Een bezoek aan onze werf
TEGENWERKING OF
SAMENWERKING
VI
Eén dezer dagen verscheen in de bladen
een kort berichtje, dat waarschijnlijk temid
den van alle grote „headlines" een groot
deel der lezers niet eens opgevallen zal zijn.
Ik kan me voorstellen dat het overgrote deel
dergenen, die het wel gelezen hebben, er
eens even hun hoofd over geschud hebben
en weer rustig verder gegaan zijn met het
lezen van de grote gebeurtenissen van de
dag. Het is niet eens uitgesloten, dat slechts
weinigen bemerkt zullen hebben, dat hier
heel even de vinger gelegd werd op een
wonde plek in onze hedendaagse samen
leving.
Het betrof een klein voorval waarvan de
verslaggever op een der vele zomerse dagen
van dit jaar getuige was bij een wandeling
in de duinen. Een groep achterlijke kinderen
wandelde daar onder leiding van enkele
pleegzusters. Plotseling naderde een auto vol
vacantiegangers. Na de groep gepasseerd te
zijn stopte de auto en stapten de inzittenden
uit om de kinderen eens goed te kunnen
bekijken. Zeer terecht sprak de verslaggever
hierover in het bovengenoemde artikel zijn
grote verontwaardiging uit. Hij knoopte hier
aan een beschouwing vast van de veldslagen
die geleverd worden bij tram en trein onder
het motto: ,,als ik er maar in kom, dan
interesseert mij de rest niet meer en hoe
ik erin kom, dat is mijn zaak".
Inderdaad, dat is het Nederlandse publiek
op zijn slechtst. Helaas kunnen we allen bij
even nadenken dit nog met vele andere
voorbeelden uitbreiden, die alle wijzen op
een gebrek aan discipline en beschaving.
Laten we nog één stap verder gaan, ook in
het politieke leven wordt vrijwel dagelijks
een gebrek aan discipline en beschaving
getoond, leder middel schijnt geoorloofd te
zijn wanneer het er om gaat tegenstanders
te bestrijden of een vermeend voordeel te
behalen, We hebben het nu in de twintigste
eeuw met al onze kennis en al ons vernuft
zo ver weten te brengen, dat de mensen
niet meer voor en met elkaar leven, doch
elkaar tegenwerken. Dit verschijnsel open
baart zich zowel internationaal als nationaal,
ja zelfs in verenigingen en gezelschappen
komt het voor. Helaas ook in ons bedrijf!
Gaat het leven niet tè veel lijken op een
uitsluitend najagen van eigenbelang, zonder
UITTREKSEL van het voorafgaande:
Een employé van onze wprf. Barend genaamd, was
in de hongerwinter 1944'45 op zijn zwerftochten
naar voedsel, terechtgekomen bij een familie in het
Oosten van het land. welke hefn geholpen had.
Tijdens zijn verblijf daar had hij gesproken over
Wilton-Fijenoord en bemeikt, dat deze mensen grote
belangstelling hadden voor een scheepswerf. Na de
bevrijding had hij hun een uitnodiging gestuurd om
naar Schiedam te komen om onze werf te bezichtigen.
Dezë uitnodiging was dankbaar aanvaard en de
familie bestaande uit man. die in de wandeling Oom
Gerrit werd genoemd. vergezeld van zijn vrouw
Tante Lena en zijn zoon Gijs en dochter Gerry, waren
in het huis van Barend aangekomen, waar het ge
sprek al spoedig op de werf kwam. Nadat Barend
in grote lijnen een overzicht had gegeven van de
algemene structuur van onze werf. werd het gesprek
over de taak van de diverse functionarissen voort
gezet. Ook de taak van enkele afdelingen werd be
sproken en hierbij wordt het gesprek gestoord door het
overkoken van de op het vuur gezette melk.
Wij zullen thans eens een bezoek brengen
aan 'de afdeling Sociale Zaken en de chef
zich om wie of wat ook te bekommeren?
Beseffen we niet hoe weinig dit alles zal
bijdragen tot de wederopbouw van onze
samenleving. Op deze weg voortgaande
zinken we steeds dieper weg in het moeras,
waarin wij in vrijwel ieder opzicht geraakt
zijn.
Zonder hier een zedepreek te willen hou
den, geloof ik toch te mogen zeggen, dat
ook wij als werknemers van Wilton-Fijenoord
ons dat wel eens een ogenblik mogen reali
seren.
Ook ons leven en wérken hier in het bedrijf
vertoont dit verschijnsel van gebrek aan
discipline en beschaving. Voorbeelden zijn
er helaas te over! Als we eens even onze
gedachte laten gaan kunnen allen er stuk
voor stuk een gehele editie van het W.F.-
nieuws mee vullen. Een ieder weet dit uit
zijn eigen omgeving het beste. Hoe vaak
doen we er ook allen zelf niet aan mee?
Achten we onze eigen belangen boven het
bedrijfsbelang?
Op enkele plaatsen in ons bedrijf hangt
het bekende plaatje van de twee ezels, die
slechts door samenwerking hun doel kunnen
bereiken. Op andere plaatsen hangt de be
kende spreuk: „Verbeter de wereld en begin
bij je zelf". Laten we dit eens wat meer
nastreven en er niet, als ons oog erop valt,
met een nonchalant gebaar de schouders
voor ophalen. Hiertoe zullen we allen zonder
uitzonderingVjnze medewerking moeten ver
lenen. Een ieder op die plaats, waar hij in
het bedrijf gesteld is.
Wanneer we dan allen wat meer eerbied
voor elkanders werk tentoonspreiden, zal het
ook niet meer voorkomen dat er artikeltjes
in dit blad verschijnen waar gesproken wordt
over timmerlieden en fitters die elkaar tij
dens het afwerken in de haren vliegen en
dergelijk fraais.
De goede onderlinge verstandhouding zal
er wel bij varen, het zal de geest in ons
bedrijf verbeteren waar we allen de goede
vruchten van plukken. We zullen ermede
bereiken, dat ook op dit terrein Wilton-
Fijenoord anderen als voorbeeld gesteld
wordt. Laten we ons niet voorstellen, dat dit
alles zo maar één, twee, drie gaat, doch
waar een wil is, is een weg.
dier afdeling vragen, iets te vertellen over
de werkzaamheden, welke daar worden ver
richt. Dat zal U zeker interesseren, want
ook op het land zal het aan de meesten niet
zijn voorbijgegaan, dat vooral na de bevrij
ding veel over „sociale zaken" wordt ge
sproken. We zullen dan tegelijk eens vragen,
wat eigenlijk met die uitdrukking sociale
zaken wordt bedoeld.
Inderdaad zou ik daarover gaarne worden
ingelicht. Ik weet dat er in Den Haag een
Departement van Sociale Zaken is, doch ik
begrijp niet goed de betekenis van een
afdeling met die naam bij een fabriek als
deze.
Dat zal U straks wel duidelijk worden als
we het onderhoud hebben en U een en ander
van het werk hebt gezien.
Hier is het. U ziet, een groot personeel,
zowel dames als heren. Het geheel maakt
een fleurige indruk. We zullen hier even
kloppen.
Natuurlijk ben ik gaarne bereid U een blik
in het werk van deze afdeling te geven. Dit
kan echter slechts heel oppervlakkig zijn.
Een serieuse kennismaking met het vele
werk zou dagen in beslag nemen. We zullen
dus hier en daar een greep doen en U niet
vermoeien met bijzonderheden. In de eerste
plaats vindt op deze afdeling de aanneming
en het ontslag van personeel plaats. Vooral
onder de tegenwoordige omstandigheden zijn
hieraan vele formaliteiten verbonden. Bij het
Arbeidsbureau hebben we diverse aanvragen
voor goede vaklieden lopen, doch deze heb
ben doorgaans een werkkring en liggen niet
voor het opscheppen. Ook in ons bedrijf
komt het voor, dat men wi! veranderen en
ook dan wordt het Arbeidsbureau ingescha
keld. Dit bureau stelt een onderzoek in en
slechts indien blijkt, dat van een positiever
betering sprake is. wordt een ontslag ver
gunning verleend Het is dus niet meer zo
eenvoudig als voor de oorlog. Velen begrij
pen jammer genoeg niet het belang van het
onderzoek door het Arbeidsbureau en zien
dit uitsluitend als een tegenwerkende in
stantie. Niets is echter minder waar, hetgeen
de laatste tijd herhaaldelijk is bewezen, voor
al in gevallen, waar niet van deze bemid
deling gebruik werd gemaakt. Na enkele
maanden in de andere „betere" werkkring
te hebben gedoold, komt de teleurstelling en
heeft men spijt niet voldoende het „Bezint
eer gij begint" te hebben doordacht. Dit wil
niet zeggen, dat wij een werkelijke positie
verbetering in de weg willen staan. Uit den
aard der zaak geven wij daarvoor onze volle
medewerking, ook al worden daardoor uit
nemende krachten aan het bedrijf onttrok
ken.
Men heeft mij verteld, dat meer dan 6000
man in dit bedrijf werkzaam zijn. Dat moet
dus wel heel wat administratieve rompslomp
geven en ik ben erg benieuwd, hoe de be
rekening en de uitbetaling van de lonen
geschiedt.
Inderdaad geeft een zo groot personeel
een omvangrijke administratie. Elke Vrijdag
avond heeft de loonbetaling over de daar
aan voorafgaande week plaats en alvorens
het zover is, moet er zeer veel werk worden
verzet. Het personeel, dat U op de grote
afdeling ziet en dat in het kantoor hiertegen
over {wij noemen die afdeling Loonadmini
stratie, hoewel het werk zo in elkaar grijpt,
dat van een aparte afdeling geen sprake is)
werkt voor het grootste gedeelte, hetzij
direct of indirect, gedurende langere of kor.
tere tijd aan de totstandkoming van de weke
lijkse loonlijst, welke 160 bladzijden omvat.
Hier ziet U een willekeurig blad van de
loonlijst van de afgelopen week. Het is
verdeeld in 31 kolommen en op elke lijst
komen 42 namen voor. Bijna elke kolom is
geheel of gedeeltelijk ingevuld en U zult
hieruit kunnen concluderen, hoeveel werk
voor het maken van de diverse berekenin
gen en het invullen van die 160 bladen
nodig is. Naast de berekening van het loon
en tarief aan de hand van de gewerkte
uren, vindt U hier o.a, inhoudingen voor
loonbelasting, premie Ziektewet, Zieken
fonds en zovele andere! Als U dan weet, dat
eer feestdag, een extra uitkering, de vacan-
tieaagen enz. veel extra werk voor het
klaarmaken van de loonlijst vergen, dan zult
U wellicht begrijpen, hoe goed de samen
werking op deze afdeling moet zijn. Wat dat
betreft, wil ik U wel vertellen, dat ik daar
over ten zeerste tevreden ben. Ook U zult
in het landbouwbedrijf wel meerdere malen
de opmerking hebben gehoord, dat de na
oorlogse prestaties zoveel bij die van vóór
de oorlog achterblijven. Op deze afdeling is
dat in het algemeen zeker niet het geval.