Een reis van Rotterdam naar Batavia» J. J, JUBILEA. 50 jaar. J. van Dijk 40 jaar. G. v. Kesteren H. Kros F. v. d. Linden L. W. .1. Ta. Ie v. Wingaarden J. P. Zevenbergen IJzerwerker Bankwerker IJzerwerker Eaas Euitenbankw. Bikker Koker Koker J. Eakker IJzerw.-afteeken. G. J. W. Bams Dokmachinist W. den Broeder Magazijnknecht J. M. Buurman 1 immerman B. Dane Sjouwer P. C. van Domburg Bankwerker B. L. van Eyk Scheepmaker J. van Eyk Scheepmaker S. van Eyk Sjouwer-bankw. D. v. d. Gaag IJzerwerker G. de Graaf Bikker A. de Graauw Sjouwer A. Gravendeel Sjouwer B. Groen Magazijnknecht L. v. d. Heiden Sjouwer I. Hoekstra Sjouwer-bankw. J. Janssen Revolverdraaier L. de Jong Voorman-sjouwer N. P. de Jong Bankwerker A. Kagchelland Sjouwer-bankw, J. C. Koorevaar Bankwerker A. J. de Kubber Scheepmaker D. Lagarde Pankwerker L. H. v. Leersum Modelmaker A. H. v. Leeuwen Stoker H. J_ M. Meijers Ketelmaker J. Mo'enbroek Machinist C. Muller I Tzerwerker B. 1. M, W. Ouwerkerk Ketelmaker E. A. Put Pankwerker D. Reynen Kalefater Mej A. E. Rutten Telefoniste C. Sémeyn Helper b/d Fitters J. H. D. Smit J. Smit Bankwerker H. I Izerwerker G. Stein Scheepmaker G. v. Veenendaal Bankwerker C. Vent Bankwerker D. v, Venetië Draaier A.de Vroedt Schilder P. Vryenhoek Onderbaas afd Klinkers A. J. Wennekers DoEmachinist A. G. Wesse's Klinker E. P. v. d. Wetering Plaatwerker N. C, M. Wiltschut Brander A, Zuidgeest IJzerwerker SOCIALE WETGEVING. Het was te voorzien, dat de Sociale Wet geving en als belangrijk bestanddeel daarvan de Sociale Verzekering na den oorlog in het middelpunt der belangstelling zouden staan. Dat deze belangstelling in alle kringen be staat, is een zeer verheugend verschijnsel en opent den weg voor mogelijkheden in de toekomst, welke van het grootste belang kunnen zijn. Wij mogen echter niet vergeten, dat de verwezenlijking van de Sociale Voorzie ningen, welke wij allen zoo gaarne nastreven, eerst zal kunnen komen, nadat de opbouw van het vaderland en voor o s in het bijzonder van het bedrijfsleven in een gevorderd stadium verkeert, opdat niet te eeniger tijd behoeft te worden teruggekomen op maatregelen, welke inmiddels een wezen lijk onderdeel van de bestaansmogelijkheden zijn gaan vormen. Ik heb den indruk, dat velen de rechten en verplichtingen van de voornaamste sociale wetten kennen, doch voor hen, die zich daar in nimmer hebben verdiept, wil ik trachten, in enkele artikelen een overzicht te geven. In de eerste plaats wil ik U duidelijk maken, wat onder Sociale Wetgeving wordt verstaan. In ruimen zin zijn dat alle rechts regelen, welke in het belang van de open bare orde, zede ijkheid, gezondheid en wel vaart zijn gemaakt. Voor ons zijn v n belang die maatregelen, welke ten doel hebben de arbeiders, dus de minst bemiddelden, in eco nomisch opzicht te beschermen. Zooals reeds in den aanvang van dit artikel gezegd, is de Sociale Verzekering een be langrijk bestanddeel van de Sociale Wet geving. hieronder worden verstaan de rege len, welke de Overheid heeft gesteld en die ten doel hebben aan bepaalde groepen der bevolking een recht te verleenen op uitkee- ringen in omstandigheden, welke tengevolge hebben, dat het inkomen uit arbeid ophoudt (ongeval, ziekte, enz Verder is de Arbeidswetgeving een belang rijk onderdeel van de Sociale Wetgeving, welke hier echter niet ter sprake komt. Als eerste volgt een beschouwing over de Ziek tewet. Het doel der wet is de verzekering tegen loonderving door arbeidsverhindering tenge volge van ziekte van arbeiders, wier over eengekomen vast loon met meer dan f 3.C00,per jaar bedraagt, te regelen. De wet is op 1 Maart 1930 in werking getreden. Onder loon verstaat de wet, elke uitkee- ring, welke de verzekerde als vergoeding voor zijn arbeid van zijn werkgever ontvangt. Onder dagloon wordt in het algemeen ver staan het loon, dat in de dertien ka ender- of loonweken, voorafgaande aan de onge schiktheid tot werken, gemiddeld per dag is verdiend. (Wordt vervolgd). Door bemiddeling van één onzer employé's, wiens zoon naar Indië is vertrokken, ont vingen wij onderstaande reisbeschrijving. Het verslag is samengesteld uit een aantal brie ven, welke hij aan zijn ouders en verloofde schreef. DOOR EEN SERGEANT IN NICA-VERBAND Zaterdag 20 October 1945 om 16.44 vertrok de trein van RotterdamMaas. Vanaf mijn zitplaats zag ik de bekende contouren van Rotterdam, die aan de ramen voorbij flitsten, verdwijnen en de reis naar de onbekende toekomst was aangevangen. Het duurde lang, eer wij in Breda waren, maar van daar af ging het vlot. Op verschillende tijdstippen werden pakketten met brood verstrekt en wel zoo veel, dat er in Calais waar wij Zondagmorgen om 9 uur aankwamen heele brooden aan Fransche arbeiders konden wor den weggegeven. Met de ferry die ook spoorwagens kon meenemen gingen behalve de 830 Nica- menschen ook nog een 2000 man Engelsche verlofgangers mede naar Engeland. Fraai weer was het niet. Er viel een fijne mot regen. Ik ben gedurende den geheelen over tocht aan dek gebleven, zoodat ik een be hoorlijk frisschen neus had, toen ik in Enge land aankwam. Enfin, ik kan nu zeggen, dat ik de Engelsche krijtrotsen gezien heb. Van Dover, waar wij 's avonds aankwamen, gingen wij per trein naar Malvern Wells (Worcester). Ik weet heusch niet, hoe Enge land er op dit traject uitziet, daar wij dit gedeelte in het donker aflegden. In het kamp, dat militair is ingericht, was alles heel behoorlijk. Badgelegenheid uit stekend en eten meer dan genoeg. Wij gingen in de daarop volgende dagen winkelen". Allerlei artikelen, die in Hol land niet te krijgen zijn, liggen hier in zaken, zooals de „Bijenkorf" te koop, als: stopwol, garen, band, koffie, cacao enz. Wij reden in bussen, die alle links houden, zoo dat wij met onze rechts georiënteerde her sens wel eens doodsangsten uitstonden bij het omgaan van een hoek. Op '6 October verlieten wij het kamp „Woodfarm" en reisden oer tre'n naar South ampton waar wij vóór den valreep van den „Nieuw Amsterdam" uils'apten en aan boord gingen. Met een kleine 5000 man verliet h^t schip op 28 October de haven. De opvaren den waren: Nica-personeel. Marine-detache menten, bataljons infanterie en luchtstrijd krachten (bestemd voor opleiding in Austra lië). In de C olf van Biscaje kregen wij nog een staartje van den storm, die in de voor afgaande dagen in alle hevigheid had ge woed, te verwerken. Gevolg zeeziekte, waar van ook ik een dag het slachtoffer was. 30 October om 6 uur (het is daar dan al donker) passeerden wij Gibraltar. Door d^ duisternis hebben wij er practisch niets van gezien. Vroeger in den namiddag zagen wij in de verte een zeilschip met ra's. De Mid- dellandsche zee is erg rustig; van schom melen van het schip is geen sprake meer. \vanneer je onderdeks bent, heb je er ge woon geen erg in, aat je vaart. Nu ik toch over het schip schrijf, zal ik er een en ander van vertellen. Naar de leden van de bemanning zeggen, maken wij een „luxe" reis met die 4700 man. Het schip is n.L ingericht voor het vervoer van 70d0 man, waardoor het dan wel eenigszins drukker op de dekken is dan nu. In de hutten van het C-dek slaapt nu b.v. niemand. Het schip heeft gevaren van Kaapstad naar Suez en terug en passeerde daarbij 38 maal de Roode Zee. 's Nachts moesten dan alle patrijspoorten dicht vanwege de verduistering, dus werd het dan wel „tame lijk" warm. Aan boord was een „radar"- installatie voor het opsporen van vijandelijke schepen en het ontwijken daarvan. Een troe pentransportschip is nu eenmaal niet be stemd om een gevecht aan te gaan. De bewapening (nu niet meer aanwezig) bestond uit 28 stukken voornamelijk luchtdoel. Voor en achter een kanon van 6'/2 inch. Ook werden reizen gemaakt van Amerika's West kust naar Australië en Nieuw-Zee and. Duitsche en Italiaansche krijgsgevangenen werden er mee vervoerd. Een lid van de bemanning beweerde, dat de Duitschers daarbij eens getracht hebben, zich van het schip meester te maken, waarop er prompt een viertal gefusilleerd werd. Zooiets had op een E'uitsch schip moeten gebeuren, dan waren waarschijnlijk allen de voeten ge spoeld. Cnze hut bevindt zich aan bakboord van het B-dek in het vooischip, ongeveer ter plaatse, waar de opbouw begint. Ik moet de hut met 12 man deelen Ieder bed heeft twee dekens en een hoofdkussen. Elke hut is voorzien van een brandbeveiliging aan het plafond. Zoodra de temperatuur te hoog wordt, smelt er iets door en begint een sproeiertje water te geven. Cp het D-dek van het schip is een zwem bad, evena's op het C-dek achter, maar nu uitgerust met zoutwater-douches. 's Avonds ga ik meestal een tijdje zitten op een bolder op het achterdek, ongeveer ter plaatse van de schroeven. Nu verder over de reis in de Middelland- sche Zee. Wij zagen daar de Noordkust van Afrika. Een pracht gezicht, die rotsen met vlak daarboven wo'ken. Wij kwamen lan4s Pantellaria, Lampedusa, en zagen een flottille duikbooten, enke'e troepentransport- schepen en koopvaardijschepen. 4 November kwam Port Said in zicht. Wij zouden daar maar kort b'ijven. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1946 | | pagina 2