ga 's mor gens met angst in mijn donder de trap af Hijgersdreigers dieven, grappenmakers. Vandaag met: Ex-wethouder schrijft fbestsellerr over vlas Stukgoed m mm wmm li llillit WÉmm, !W l§§; X ers branden Geheim nummer Zwarte lijst Van onze verslaggever HERMAN MOSCOVITER Zijn vrouw helpt klanten in de winkel. Ger Laverman en ik zitten achter, in een soort opkamertje. We staren paar de telefoon, die op een tafeltje staat. „Als hij over gaat moet u hem maar nemen," zegt hij, „want ik kan het niet. Dan kunt u het zelf horen." fWPtPÉ K fe"-1 x m- ri - 'X: %y>, .-?*» s '""■vV ROTTERDAM Het pesten per telefoon neemt toe. Steeds vaker krijgt de telefoondienst klachten over hijgers, zwijgers en vuilpraters. Alleen al in het district Rotterdam, dat het ge bied Gouda-Schiedam-Zuidhol- landse Eilanden bestiert, werden het afgelopen jaar 6250 gevallen van pesterij geregistreerd. Dit is tien percent meer dan het jaar ervoor. Twee mensen in het district hebben een dagtaak aan het te woord staan van de geplaagde abonnees en van zoeken naar op lossingen. A. L. Hollemans, hoofd commerciële zaken van de Tele foondienst in Rotterdam: „Het is een groeiend probleem. Het aan tal officiële meldingen neemt toe. Daa-naast zijn er ook men sen die un grieven bij deze en gene PI T'er neerleggen: daar horen we u nooit iets over. Dte 6250 mensen ko. - en met een dui delijk verhaal, en aie willen wij ook hulp bieden." De PTT vraagt zich vaak af hoe het komt dat het aantal se rieuze klachten over zogenoemde pesters nog steeds toeneemt. „In de eerste plaats." zegt Holle mans, „kunje gevoeglijk aanne men dat er steeds meer mensen misbruik maken van de telefoon. Daarnaast klagen er ook steeds vaker abonnees wie het over komt. Er is meer bekendheid. Gaan die mensen naar een so ciaal raadsman of een hulpverle ner. dan verwijzen die ze naar ons door." In feite behandelt de Telefoon dienst de klachten alleen maar in technische zin. Men is niet be reid op de inhoud van.de klach ten in te gaan, omdat de PTT dan haar vingers zou kunne i branden. De inhoud van de 'ge- H1 r_ aan sprekken' door hijgers, zwijgers en vuilpraters is een zaak van de mensen zelf, zegt Hollemans. Bij de Centrale Directie in Den Haag gelooft men dat de Tele foondienst geen poot heeft om op te staan, wanneer men juridisch de zaak zou willen aanpakken. De pesters (het officile PTT- eufemsme is 'piagers') bellen bij na altijd anoniem. Doen ze dat niet, dan kunnen ze botweg ont kennen. Getuigen zijn er immers niet. Als ze met anoniem bellen en bekennen te treiteren of gore opmerkingen te maken zijn ze niet strafbaar. De Telefoondienst kan tn feite maar een maatregel nemen. In het alleruiterste geval blokkeert men de telefoon. Dit is de vak term voor het afsluiten van de telefoon van oen gerenommeerde pester of hijger. Hollemans: „Meestal raden we de geplaagden eerst aan om de zaak rustig te bezien. Wanneer de klacht aanhoudt en er geen oplossing is adviseren we een nieuw telefoonnummer, dat uiteraard niet in de telefoongids voorkomt. Zo'n geheim nummer is afdoende. Gemiddeld staat er vier weken voor om het te krij gen." „Zijn de klachten van zeer ern stige aard. dan hebben we de mo gelijkheid om speciale appara tuur op het toestel van de ge plaagde tc zetten. Zo kunnen we de herkomst van de plager na gaan. Wanneer we hem of haar kennen, nemen wc contact op en vragen we vriendelijk te stoppen op straffe van afsluiting. Geeft de plager er geen gehoor aan. dan gaan we in laatste instantie daar daadwerkelijk toe over." De PTT is hier met snel mee. Alibi: „Het gaat immers om een abonnee." Wie zich beroept op het pure misbruik van het me dium krijgt te horen: „Vaak gaat het na enige tijd wel over." Voordat hij "in zaken* ging "de winkelruimte meet hooguit 'vier bij vijf was hij boekhou der bij een klein bedrijfje. Toen •dat werd opgeheven stelde een lening hem in staat voor zichzelf te beginnen. Hij doet in speel goed. schriften, schrijfartikelen, ansichtkaarten, kalenders, agen da's, typemachines, kantoorbeno digdheden... Laverman zucht, kijkt naar 'het grijze toestel op het tafeltje en krabbelt aan zijn stoppels. „Ik had me wel eens mogen scheren voordat u kwam,"' mompelt hij. Een week of drie geleden be gon het. De telefoon zoemde. Ha, weer een klant, dacht hij. - Hij werd snel uit de droom ge holpen. „Je kent me wel en je kent me niet,"zei de stem aan de andere kant van de lijn. „Maar weet wel dat je de politie er bui- fen laat. Of niet, want die doet me toch niets." Laverman verbrak de verbin ding. Meteen daarna zoemde het apparaat weer. „Laat maar gaan," zei hij tegen zijn vrouw. Ze hielpen de klanten weer. De telefoon bleef zoemen. Ger: „Ik durfde hem niet meer aan te ne- men.Na een minuut of tien stopte het Ik vertelde mijn vrouw wat er gebeurd was. Ze vond dat ik het goed had aangepakt. Tegen etenstijd werden we weer gebeld. ,Jjaat mij hem maar nemen,"zei rik. De stem herkende ik meteen. ,J)at was knap lullig, Ger,"zei hij. „Je gaat nu niet neerleggen, maar luisteren, want anders gaat er eert steen door de ruit van je winkel ."Ik antwoordde zoiets van „Mij bedreig je niet" en legde neer. Ik verwachtte dat hij opnieuw zou bellen, maar dat gebeurde niet. Twee dagen later kom ik in de zaak... Het had al licht moeten zijn, maar in de winkel leek het nog donker. Ik naar buiten en zie dat de hele ruit, de pui en het kozijn onder de blauwe verf zit ten. Ik ging naar de politie. „Nee meneer, aan zulke klachten kun nen we niets doen," zei de agent. Ik sprong bijna uit m"n vel. „Waar ben je dan voor, stuk on benul," schreeuwde ik. Uiteinde lijk heeft hij het opgeschreven. Procesverbaal. „Dat gaat de prullemand in," zei mijn vrouw. We hebben een dag lang ge krabd. Toen het eraf was ging de telefoon roeteen op het mo ment dat we naar binnen gingen, dat maakte het extra bedrei gend. ,J)e volgende keer is het echt een steenf'zei hij. Dat was alles. Ik belde de politie. Ze be loofden dat ze die nacht een keertje extra langs zouden ko men. Ik hoorde die nacht een paar keer de telefoon, maar ik nam niet op." Een week later ging de winkel ruit aan diggelen. „Kreeg ik een nieuwe van de verzekering zon der verfsporen," grapt Laver man bitter. Die middag belde de onbeken de weer. ,J)it moet toch niet te vaak gebeuren," zei hij» en pau zeerde vervolgens veelbeteke nend. „Zo gaat je handel hele maal naar de knoppen. Ger. Eigen schuld, dikke bult, had je maar niet zo raar moeten reage ren. Let op je auto, Ger." Laverman: „Ik nam die stem op de band op. Mijn vrouw luis terde, ik luisterde, maar nee onherkenbaar. En wat bedoelde hij met 'raar reageren'? Ik ging weer naar de politie, met het bandje. Ze geloofden me nauwe lijks. Grappenmakers heb je overal, zeiden ze." De opbellerij begon Ger en zijn vrouw Alie steeds meer op hun zenuwen te werken. Ze kregen last van slapeloosheid, werden bang voor het zoemen van de te lefoon, maakten ruzie om niets. Een volgend telefoontje van de onbekende bracht plots duidelijk heid. „Er komen straks drie klanten,"kondigde hij aan, „twee jongens met een snor en een hele grote, zo'n beer, weetjewei. Hij heeft een litteken van een mes steek op zijn linkerwang, dus je herkent hem zo. Ze vragen je vriendelijk of je wilt verhuizen, en dan zeg je ja. Over de prijs ■worden we het dan wel eens, Ger." Laverman: .Toen begreep ik het ineens. Hij wou dat ik hier wegging, omdat hij het huis wou hebben, voor God-weet-wat. Een sexwinkel, een club, een horeca- tent, een hoerenkast - wie zal het zeggen. Ik ben weer naar de politie gegaan. Ze komen inder daad 's avonds regelmatig langs met de surveillancewagen, maar dat lost in feite niets op. Ik heb dit in drie jaar tijd opgebouwd, en dat betekent iets voor me. Sinds kort heb ik een geheim nummer, maar iedere keer dat de telefoon gaat komt er voor mij een schip met zure appelen langs. Als ik 's morgens opsta ga ik met de angst in mijn donder de trap af. Ik ga hier kapot aan." Het geval Laverman staat al lerminst op zichzelf. Dagelijks worden duizenden in Nederland vergast op telefoontjes van hij gers, bedreigers en treiteraars. Het aantal geregistreerde klach ten per jaar is opgeiopen tot 20.000. Het gros van de anonieme opbellers blijkt te moeten wor den gezocht in de directe omge ving van degenen die aan de te- lefoonterreur worden onderwor pen: (ex-)famiiielcden, kennis sen, buren. De Telefoondiensten vinden dat het uitpluizen vn dit soort af faires een oneigenlijke taak voor de PTT is en in feite thuis hoort bij de politie. De PTT beheert echter het technisch apparaat en beschikt over middelen om ano nieme bellers op het spoor te ko men. De politie kan slechts regis treren wie er met een klacht komt. „In de meeste gevallen." zo wordt bij beide instanties ge zegd, „houdt het na enige tijd weer op." Bij de Telefoondienst van de ïTT wordt een aantal pa tronen onderschieden die bij de telefoon-terreur steeds weer terugkeren: Vrouwena.au wie wordt ge vraagd zich eens beschik baar te stellen. In het eerste stadium gebeurt dat nog in nette of bedekte termen, la ter duidelijker. De opbeller bezigt dan bijvoorbeeld het daadkrachtige woord "neu- ken"ot annonceert dat hij er "eentje van 35 centimeter"- bezit. Mannen en vrouwen die bezig ztjn te scheidenen el kaar per telefoon het leven zuur maken. Bedreigen van de kinderen niet uitgesloten. Dieven die telefonisch on derzoeken of Iemand thuis is. Bekend en schrijnend voorbeeld uit Rotterdam: de invalide mevrouw M. v.d. Berg (75) werd telefonisch verzocht direct naar een zie kenhuis te komen, omdat haar nichtje op sterven lag. Het nichtje bleek in het zie kenhuis bij niemand bekend; toen de invalide vrouw thuis kwam was haar huis leegge roofd. Bedreigers, die mensen on der druk zetten om aan gel delijk of ander materiaal ge win te komen. Grappenmaker sdie bij voorbeeld een ferme bestel ling plaatsen bij een slager en het gevraagde laten be zorgen bij een vegetarier. Voor de mensen die onderwor pen zijn geweest aan telefoonter- reur is dat een schrale troost. Zij houden er vaak een levenslange angst voor zoemende telefoons aan over, soms ook een geheim nummer. Maar meestal beide. Slechts in een paar percent van de gevallen (en daarbij gaat *t slechts om de aangemelde!) blokkeert de Telefoondienst het toeste' Die mensen komen dan als het ware op een zwarte lijst. De afsluitingen gebeuren alleen met goedvinden van de directeur van het district. Deze kan dit doen op grond van het regle ment. dat bepaalt dat "indien de directeur hinder constateert, hij passende maatregelen kan ne men'. Hoewel het aantal treiteraars per telefoon de laatste jaren fiink is toegenomen gelooft men niet "dat het goed is van een plaag te spreken". Wel merkt men dat steeds meer mensen kiezen voor een zogenoemd "geheim" num mer. Sinds een maand of drie is het in Nederland mogelijk buiten het telefoonboek te blijven, maar wel bij 003 bekend te zijn» Die moge lijkheid is geopend op voor spraak van de Consumenten bond.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1983 | | pagina 1