SPAARFONDS WELTON-FIJENOORD.
Het is wellicht niet overbodig de werk
nemers van Wilton-Fijenoord erop te wijzen,
dat voor hen nog altijd de gelegenheid be
staat een gedeelte van het verdiende loon
niet op te nemen, doch dit door de onder
neming te laten sparen tot het moment,
waarop zij het gespaarde bedrag of een ge
deelte daarvan voor het doen van aankoo-
pen of anderszins noodig hebben. Vooral nu
de behoefte aan huisraad, kleeding e.d.
steeds grooter wordt en tot aanschaffing
daarvan thans de mogelijkheid nog niet aan
wezig is, verdient het aanbeveling, te trach
ten de noodige middelen daartoe bijeen te
brengen opdat, zoodra de diverse artikelen
weer beschikbaar zijn, de financiën daar
voor geen beletsel vormen.
Het is begrijpelijk, dat onder de huidige
omstandigheden, zoolang men niet een zeke
ren dwang op zichzelf toepast, de neiging
bestaat, het geheele inkomen te besteden
aan de dagelijks weerkeerende behoeften,
doch dit moet zich t.z.t. wreken als diverse
artikelen weer verkrijgbaar zijn.
Daarom wordt met klem aangeraden, het
zij zelf of door bemiddeling van de onder
neming tot het vormen van een „spaarpot"
over te gaan.
Inlichtingen verschaft de afdeeling Sociale
Zaken.
DE NAAMLOOZEN.
Ook Wilton heeft ze. Door velen onder
ons werden regelmatig van een klein week
loon enkele centen afgezonderd, die dan in
goed vertrouwen werden afgedragen, om
anderen te kunnen helpen. Deze onbeken
den vroegen niet „Hoe wordt het geld be
steed omdat zij wisten, dat veel vragen,
veel last kon veroorzaken aan hen, die als
tusschenpersoon optraden. Want collectee
ren buiten Winterhulp om, was verboden,
zooals zooveel verboden was.
Naast de ofitivaardigheid van de ruimer
betaalde employe's kon men regelmatig
rekenen op de vaste bijdragen van de men-
schen met de smalle beurzen.
Op deze wijze was het mogelijk, dat van
uit ons personeel regelmatig gelden werden
afgedragen voor:
hulp aan de gezinnen van gesneuvelden
of weggevoerden,
steun aan weduwen van marine-men-
schen,
de verzorging van onze Nederlandsche
militairen.
Daarnaast werden verschillende pakket
ten verzonden aan Krijgsgevangenen. Vooral
dit laatste was een moeilijke zaak. Van de
zeer schaarsche rantsoenen moest een ge
deelte worden afgezonderd. Met onsjes en
halve onsjes kwamen de gaven binnen en
die vormden met elkaar toch weer een be
hoorlijken steun.
Alles bijeen kunnen we het in dezen
korten zin samenvatten:
Er is door de naamloozen bij Wilton-
rijenoord veel en goed werk verricht. Hulde
aan de gevers en zij die het werk deden!
KAMERAADSCHAP IN DE FABRIEK.
In Januari 1941 werden verschillende
onzer medewerkers gearresteerd. Velen van
hen kregen wij pas na jaren weer te zien
en helaas zijn er ook velen, die nimmer
terugkeerden. Enkelen hadden het geluk na
eenige maanden «terug te komen en deze
werden op de fabriek hartelijk verwelkomd.
In de machinefabriek was er een commissie
voor ontvangst gevormd en aansluitend aan
dezen eersten daad van kameraadschap
werd besloten deze commissie na de ont
vangst niet te ontbinden, doch te laten
voortbestaan, om aan de gezinnen van de
genen, die met teruggekeerd waren, zoo
noodig steun te verleenen
De eerste collecten brachten ongeveer
f 17.50 per week op, welk bedrag later op
gevoerd kon worden tot ongeveer f 45.
per week. Hierdoor was het mogelijk aan
de achtergebleven gezinnen uitkeering te
verstrekken bij bevalling, opname in het
ziekenhuis enz. benevens een vaste maan-
delijksche uitkeering van f 5.tot f 12.50.
Bij een collecte voor een extra-Kerstuit-
deeling werd door ongeveer 500 personen
een bedrag van f 499.69 opgebracht.
De collecten moesten min of meer geheim
gehouden worden, maar vooral na het uit
breken van den oorlog tusschen Duitsch-
land en Rusland werd dit nog lastiger. Aan
de gezinnen van hen, die als communisten
te boek stonden, mochten geen uitkeeringen
gedaan worden boven datgene wat zij van
het Armbestuur ontvingen. Hierom werd
een tweede fonds gevormd, waaruit nieuwe
gezinnen geholpen konden worden, welk
fonds beheerd werd door L. Brusselman en
F. Oosterwijk.
In totaal keerde het eerste fonds onder
beheer van J, de Kok en G, Kranen een
bedrag uit van f 6713.en het tweede een
bedrag van f 10.856,50, totaal dus de kapi
tale som van f 17.569,50.
De grootte van dit bedrag komt dan pas
goed tot uiting, als men bedenkt, dat dit
in hoofdzaak met dubbeltjes en kwartjes bij
elkaar gebracht moest worden, waarbij men
de noodige voorzichtigheid in acht moest
nemen. Lang niet ieder was te vertrouwen
en de gevaren van gegrepen en veroordeeld
te worden, waren niet denkbeeldig.
Zonder aan anderen te kort te doen, wil
len wij hier als medewerkers, bij uitstek
noemen A. Herwijnen en J. Schuif.
Het resultaat stemt tot buitengewone te
vredenheid en geeft een duidelijk blijk van
de groote kameraadschap, die bij de wer
kers in de machinefabriek bestaat. Moge
deze kameraadschap behouden blijven en
ook in vredestijd tot uiting komen.
Onder het motto „Denk aan de gleuf"
werd in October 1941 op voorstel van enkele
personen uit de koperslagerij een steunactie
opgericht.
In een leegstaande gereedschapskast werd
een gleuf gemaakt, waaronder een bus was
bevestigd. Hierin kon elk zijn wekelijksche
gaven deponeeren.
Toen in December de eerste menschen
opgepakt werden, kon direct financieele
hulp verleend worden.
Daar de inkomsten den eersten tijd de
uitgaven overtroffen, werd naast de weke
lijksche ondersteuning, aan enkele men
schen, die door andere afdeelingen Onder
steund werden, ongeveer een jaar lang
maandelijks een klein bedrag extra gegeven.
In samenwerking met de afd. Onderhoud
werd deze actie tot in 1945 voortgezet,
waarbij aan 8 gezinnen financieele hulp
werd verleend en een bedrag van f 4253.
kon worden uitgekeerd.
A. d. Vr.
Ook in de Lasscherij werd een steunactie
georganiseerd, om de verwanten van vrien
den, die naar Buchenwalde gevoerd waren,
financieel te kunnen steunen.
Aan 6 gezinnen keerden wij in het tijdvak
van Juli '41 tot November '44, maandelijks
een bedrag uit van 10 tot 12.50 gulden.
Daarnaast werden voor bijzondere gevallen,
zooals ziekte, voorarrest, krijgsgevangen
schap enz. extra uitkeeringen gedaan.
Wanneer onze menschen een week extra
kregen, werden de uitkeeringen eveneens
verdubbeld.
Dank zij de spontane offervaardigheid
konden wij in totaal een bedrag uitkeeren
van f 3247.50.
KI.
STEUN AAN GEWONDE
NEDERLANDSCHE MILITAIREN.
Het moment is gekomen, waarop openlijk
verslag kan worden uitgebracht over ons
werk voor de gewonden Nederlandsche
militairen.
Dikwijls verlangde ik er naar de bedra
gen, die ontvangen waren, te noemen, of
een brief van Ds. Venema over het werk
te laten circuleeren. Uit veiligheidsoogpunt
is dit evenwel nagelaten.
Hoewel U dus slechts matig op de hoogte
gehouden werd, is Uwe belangstelling en
medewerking niet verflauwd; zelfs waren
er collega's, die ondanks verandering van
betrekking, toch hun vaste bijdragen bleven
gireeren.
Het groepje, waarmede we in September
1941 begonnen, was maar klein en de col
lecte varieerde toen tusschen f 20.en
f 25. per maand, Het geld werd maande
lijks door Mej. Muus aan Ds. Venema te
Loosduinen afgedragen, die de verzorging
van de gewonde Nederlandsche militairen in
den Haag op zich had genomen. Begin '42
kon reeds f 35.— a f 40.— per maand wor
den afgedragen. Tengevolge van razzia's en
wachtgeldregelingen was het bedrag de
laatste maanden iets teruggeloopen, maar
dank zij Uw medewerking en volharding,
hebben wij het mooie werk tot het einde
van den oorlog kunnen volhouden.
Van Sept. 41 tot Mei '45 werd de som
van f 1513,64 bijeengebracht. Door Uw
medewerking was het mogelijk iets te doen
voor onze Hollandsche jongens, die in de
Meidagen 40 zooveel voor ons deden
A. MOLENAAR.
PAKKETTEN VOOR NEDERLANDSCHE
KRIJGSGEVANGENEN.
Nadat in October 1943 een oproep in de
courant was verschenen voor pleegouders
voor Nederlandsche Krijgsgevangenen, werd
in lokaal III van de Dwarsstraat al spoedig
een plan gevormd, hieraan mede te werken.
Het Roode Kruis werd aangeschreven en
als antwoord ontving men 3 adressen van
jongens, die hulp noodig hadden. Wij heb
ben ons toen in verbinding gesteld met het
administratieve gedeelte van het kantoor
personeel, met het resultaat, dat door be
middeling van Mej. Voorwald het kantoor
„Lange Haven één krijgsgevangene voor
zijn rekening nam, terwijl de „Bosboomlaan"
ons beloofde mede te werken voor de beide
anderen. Dit is door deze afdeeling dan ook
tot het laatste pakket volgehouden en we
danken Mej. T. Meijer nog hartelijk voor
hare medewerking.
Wij hebben aanvankelijk bij de toen reeds
heerschende schaarschte opgezien tegen een
levensmiddeleninzameling, maar wat is onze
vrees beschaamd. De medewerking was zoo
spontaan en algemeen, dat wij spoedig
meer adressen voor onze rekening konden
nemen.
Juist in dien tijd, het was in December
1943, verscheen in het Maandblad van het
R.K. een bericht over pakkettenzendingen,
aan vertrouwensmannen. Wij besloten ook
hieraan mede te werken. In totaal zijn van
de 66 pakketten er 21 aan vertrouwens
mannen gestuurd. Deze pakketten werden
in de kampen verdeeld onder diegenen, die
er het meest behoefte .aan hadden.
Het was een heel werk om alles stevig in
te pakken, zoodat niets van den kostbaren
inhoud verloren kon gaan, maar het rustig
gelegen lokaal III was daar buitengewoon
geschikt voor. Zelfs was een zelfgefabri-
ceerde weegschaal er aanwezig, zoodat aan
alle eischen kon worden voldaan. Vele
kaarten, die wij van krijgsgevangenen uit
alle deelen van ons Vaderland ontvingen,
bevestigden de ontvangst der pakketten.
Sommige waren zwaarmoedig, andere weer
sterk optimistisch geschreven, maar alle