DE BEVRIJDING Orgaan van en voor het personeel Wilton-Fijenoord-Schiedam 9e jaargang Mei 1946 No 5 MEDEDEELINGEN VOOR DE REDACTIE TE ZENDEN AAN: J. PULLEMAN van INZENDING VAN OPSTELLEN EN DENKBEELDEN DOOR LEDEN VAN HET PERSONEEL WORDT OP PRIJS GESTELD. i Een jaaf geleden verkeerden we in angsti ge spanning wat de eerstvolgende dagen ons zouden brengen. De ellende was ten top ge stegen. Honger en geestelijke verzwakking hadden ons volk aan den rand van den af grond gebracht. Zou de bevrijding gepaard gaan met strijd en vernieling? Gelukkig is dit laatste niet het geval geweest. Maar de afgeloopen 5 jaren hadden hun stempel op ons volk gedrukt ep hadden diepere wonden geslagen dan we zelf beseften. Onze eerste gedachte was, dat wc direct na de bevrijding aan den opbouw konden beginnen en in gedachten zagen we allen hiermede reeds druk bezig. Doch zooals het verloop op velerlei terrein anders is geweest dan we gedacht hadden, zoo is ook de op bouw anders gegaan dan we ons hadden voorgesteld. Na verloop van een jaar zijn we in staat het geheel beter te overzien en we zullen trachten na te gaan wat de rede nen geweest zijn, dat de opbouw gestagneerd heeft, om daarna te kijken naar wat er be reikt is, wat er nog ontbreekt en wat we in de toekomst hebben te doen. Dat de opbouw niet is verloopen, zooals de meesten van ons zich deze hadden ge dacht, vindt zijn oorzaak in het feit, dat we ons niet voldoende gerealiseerd hadden, dat we op vrijwel elk gebied tot een zoo laag peil gezonken waren, als we nimmer voor mogelijk hadden gehouden. De misdaad van de Duitschers om ons door honger ook gees telijk te verzwakken is mislukt. Dank zij het voorbeeld van een kleine groep uit ons volk, waaraan we meer verplicht zijn dan velen ook thans nog beseffen, wist de massa deze geraffineerde opzet van de Duitschers met meer of minder sudces tot mislukking te doemen. Maar de gevolgen van de geleden ellende, de geestelijke druk waaronder ons volk gestaan had en het feit dat vrijwel alles wat noodig was voor den opbouw was ver nield of gestolen, maakten dat de door enkelen met groot enthousiasme begonnen opbouw-pogingen tot mislukking gedoemd waren. Ook het feit, dat het gedurende vijf jaren in vele gevallen als een deugd werd beschouwd zoo weinig mogelijk te prestee- ren, sprak hier een woordje mee. Het ont breken van vrijwel elke vervoersmogelijk- heid was eveneens een reden tot de oor spronkelijke mislukking van de wederop- bouw-pogingen. Maar de oud-HolIandsche deugd van doorzetten wat eenmaal is aan gevangen kwam naar boven en na realisee ring van de werkelijk aanwezige mogelijk heden werd opnieuw begonnen. Een greep uit het vele wat daarmede bereikt is volgt hieronder. De verbindingen door trein, tram en auto bus zijn vrijwel in alle streken van ons land hersteld. Het verdere vervoer te land en te water is eveneens op groote schaal weer mogelijk. Bekijken we de verbindingen, waar mede we dagelijks te doen hebben, dan zien we dat de trams haar dienst op .vrijwel voor- corlogsch peil gebracht hebben. We zien meer en meer rijwielen op den weg ver schijnen en het beeld van de massieve of in het geheel geen banden verdwijnt lang zaam maar zeker. En als we dan even een jaar achteruit kijken en eerlijk tegenover ons zelf zijn, dan moeten we erkennen, dat we dit beeld verleden jaar niet voor moge lijk hadden gehouden. Wat is ons eten ver beterd; brood voldoende, groenten en peul vruchten benevens verschillende andere artikelen vrij. Dat is wat anders dan begin Mei 1945 toen een kilo peulvruchten een schat was, voor het verkrijgen waarvan tegen-prestaties geleverd moesten worden, die we ons nu nog slechts met moeite voor den geest kunnen halen. Er is textiel (al is het heel weinig) en er zijn schoenen, er verschijnen steeds meer dag- en weekbladen, de postdienst functioneert weer, we krijgen sinaasappelen en zuidvruchten, er zijn medi camenten verkrijgbaar, we kunnen weer zeep gebruiken, er is behang te koop, de kapotte straten worden hersteld, de wegbeplanting en de boomen worden weer aangebracht, er is gas, we kunnen 's avonds het electrisch licht weer aandraaien, er wordt huisbrand verstrekt, de etalages van de winkels wor den met den dag voller, we maken weer plannen voor onze vacantie, de industrieën zijn alle weer aan den slag, we hebben werk, we maken weer toekomst-plannen, we kun nen onze gasten weer wat voorzetten, en zoo zouden we nog geruimen tijd kunnen door gaan. Wie zijn oogen open heeft, ziet dagelijks verbeteringen en het is goed om bij het lezen van elk der hierboven genoem de zaken, ons den toestand van begin 1945 voor den geest te halen. Pessimisten zullen natuurlijk aanvoeren, dat, wat we krijgen, lang niet voldoende is en dat de prijzen, die we er voor moeten betalen zoo hoog zijn, dat het voor iemand met een normaal inkomen niet te betalen is, dat er zonder uren in de rij te staan geen textiel te krijgen is, dat het vetrantsoen be slist onvoldoende is; de arbeiders klagen dat hun loonen te laag zijn, de werkgevers zeg gen dat er door de arbeiders niet voldoende gepresteerd wordt, enz. enz. Toegegeven, er ontbreekt op verschillende punten nog heel wat, maar als we eerlijk de zaak bekijken kan dit ook niet anders. Ons land is bestolen en geplunderd, we zijn geestelijk uit het lood geslagen, we zijn als volk door en door ver armd. Als we dit erkennen zijn we op den goeden weg, want dan kunnen we den te volgen weg uitstippelen. Welke is deze weg? In de eerste plaats moeten we ons er voor hoeden mede te gaan loopen in de rij van de kankeraars. Het is vrij gemakkelijk alles af te breken, maar het is in de gegeven om standigheden buitengewoon moeilijk om iets op te bouwen. En daarom is het toch immers begonnenl Onverschillig op welke plaats we staan of welke functie we bekleeden, kunnen we in belangrijke mate medewerken aan het herstel van onze vroegere welvaart door eenvoudig onzen plicht te doen. We moeten er rekening mede houden, dat er in ons land een ontstellend gebrek is aan grondstoffen en vele andere artikelen. Nu is een klein gedeelte van de benoodigde grondstoffen en artikelen in ons land aan wezig, maar het grootste gedeelte moet uit het buitenland ingevoerd worden. Deze grondstoffen, enz. moeten we daar koopen, maar om te kunnen koopen hebben we geld noodig. Om dit geld te verkrijgen zouden we kunnen leenen, maar dit is wel een van de slechtste methoden, want een leening moet weer worden terugbetaald, terwijl er boven dien van het geleende geld rente moet wor den betaald. Bovendien worden leeningen alleen dan verstrekt, indien degene die daar voor in aanmerking komt voor zichzelf de overtuiging heeft, dat hij dit geld weer zal terugontvangen en dat hij de renten op tijd in zijn bezit zal krijgen. Een andere en op den langen duur de eenigst juiste methode is dan ook, dat wij artikelen uitvoeren en in ruil daarvoor de grondstoffen of de artikelen ontvangen, die wij voor den opbouw en na verwerking voor verdere export noodig hebben. Wij moeten dus produceeren en zoo veel mogelijk uit voeren en daarnaast het verbruik van de artikelen, die wij uit het buitenland moeten betrekken, zoo gering mogelijk maken. Wat kunnen wij als individu hieraan doen? In de eerste plaats zoo zuinig mogelijk met

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1946 | | pagina 1