/O Verwijten,S mae van n WmÊÊi Geen kans Wie ten overstaan van plaatselijke politici in Maassluis het woord I "zandaffaire" laat vallen merkt dat de conversatie daardoor plotseling uiter- mate stroef wordt. Ook al kun je in het rustige dorp je aan de Waterweg beter niet beginnen over Jo Steegwijk, de nu 45-jarige Sliedrechtenaar die in de openbaarheid bracht hoe ten tijden van die zandaf faire topambtenaren van de dienst gemeentewerken en de firma waarbij hij in dienst was, het Maassluise aannemersbedrijf De Ja ger Klein, elkaar de bal toespeelden. De aannemers wisten de gemeenteraad kapitalen uit de zak te kloppen door geld te vragen voor hoe veelheden zand die slechts op papier reusachtig groot waren. Hun geknoei werd niet onmiddellijk zicht baar, want de zaak speel de zich af toen de grote bouwexplosie van de jaren '60 en '70 nog niet uitgeda- verd was. Waar veel ge bouwd werd was veel zand nodig, en dus lette aanvan kelijk niemand erop of dat zand ook werkelijk gele verd werd. «MMp Handjeklap Miljoenenverlles Van onze verslaggever BEREND SCHILDER MAASSLUIS/SLIEDRECHT Jo Steegwijk is een ge broken man. Op een bankstel, een fauteuil, een tafeltje en een paar stoelen na is zijn huis in Siiedrecht trooste loos leeg. „Dit heb ik te danken aan dat Maassluise onge dierte," mompeit hij mismoedig in zijn bijna onver staanbare Sliedrechtse tongval. „Die klootzakken zitten veilig op het droge... Van de rechter hebben ze een boete gekregen van een paar duizend gulden voor de miljoe nen die ze achterover hebben gedrukt. En nu lachen die schoften zich een ongeluk om mij. Kijk die Steegwijk nou es zitten...." Het geld dat zij zo op streken stopten de aanne mers bij wijze van tegen prestatie onder meer in het opknappen van wonin gen van topambtenaren en vriendjes van die ambte naren. Niets was te gek de zandaffaire was er zelfs goed voor om een deel van de bouw van het nieuwe stadhuis te financieren. Je moest wel Dumplij st De bom barstte toen Steegwijk in 1977 naar de politie stapte. Hij werd di rect ontslagen. Er rolden koppen waaronder die van Steegwijks baas, de aannemer Cees Klein. Het kwam tot een rechtzaak, waarbij de ambtenaren er met een kleine boete vanaf kwamen. Tot een ambtelij ke berisping kwam het échter niet. En Steegwijk zit nog steeds met de ge bakken peren... van tervolgd door herinneringen. Hoe ik telefonisch ben bedreigd. Hoe ik door Harm Kramer, die toen nog gemeentesecretaris van Maassluis was, voor rotte vis ben uitgescholden. Ja, hij zou me helpen. Hij zou wat geld voor mij lospeuteren bij de Sociale Dienst van Siiedrecht. Toen ik er na een paar weken naar vroeg kwakte hij de hoorn op de haak. Is het niet schandalig? Maassluis maakt mij kapot en die Kramer wilde er de Sliedrechtse Sociale Dienst voor laten opdraaien. Wat een gluiperds zijn het toch, hè?" Zijn vrouw woont nu in een flat. Jo Steegwijk is terug in zijn oude, lege huis berooid en gede primeerd. "Vorig jaar kwam die leegte op me af. Ik dacht aan veel din gen. Ook aan een schadevergoe ding. Dertig mille wil ik hebben. Het is maar een schijntje van wat Maassluis verloren zou heb ben als ik mijn mond niet had open gedaan. Ja toch?" Mr. W.C. van den Brink, de ad vocaat van het college van Bur gemeester en Wethouders, schreef 10 december 1982 aan Steegwijk dat hij geen cent hoef de te verwachten. Maar hoe zit het dan met de belofte van wet houder Isaac van der Knaap dat Jo Steegwijk een tegemoetko ming zou ontvangen? Daarover schrijft de raadsman: "Er is niets beloofd. Wel is gesproken over hulp van de Sociale Dienst in Siiedrecht". Dat laatste heeft dus weinig uitgehaald. In zijn brief verzuimde mr. Van den Brink - uit vergeetach tigheid? - te vermelden dat Steegwijk tegen de gemeentelij ke weigering binnen 30 dagen be zwaar kon aantekenen bij een speciale commissie van raadsle den. De Sliedrechtenaar zelf kwam er te laat achter, waar door de termijn verstreken was toen zijn protest ten gemeente huize arriveerde. "Wist ik veel? Een advocaat hoort je daar toch op te wijzen?" blikt Steegwijk verongelijkt terug. Hoewel het te laat binnengeko men was nam de commissie Steegwijks bezwaarschrift toch in behandeling, maar de conclu sie was zoals verwacht mocht worden: meneer klopt aan bij het verkeerde adres. A. Korthout, de secretaris van de commissie, verwoordt het zo: "Maassluis heeft Steegwijk in wezen geen enkele schade berokkend. Juri disch gezien maakt hij geen en kele kans, ook niet als hij naar de burgerlijke rechter stapt." Een ander commissielid, mr. R. Veenhoven, ziet dat anders. Veenhoven heeft Steegwijk inge fluisterd dat hij er wél baat bij kan hebben om de rechter in te schakelen. Maar is het niet een beetje hard om iemand die Maasluis heeft behoed voor veel financieel onheil en daardoor zelf aan lager wal is geraakt verder in de kou te laten staan? "Ach," zegt Kort hout, "wij moeten ons niet inla ten met menselijke aspecten. Hij heeft Maassluis inderdaad een goede dienst bewezen. Maar als we hem een vergoeding geven is het hek van de dam. Dan komen er hordes mensen naar ons toe, die Maassluis óók wel eens een dienst hebben bewezen. Nee, wij moeten zakelijk blijven." WETHOU DER VAN DER KNAAP ...tegemoet koming toe gezegd... gevergd dat een echtscheiding niet te voorkomen is. Jo trekt bij familie in. De drie kinderen blij ven bij zijn vrouw. In Maassluis gaat intussen het gerucht dat het wegens gebrek aan bewijs niet tot een proces te gen de hoofdrolspelers zal kun nen komen. De gemeenteraad is zo bang voor pottekijkers dat op een avond niet slechts de publie ke tribune wordt ontruimd, doch tevens bodes en serveersters de toegang tot de raadszaal wordt ontzegd. Er moet in het geheim vergaderd worden... Hoe moet Maassluis z'n miljoenen terug krijgen als het niet tot een recht zaak komt? Er wordt besloten tot dading een vorm van handjeklap. De Jager en Klein, het aannemers bedrijf, staat op het punt om fail liet te gaan; Maassluis kan dus niet meer volledig schadeloos worden gesteld. De firma heeft van de gemeente nog 1,4 miljoen gulden tegoed voor bouwwerk zaamheden in de Steendijkpol- der. Geopperd wordt van dat be drag 1 miljoen af te trekken. Maassluis ziet dan tenminste nog iets terug van z'n miljoenen. De aannemers gaan akkoord en leggen daarmee in feite een soort schuldbekentenis af. De of ficier van Justitie die de zaak in behandeling heeft voelt zich he vig in de wielen gereden. "Weet je hoe de Officier van Justitie van die transactie wist?" vat Steeg-;,vijk de draad weer op. "Van mij. Ik werd na die dolle raadsvergadering thuis opgebeld door een anonieme tipgever. Ik was woest toen ik het hoorde. Weer zo'n ordinaire schoften- streek van dat stelletje zakken- wassers. Ook die dading heb ik dus gelijk wereldkundig ge maakt. Het kon me allemaal niets meer schelen... Ik was door het dolle heen!" De volgende twee jaren blijft Steegwijk op de achtergrond. Er zijn wonden tc likken, en hij moet weer een baantje zien te vinden. Op een gegeven moment kan hij aan de slag bij een aan nemer in Maassluis. Hij wordt gesignaleerd door een opzichter van de gemeente en krijgt twee dagen later te horen dat hij kan ophoepelen. Steegwijk is opnieuw veroordeeld tot de W.W. Zijn vrouw wil niet langer in het huis wonen. "Zij werd er ach- wijk kreeg een neef van Klein bo ven zich ("Een regenwurm die nauwelijks tot tien kon tellen"). Klein rekende erop dat zijn neef de Slicdrechter wel zou weten weg tc pesten. Steegwijk voelde zich be dreigd. Maar hij had een gevaar lijk wapen om mee terug te slaan: zijn kennis omtrent de zandaffaire. Hij spoorde Klein in een brief aan hem met rust te laten en liet dit verzoek verge zeld gaan van het dreigement dat bij de politie en de kranten zou inlichten over de zandaffaire als het getreiter niet ophield. „Dat zouden de heren met al hun miljoenen toch gemakkelijk kunnen betalen," zegt Steegwijk nu. De beschuldiging dat hij het zoontje van Cees Klein zou heb ben willen ontvoeren wijst Steeg wijk pertinent van de hand. „Sommige journalisten maakten toen geen onderscheid tussen fei ten en roddels," zegt hij ingeto gen. De brief was gericht aan Cees Klein, maar hij gaf hem eerst in een open envelop aan een amb tenaar van Gemeentewerken. Deze las hem stiekem en gaf de boodschap verschrikt door aan de aannemer. Bij De Jager en Klein en bij Gemeentewerken brak lichte paniek uit. Cees Klein stelde de ambtenaren gerust. Hij gokte er op dat hij Steegwijk kon ontslaan zonder dat deze zijn dreigement zou uitvoeren. Steeg wijk vloog dc laan uit wegens chantage. Maar de Sliedrechten aar klapte wel uit de school. De politie nam met verbazing ken nis van dc zaken. Korte tijd later doken ook de kranten in de zaak. Dat gebeurde in 1977. Toen hij eenmaal thuis duimen zat te draaien realiseerde Steeg wijk zich dat hij weliswaar Maassluis had behoed voor nog meer miljoenenverlies, maar dat hem dat niet in dank werd afge nomen. Ook niet door de verant woordelijke stadsbestuurders, die van geen zandaffaire wisten en zich nu plotseling moesten verantwoorden ten overstaan van de politie, de rechter en las tige journalisten. „Het is me op gevallen dat ze in Maassluis een diep gewortelde haat tegen kran ten hebben," zegt Steegwijk nu. Terwijl de verantwoordelijke politici op uiterst knullige wijze hun zaakjes verdedigden zat Steegwijk thuis in spanning. Hij werd uiteindelijk gezuiverd van alle blaam ook van de ver meende poging Cees Klein te chanteren. Op dit punt in de geschiedenis blijkt écn gevolg voor Steegwijks privéieven niet meer af te wen den. De gebeurtenissen hebben van mevrouw Steegwijk zoveel Jo Steegwijk, de Sliedrechten aar die de Maassluise zandaffai re aan het rollen bracht en de gemeente Maassluis daardoor wellicht een strop van vele mil joenen heeft bespaard, hoeft er niet op te rekenen dat hij van de Eerste Stad Aan de Waterweg ook maar één cent zal zien. Hij heeft gevraagd om een schadevergoeding van ƒ30.000 15 mille omdat zijn privéieven zwaar onder de zaak te lijden heeft gehad, en nog eens 15 mille omdat hij vijf jaar lang noodged wongen van een WW-uitkering heeft moeten zien te bestaan. „En dat is maar een schijntje als je het vergelijkt met de bedra- gen die in de zakken van die Maassluise schaamluizen zijn verdwenen," zegt hij verbeten. Steegwijk werd in 1961 assis tent-uitvoerder bij het Maasslui se aanremersbedrijf De Jager en Klein. Vijf jaar later was hij op geklommen tot uitvoerder. Het was dc periode van de grote uit breiding. Maassluis-West en de van woonerven vergeven wijk Steendijkpolder werden uit de grond gestampt. Het was een tijd waarin burgemeester W. J. D. van Dijck met het grootste ge mak in een verordening kon la ten opnemen dat buiten voor zijn woning geen was aan de lijn mocht hangen. De gemeenteraad slikte zulke dingen. Het klimaat vroeg ais het ware om een reeks misstappen van het stadsbe stuur- „Als Maassluis in dc jaren werkelijk zoveel zand had gekre gen als werd voorgewend," zegt Steegwijk, „lag het hele West- land nu onder een tien meter dik ke laag." Hij wist er van toen het gebeurde. „Natuurlijk," zegt hij. „En ik deed mee. Je moest er gens wel." Rekeningen gaven aan dat zandschepen Maassluis binnen voeren met 4000 ton zand aan boord. In werkelijkheid konden de schepen per stuk niet meer dan 2000 ton zand vervoeren. Er werd van alles met de zandgelden gedaan. Toen bij voorbeeld in '73 de oliecrisis dreigde brak er paniek uit bij Gemeentewerken. Als er geen benzine meer zou zijn, zou een bouwstop het onvermijdelijke ge volg zijn. Onder het mom van 'le vering zand' werden daarom twee gigantische benzine- en gastanks op het terrein van Ge meentewerken ingegraven. De toch al niet zo kritische gemeen teraad gaf zonder het te beseffen geld om van Maassluis een su- perhamsteraar te maken. Maar het ging fout. De spannin- fen tussen Jo Steegwijk en zijn aas Cees Kiein liepen zo hoog op dat Klein zijn ondergeschikte op de "dumplijst" zette. Steeg-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1983 | | pagina 1