108 K.W.) voor de passagiers; voor de bemanning een electr. fornuis 2,5 m. X 1 m- (met 3 ovens, stroomverbruik 51 K.W.). Twee stoomkookketels elk 60 L. inhoud; 1 aardappelstoomer, 1 electr. grill, 1 afvalstortkoker en 2 verwarmingstafels (door stoom ver warmd) met waterbaden, 1 voedsel- snijmachine. In de slagerij bevindt zich een vleeschmolen, een vleeschsnijmachine, een hakblok en een ijskast. De bakkerij is uitgerust met een electr. bakkersoven (30 K.W.), electr. rijsoven voor het deeg, een pastei oven, een ijskast, een deegkneedma chine (85 kg. deeg per lading), een menger en een deegtrog. Een niet afgeschoten hoek van de kombuis wordt vaatwerkwasscherij genoemd. Behalve de bordenwasch- machine zijn daar nog geplaatst een aardappelschilmachine (14 pond per minuut) en een tweede afvalstortko ker. Ook is in dezen hoek de opening van de electr. spijzenlift waarmede de, in de keukens bereide schotels enz., naar de drie bovenliggende pan tries getransporteerd kunnen worden. Draagvermogen 100 kg. bij 0,5 m. per sec. hefsnelheid. De groote, bij de eetsalon behoo- rende koffie- en koude pantry bevat 2 automatische koelkasten, een gekoelde aanrecht voor hors d'oeuvre-schotels e.d., een roomijs-installatie (10 liter per uur, een 'verwarmingskast (stoom), een z.g. „cakeplateeen snijmachine, een complete koffiezet-in stallatie incl. koffiemolen 1 pond per min.), een automatische eierkoker (24 eieren per lading), een electr. fruit- pers, een rolwarmer en een boterver- deelmachine. In de bar op het promenadedek is een kleine koel-installatie ingebouwd, terwijl de dekpantry op hetzelfde dek voorzien is van een waterbad (stoom) en een automatische koelkast. In de officierspantry op het sloepen- dek is een electrische verwarmings plaat en een heetwaterketel. W. V. OVER MODERNE WIJZEN VAN STOOMVORMING. (Vervolg) Behalve vaste kunnen ook vloeibare en gasvormige brandstoffen in den vuurhaard verstookt worden. De eerste worden door middel van druklucht in een brander verstoven en tegelijk innig met de verbrandingslucht gemengd. Door Wilton-Fijenoord worden veel oliebranders vervaardigd volgens een patent van den, aan Wilton-Fijenoord verbonden, ingenieur Adolf Lang. Met gas zullen stoomketels alleen gestookt worden als dit gas in groote hoeveelheden en voor lagen prijs is te bekomen. Dit is in den regel het geval in de nabijheid van cokesfabrieken, gasfabrieken en hoogovens. Ook moet nog iets gezegd worden over het stoken met poederkool. De brandstof is dan vast, doch overigens toont deze werkwijze zeer veel over eenkomst met het oliestoken. Er kun nen op deze manier groote hoeveelhe den brandstof per kubieken meter vuurhaardruimte worden verstookt, waarbij toch een hoog nuttig effect wordt bereikt. Daar staan echter groote bezwaren tegenover. De vlieg- cokesplaag teistert dikwijls de geheele wijk waar de ketel opgesteld staat. Met de bestrijding van deze plaag heeft men echter in de laatste jaren mooie successen geboekt. Een blijvend bezwaar is echter de kostbare instal latie voor het drogen en malen van de steenkool. Daar het, dank zij een nog steeds vooruitgaande roostertechniek, moge lijk is om haast alle soorten brandstof op een rooster te verstoken, vraagt men zich onwillekeurig af waarom men toch dien langen duren omweg van het poederkoolstoken maakt, terwijl het mogelijk is om de steenkool recht streeks op een rooster te verbranden. Weliswaar is een mechanisch roos ter bij een scheepsketel moeilijk toe te passen en geeft het poederkoolstoken aan den ketel zelf een groote vereen voudiging, doch de droog- en maal- installatie is ook daar zoo'n ernstige complicatie, dat de toepassing van poederkoolstoken op schepen ook wel geen uitbreiding meer zal vinden. Eer der is daar een verdere ontwikkeling van het rooster te verwachten. Er is tot nu toe wel gesproken over het opvoeren van de productie door snelheidsverhooging, maar er is nog niets gezegd over de economie waar mee dit gebeurt. De grootste verliespost in een ketel is de warmte, welke met de rookgas sen uit den schoorsteen verloren gaat. Zou nu door het opvoeren van de snelheid de eindtemperatuur van de schoorsteengassen stijgen, dan zou daaruit blijken, dat de economie van den ketel had geleden. We zagen reeds, dat er een vast natuurkundig verband bestaat tusschen den weerstand in den ketel en de snel heid van de rookgassen. Bestaat er nu misschien ook een soortgelijk ver band tusschen de snelheid en de warmte-overdracht of, wat op hetzelf de neerkomt, tusschen den weerstand en de warmteoverdracht? Deze vraag moet bevestigend beantwoord wor den. Deze natuurwet luidt in woorden als volgt: De warmte-overdracht in een ketel is evenredig met den weerstand van de rookgassen gedeeld door de snelheid van de rookgassen. Bij den Yarrow-ketel (met kruisstrooming) zagen wij reeds, dat de weerstand evenredig is met de snelheid van de rookgassen in het kwadraat. De warmte-overdracht is dus recht even redig met den weerstand gedeeld door de snelheid, m. a. w. de warmte-over dracht is recht evenredig met de snel heid tot de eerste macht. Wordt er onder een Yarrow-ketel tweemaal zooveel brandstof verstookt dan ont staan er tweemaal zooveel rookgassen waarin tweemaal zooveel calorieën. De snelheid van de rookgassen wordt tweemaal zoo groot maar de warmte overdracht eveneens. Het slot van de geschiedenis zal dus zijn, dat de eind temperatuur van de rookgassen de zelfde is gebleven, evenals het verlies percentage van den schoorsteen. (Wordt vervolgd) CENTENVEREENIGING VOOR HULPBEHOEVENDE BLINDEN TE ROTTERDAM. Wat een heerlijken avond was dat op 8 November 1.1. in de Diergaarde, toen wij aldaar den 69sten verjaardag van de Centen- vereeniging vierden. Zooals op een verjaar dag gebruikelijk is, werden de leden van ons gezin op velerlei onthaald. De Har monie „Wilton-Fijenoord" zou medewerken, hetgeen dus weer heel wat beloofde. En waarlijk, zij heeft de verwachtingen weer verre overtroffen. Wat een bezieling gaat van deze muziek uit. Wij gevoelden het, dit ging van hart tot hart. Dat waren vrienden van blinden. Er waren ook eenige auoritei- ten in de zaal aanwezig, die allen dit kranige corps prezen. Het was bijna middernacht toen het einde kwam, maar ik hoorde vertellen, dat er muzikanten bij waren, wien toen nacht arbeid wachtte. Bij het naar huis gaan onder dien groot- schen sterrenhemel, waarin ontelbare we relden in de peillooze ruimte ronddwarrelen, dacht ik aan de velen, wien dit volkomen onbewogen laat; die met beide ziende oogen blind zijn voor de schoonheid der schepping. Zij gaan aan de verhevenste uitingen van een onvolprezen Schepper voorbij. Maar met diepe erkentelijkheid dacht ik aan de vrienden in de Harmonie „Wilton- Fijenoord die na een ganschen avond van musiceeren na afloop daarvan nog zouden voortgaan met het lied van den arbeid. Er bestond reeds lang een band tusschen de leden van Wilton-Fijenoord en onze vereeniging. Moge deze band steeds hechter en sterker worden, zóó, dat hij onverbreek baar zij. Want dierbaar is ons de vriend schap van Wilton-Fijenoord en meer dan woorden kunnen uitdrukken groot ons gevoel van dankbaarheid. W. VERMEULEN, Bestuurder van de Centenvereeniging. „WILTON'S DILETTANTEN TOONEEL". Op Zaterdag 19 November heeft W. D. T. medegewerkt aan een liefdadigheidsuitvoe ring ten bate van de Ver. van Oud-Weezen van het G. B. Weeshuis. Opgevoerd werd het blijspel „Barendje Ossekop". De uitvoering had groot succes en de medespelenden werden met een langdurig en hartelijk applaus beloond. W. D. T. mag op een geslaagden avond terugzien. Op 14 Januari 1939 wordt door W. D. T. op veelvuldig verzoek een opvoering ge geven van het tooneelstuk „De twee weezen". Voorziet U tijdig van plaatsen, welke van 8 Dec. af verkrijgbaar zijn. HET BESTUUR.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1938 | | pagina 3