STAPELLOOP ONDERZEEBOOT „O 25". Onder groote belangstelling heeft op 1 Mei j.l. de tewaterlating plaats ge vonden van de bij ons voor het De partement van Defensie in aanbouw zijnde Onderzeeboot „O 25". Precies om twaalf uur werden de laatste beletselen weggenomen en ver richtte Mevrouw H. S. van Erkel-Han- bury de doopplechtigheid. Terstond daarna kwam er beweging in het schip en onder gejuich van de vele toeschou wers gleed het vlot te water. De stapelloop werd opgeluisterd door de Harmonie „Wilton-Fijen- oord" onder leiding van haar dirigent den heer J. F. Pala. Na afloop van de tewaterlating wer den de genoodigden in de villa ontvan gen, waar de heer Teschmacher in de eerste plaats dank bracht aan de Ma rine-autoriteiten voor het in „Wilton- Fijenoord" gestelde vertrouwen en Mevrouw van Erkel-Hanbury zijn erkentelijkheid betuigde voor het ver richten van de doopplechtigheid. Lui tenant ter Zee 1ste klasse G. B. M. van Erkel, die met het nautisch toezicht van den bouw is belast, bracht de goede hoedanigheden van den Neder- landschen scheepsbouw naar voren en dankte voor de tot zijn echtgenoote ge richte woorden. Mr. Dr. F. L. van Haaren, Burge meester van Schiedam, wenschte de Directie van „Wilton-Fijenoord" geluk en roemde den deskundigen arbeid van de werf, die er toe bijdraagt den naam van Schiedam hoog te houden. Ten slotte heeft de heer Ir. G. de Rooy op rijm hulde gebracht aan alle medewerkers aan den bouw,*) waarna de heer Teschmacher de verschillende sprekers bedankte voor hun woorden, waarbij hij het feit memoreerde, dat het meer dan een eeuw geleden is, dat de Kon. Marine voor den eersten keer één harer schepen aan onze onder neming in opdracht gaf. Sedertdien is de relatie gehandhaafd. Spreker sprak de hoop uit, dat de daardoor gegroeide traditie zal worden voortgezet. Het door Ir. De Rooy „op 15 meter diepte" geschreven gedicht vindt men elders :n dit blad. DE VERVAARDIGING VAN SLIJPSTEENEN. (Vervolg). Afhankelijk van de zuiverheid is silicium carbide glanzend zwart, donkergroen tot lichtgroen. In geheel zuivere toestand is het kleurloos en doorschijnend. De hardheid nadert die van diamant; de groote brosheid doet het zeer geschikt zijn voor het slijpen van zachte metalen en die materialen, die geen spaan vormen, zooals gietijzer, glas, steen, enz., doch niet voor het bewerken van taai-harde staalsoorten. Het vindt ook toepassing als bestanddeel van vuurvaste steen. De bindmiddelen- Het bindmiddel heeft tot taak, het kor relige of poedervormige slijpmiddel bijeen te houden en vormt dus het eigenlijke bestand deel, waaruit de steen is opgebouwd. Elk bindmiddel verschaft de gelegenheid door verschillen in de samenstelling bijzondere eigenschappen te ontwikkelen. In de eerste plaats kan men door middel van de samen stelling van het bindmiddel, de hardheid van de steen regelen. Hardheid is n.l. niets anders, dan de kracht, waarmede de af zonderlijke slijpkorrels worden vastgehouden. De ceramische bindmiddelen zijn de be kendste en meest toegepaste (onder „cera- misch" verstaat men „gebakken" uit klei of een dergelijk materiaal); de voornaamste bestanddeelen zijn veldspaat, kwarts en toonaarde, waarvan de verhouding bepaald wordt door de eischen, die aan de steen gesteld zullen worden. De vervaardiging van de eigenlijke steen kan plaats hebben door persen of door gieten van het materiaal. De oudste en voor bepaalde steensoorten nog steeds onmisbare methode is het persen. Slijp- en bindmiddel worden in kneed machines dooreengemengd en vervolgens onder hydraulische druk in de vorm geperst. De aldus verkregen schijven worden eerst gedroogd en daarna gebakken. De geperste steenen worden gebruikt voor grof werk (afbramen e.d.) en voor doeleinden, waarbij een zeer harde en dichte steen gewenscht is- Voor nauwkeurig werk geniet de gegoten steen de voorkeur, daar men de vele varia ties, die in de structuur van de steen mo gelijk zijn, op deze wijze beter in de hand heeft, terwijl bovendien een volkomen ho mogeniteit gewaarborgd is; zeer zachte en poreuze steenen kunnen alleen op deze wijze vervaardigd worden. Daar de gegoten schijven aanmerkelijk meer vocht bevatten, dan de geperste, duurt ook het drogen veel langer; na het drogen wordt eerst de ge- heele vorm voorbewerkt en de boring uit gedraaid. Het bakken en het afwerken verloopt voor geperste en gegoten steenen op dezelfde wijze. De zachte schijven worden in de oven opgestapeld en met chamotte rondom afgesloten, tusschen deze zuilen worden de heete verbrandingsgassen geleid, afkomstig van een kolenvuur of gasbran ders. Het bakken duurt 80 tot 120 uur, de temperatuur die tusschen het sinterpunt en het smeltpunt van het bindmiddel liggen moet, kan meer dan 1400° C. bedragen. Voor een gelijkmatig product moeten de juiste temperatuur en tijdsduur nauwkeurig worden aangehouden, terwijl de oven na beëindiging van het eigenlijke bakken, onder afsluiting van de lucht, langzaam moet afkoelen, het geen 1 tot 3 weken duurt. Naar een artikel van Fritz Knach in „Die Werkzeugmaschine". (Wordt vervolgd). OVER VERWARMING EN VENTILATIE VAN SCHEPEN. Het verlangen naar grooter behaaglijkheid aan boord van schepen, vooral op groote passagiersschepen, heeft er in den laatsten tijd toe geleid om aan de verwarming en de ventilatie grootere aandacht te wijden dan voorheen. Tot voor korten tijd was het hoofdzaak, dat tenminste gedurende het koude jaar getijde verwarming der woonruimten aan boord mogelijk was. In de laatste jaren daarentegen houdt men zich steeds meer met de vraag bezig, op welke wijze deze verwarming moet plaats vinden. De bedoeling van dit opstel is nu om te laten zien, door welke richtsnoeren de ver warmingstechnici zich heden ten dage laten leiden. Om het opstel niet al te lang te maken zal de verwarming en ventilatie van machinekamers hier niet besproken worden. Een aangename warmte is in den winter voorwaarde voor de behaaglijkheid van een woonruimte, welke anders, ondanks de mooiste aankleeding onbewoonbaar zou zijn. Precies zoo is dit het geval met de venti latie. Er wordt op passagiersschepen steeds naar gestreefd om de lucht in de verblijven voor passagiers en bemanning, vooral in die gevallen, waarin de zijramen niet geopend kunnen worden, mechanisch te ververschen. De vroeger bijna algemeen toegepaste natuurlijke ventilatie is onder bepaalde weerstoestanden practisch zonder effect en op groote schepen met meerdere passagiers- dekken niet meer te gebruiken. De vereischte versche lucht moet in de verblijven op doel matige wijze mechanisch aangevoerd worden. Ook moet voor de verwijdering van de be dorven lucht zorggedragen worden, hetgeen vooral voor de huishoudelijke ruimten (zoo als keukens enz.) van groot belang is. Bij het ontwerpen van de verwarmings-, respectievelijk ventilatie-inrichting moet er zooveel mogelijk naar gestreefd worden, dat de verwarmingslichamen met inbegrip van de kanalen, alsmede de ventilatieleidingen het totale architectonische beeld niet storen. De verwarming van de verschillende woonruimten van een schip door middel van een centrale verwarming alleen over deze soort zal in dit opstel sprake zijn kan op velerlei wijze plaatsvinden. Verwarming door stoom: Als hooge-druk stoomverwarming is elke verwarming te betitelen, waarbij de be- drijfsdruk meer dan een halve atmosfeer overdruk bedraagt, in den regel 2 4 3 ato. Met dezen druk wordt de stoom aan een hulpketel, of bij motorschepen aan een afvoergassenketel direct onttrokken of de stoom wordt door middel van een redu ceerventiel rechtstreeks van den druk van den hoofdketel of den hulpketel op dezen lagen druk gebracht. In plaats van verschen stoom kan ook aftapstoom gebruikt worden; gebeurt dit bij zuigerstoommachines, dan moet de stoom eerst olie-vrij gemaakt worden, omdat an ders door de voortdurend neerslaande olie de warmte-overdracht van de verwarmings lichamen sterk vermindert en het conden saat oliehoudend wordt. De stoom heeft, wanneer zij in de ver warmingslichamen komt, een temperatuur van ca. 130° C, zoodat op een betrekkelijk kleine ruimte een groot warmte-effect door straling en geleiding opgewekt wordt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1940 | | pagina 2