wentelingen per tijdseenheid te maken
en waarbij de krukken en de schroeven
van beide machines dan een vastge-
stelden stand ten opzichte van elkander
innemen. Dit synchroniseertoestel is
voorzien van een automatische uit-
schakelinrichting, welke in werking
treedt zoodra door één of andere oor
zaak, bijv. het geven van roer, de be
lastingtoestand van de eene t.o.v. de
andere machine wijziging ondergaat.
Het koelwater voor de zuigers en de
cilinders wordt geleverd door gecom
bineerde Drysdale-pompen, waarvan 1
pomp in reserve is opgesteld. Voor het
koelen van het cilinder- en het zuiger
koelwater zijn voor eiken motor afzon
derlijke koelers opgesteld.
Voor de circulatie van de smeerolie
voor de lagers en verdere bewegende
deelen zijn 3 Stothert Pitt „Vertoil"
pompen aanwezig, waarvan 1 als re
serve dienst doet. Voor het koelen van
deze circulatie-olie zijn eveneens koe
lers opgesteld.
Het koelen van de smeerolie en het
zoetwater geschiedt met zeewater, dat
geleverd wordt door zeewaterkoelpom-
pen, waarvan er eveneens 1 in reserve
aanwezig is.
Voor de levering van de noodige
aanzetlucht zijn twee electrisch gedre
ven luchtcompressoren van het fabri
kaat „Hoek", Schiedam, opgesteld,
welke de lucht tot op een druk van 30
atm. samenpersen in 2 aanzetvaten.
Alle hulpwerktuigen in de machine
kamer, zoowel als aan dek, worden
electrisch gedreven.
Voor de levering van den electri-
schen stroom zijn 4 Dieseldynamo's
opgesteld, 2 stuks aan bakboord en 2
stuks aan stuurboord, elk van 240 kw
bij 220 Volt gelijkstroom. De dynamo's
worden aangedreven door een zescilin
der viertact M.A.N.-Dieselmotor met
een vermogen van 360 APK. bij 360
omw. per min. De zuigers van deze
motoren zijn ongekoeld. De cilinders en
deksels worden gekoeld met zoetwater,
dat van het koelwatersysteem der
hoofdmotoren wordt afgetakt. Verder
zijn deze motoren voorzien van een
aangebouwde tandwiel-smeeroliepomp
en van een pompje voor het koelen der
brandstofnaalden, hetgeen met diesel
olie geschiedt.
Voor het havenbedrijf is een zoet-
waterkoelpomp opgesteld en een zoet-
waterkoeler. Eén of meer pompen kun
nen van buitenboord zuigen en het
koelmedium door den koeler naar bui
tenboord persen. Het is ook mogelijk
het warme zoetwater van de hulpdie
sels door de koelruimten van de hoofd
motoren te doen circuleeren, om zoo
doende de hoofdmotoren voor te
warmen.
De hulpmotoren kunnen, behalve uit
de aanzetvaten voor de hoofdmotoren,
ook met behulp van een klein aanzet-
vat gestart worden. Voor het vullen
van dit vaatje is een noodcompressortje
opgesteld, dat aangedreven wordt door
een „Brons "-motortje.
De verdeeling der electrische energie
geschiedt op het hoofdschakelbord, dat
evenals de geheele electrische instal
latie, geleverd is door de firma Croon
Co. te Rotterdam.
Voor het verpompen van de diesel
olie naar- en van de verschillende tanks
is een brandstoftrimpomp opgesteld.
Met een brandstofdagpomp kan de
dieselolie uit de voorraadtanks over
gepompt worden naar de hoog opge
stelde vuile olietanks, waarvandaan de
olie afvloeit naar de brandstofsepara
toren. Na gezuiverd te zijn, wordt de
olie naar de schoone brandstoftanks ge
perst. Brandstofaanvoerpompjes pom
pen de brandstof hiervandaan naar de
brandstofdagtanks voor de motoren en
de ketels.
Voor het reinigen der smeerolie zijn
2 smeerolieseparatoren opgesteld en 2
streamline filters. Voor het verpompen
van de smeerolie van- en naar de ver
schillende tanks dient een smeerolie-
trimpompje.
Verder zijn in de machinekamers
nog opgesteld:
een vuile ballastpomp,
een schoone ballastpomp,
een lens- en ballast waterreiniger,
een lenspomp,
een s.o.s. en brandbluschpomp,
een verdamper,
twee drinkwaterpompen,
een luchtcompressor,
een zeewaterpomp,
een druktank.
De laatste drie dienen voor de sprin
kler-installatie.
In de hulpmachinekamer is de ge
heele koelinstallatie opgesteld, bene
vens de diverse compressoren en tanks
voor de sewage-installatie.
Op het dek boven de hulpmachine
kamer zijn twee Cochran stoomketels
geplaatst voor de verwarmings-instal-
latie, met een fan en luchtcompressoren,
terwijl een kleine hulpcondensor met
warmwaterbak en voeding pomp in de
hulpmachinekamer zijn opgesteld.
Gedurende de proeftochten is vast
gesteld. dat in het schip in het geheel
geen hinderlijke trillingen optreden door
de machines.
S.
M.t.s. „CORILLA".
Het eerste van de drie 12000 tons
motortankschepen, waarvan de bouw
in 1938 aan onze onderneming werd
opgedragen, is op 16 dezer, na een met
goed gevolg gehouden proeftocht, door
den heer C. Zuiver, Marine Superin
tendant van de Reederij, overgenomen.
De afmetingen van het schip zijn:
lengte 460'
breedte 59'
holte 34'.
De voortstuwing geschiedt door een
Fijenoord-M.A.N. enkelwerkende vier
takt Dieselmotor met oplading, 8 cy
linders, 650 middellijn, 1400 slag, die
met 120 omwentelingen per minuut
3500 p.k. ontwikkelt, voor een dienst-
vaart van 12 mijl.
Het schip voldoet aan de hoogste
eischen van de Nederlandsche en Ne-
derlandsch-Indische Schepenwet, als
mede Lloyd's Register en speciale zorg
is besteed aan de verblijven van den
Gezagvoerder, Officieren en Beman
ning, terwijl als bijzonderheid mag
worden vermeld, dat de machinisten-
verblijven in de midscheeps zijn aange
bracht.
Momenteel zijn nog twee dergelijke
schepen bij onze onderneming in een
gevorderd stadium van aanbouw, ter
wijl enkele maanden geleden nog door
de Koninklijke Shell Groep aan onze
werf den bouw werd opgedragen van
een 9.000 tons tankstoomboot.
Het behoeft geen betoog van hoe
groote waarde de opdrachten van de
Koninklijke Shell zijn voor den Neder-
landschen scheepsbouw, machinebouw
en de nevenindustrieën. De series sche
pen, die deze groote onderneming ge
regeld bij de Nederlandsche scheeps
bouwers plaatst, hebben een grooten
niet te onderschatten invloed ten goede
op de vermindering van de werkloos
heid in de Nederlandsche industrie.
Hieruit blijkt wel hoeveel de Konink
lijke Shell bijdraagt tot verhooging der
Nederlandsche welvaart.
De proefvaart werd door een aantal
genoodigden meegemaakt, terwijl ook
aan boord twee directeuren van „Wil-
ton-F.ijenoord" waren, n.l. de heeren
C. H. Teschmacher en W. Wilton Sr.