J. J. SITSKOORN Op 23 Maart 1938 was J. J. Sits- koorn 40 jaar als Bankwerker bij „Wilton-Fijenoord" werkzaam. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur. Met aandacht heb ik Uw artikelen in de Fabrieksbode gelezen. Mij trof vooral Uw belangstelling voor de vei ligheid. Het deed mij denken aan een der groote metaalfabrieken in Amerika, waar in elke afdeeling een groot bord geplaatst was, met het opschrift: Vei ligheid eerst! Het is zeer juist, dat er bij ons ar beiders nog wel het een en ander aan het verantwoordelijksgevoel ontbreekt. Wanneer wij stelling planken ge bruiken, neem daarvoor dan alleen planken, die op deugdelijkheid getoetst zijn. Haal geen stellingtouw of staal- draadje van een hangende stelling; al kan je er zoo gemakkelijk een stropje van maken om iets aan op te laten halen, want hierdoor kan jezelf en een ander een grooten strop hebben. Haal geen brandende lampen uit tanks of ruimen, ook al denk je, dat er niemand in werkt. Trek ook geen contactstoppen uit een bord om gauw de stop van je eigen lamp er in te steken. Denk bij het sturen van een hijsch niet alleen aan de last, maar ook aan Uw handen. Het komt veelvoudig voor, dat ie mand een hijsch hout of ijzer of iets dergelijks met de kraan uit een ruim of tank moet halen. De man, die boven staat kijkt uit of de hijsch vrij loopt. Dreigt nu zoo'n hijsch knijp te loopen dan is de natuurlijke reactie, dat hij den staaldraad beetpakt, en zoo doende tracht alles vrij te laten loopen. Hij denkt dan alleen aan den hijsch en ziet niet, dat het blok naar boven komt, omdat dit zooveel hooger zit en hij komt er met zijn vingers of heele hand tusschen. Er zijn natuurlijk in zoo'n groot be drijf vele mogelijkheden om ongelukken te krijgen, maar wanneer ieder ook een beetje om zijn buurman wil denken kunnen de ongevallen toch wel flink verminderen. Het is altijd toch beter voorkomen dan genezen. Het is alles oud nieuws, zult U zeg gen; toch kan het zijn nut hebben als het nog eens door onszelf gezegd wordt. Henk. H. L. v. Oijen. VAKOPLEIDING VOOR JEUGDIGE PERSONEN. Op welken leeftijd moet de jongen nu eigenlijk een keus doen; welk be roep zal hij gaan beoefenen? Het mooi ste is op 12 a 13-jarigen leeftijd. Deze keus is voor velen uiterst moeilijk. Voor sommigen is het niet mogelijk om tot een keuze te komen. De ouders doen in zulke gevallen zeer verstandig zich te wenden tot een bureau voor beroeps keuze, waar men waardevolle adviezen krijgt. Den jongen wordt het beroep opgegeven, waarvoor hij het meest ge schikt is. Deze geschiktheid hangt ook af van de lichamelijke gesteldheid van den jongen. Zoo zal men een tenger zwak jochie geen ketelmaker laten worden. Onvolwaardigen, bijv. doof stommen, kunnen heel goed en zonder eenig bezwaar meubelmaker worden, hetgeen in ons bedrijf ook reeds is ge schied. Deze jongens zijn er volkomen op hun plaats en behoeven voor een normalen jongen niet onder te doen. Ik verzoek U deze personen niet als stakkers te beschouwen, doch als vol komen gelijkwaardig met anderen. Al leen dit, maak het hun gemakkelijk met spreken, zij kunnen liplezen. Zoo is er dus voor alle menschen een vak uit te zoeken, waarin zij op hun plaats zijn. Een tweede punt waar het op aan komt, is het verstandelijk vermogen van den jongen. Vanzelfsprekend is het, dat een jongen, die met zwoegen en tobben de lagere school doorloopen heeft, geen onderwijzer, kantoorbedien de of iets dergelijks moet worden. Der gelijke jongens moet men ook niet mar telen met het U.L.O. Onderwijs. Dik wijls zijn zij goede leerlingen op een Ambachtsschool. Ik wil hiermede niet zeggen, dat de domooren geschikt zijn voor een Ambachtsschool, integendeel. Maar ik bedoel dit: ik kan mij levendig voorstellen, dat het een jongen abso luut niet interesseert wanneer en waar aan Karei de Vijfde is_ gestorven. Even eens zal het voor eeri jongen een mar teling zijn, wanneer hij uit zijn hoofd moet kunnen vertellen hoeveel pooten een krab in de Stille Zuidzee heeft. Maar krijgt dezelfde jongen op een vakschool lessen waarvoor hij interesse en liefde heeft, dan kan hij tot de beste leerlingen behooren. Is er eenmaal na gegaan en onderzocht voor welk be roep de jongen geschikt is, dan moet men bedenken, dat er eigenlijk maar zelden vraag is naar degenen, die een bepaald beroep uitoefenen, maar altijd naar den uitblinker in zulk een beroep. Men moet gevoel en liefde voor het vak hebben, dat men gekozen heeft, wat eigenlijk niets anders is dan de geschiktheid om zich onverdroten te kunnen inspannen en onvermoeid te werken. Beets en De Genestet zeiden het zoo snijdend maar waar, toen zij dichtten: Verachtelijke zwerm van knapen, [los van zeden, Verkwisters van uw jeugd, haar [tijd, haar geld, haar goed, Die 't leven wegsmijt voor doem- [waarde nietigheden, Geef mij uw 20 jaar als gij er [niets mee doet. Werken en denken en leeren [is 't leven. Wie hier niet werkt, is z'n [plekje op aard Wie daar niet denkt, is het [leven niet waard. Want om te leeren is 't [leven gegeven. Denken en leeren is d' [eeuwige taak Die noch de knaap, noch de [grijsaard verzaak'. P. C. v. d. JAGT, Chef v. d. Algem. Dienst. DE LASCHCURSUS VAN DEN HEER B. B. ZINKWEG. Op Donderdag 3 Maart 1.1. gaf de heer Zinkweg de laatste van zijn se rie voordrachten over het „Berekenen en ontwerpen van gelaschte scheeps- constructies". Voor dezen cursus be stond groote belangstelling (pl.m. 50 deelnemers). De duidelijke en boeien de wijze waarop de heer Zinkweg zich van zijn vrijwillig op zich geno men, taak kweet, maakte het bijwonen van dezen cursus tot een genot en een ontspanning. Het volgen van de lessen werd den deelnemers gemakkelijk gemaakt door dat zij in het bezit van een 4-tal dos siers werden gesteld waarin de stof op logische en duidelijke wijze was gerangschikt. Het groote aantal tee- keningen in de dossiers en de talrijke lantaarnplaatjes spraken voor de cur sisten een duidelijke taal. Aan het slot van den vierden cur sus-avond is de heer E. T. v. d. Velde (van de teekenkamer - Afd. scheeps bouw) de tolk van de aanwezigen ge weest toen hij den heer Zinkweg har telijk dankte voor de voortreffelijke wijze waarop hij den cursus had geleid

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1938 | | pagina 2