WEET U HET? JA!
MUIZENPLAAG
BRAND AAN BOORD
VAN DE „STREEFKERK"
ger dan beter. In die tijd leek het wel of het
kantoorpersoneel wedijverde om er in zo
morsig en haveloos mogelijke kantoorjasjes
bij te lopen. Hoe groot de moeilijkheden op
het gebied van textielaanschaffingen thans
ook zijn, toch is het tegenwoordig beter. De
omgangsvormen waren tamelijk ruw al ont
brak een grote gemoedelijkheid en gezellig
heid onder het personeel geenszins.
Sedertdien is er veel veranderd. Op ons
werfterrein is, wanneer men het van de
Vlaardingerdijk betreedt, nog iets landelijks
bewaard gebleven. Een brede goede weg
omzoomd met bloeiende rozenstruiken leidt
naar het gebied van de arbeid. Rondom het
kantorencomplex en ook op andere plaatsen
vindt men bomen, bloemen en sportterreinen.
De werkplaatsen zijn ruime gebouwen, die
een groot contrast met de veelal bedompte
gebouwen van vroeger vormen. Wanneer men
zijn twaalfuurtje in een behoorlijk lokaal ge
bruikt heeft, kan men zich nog even in de
omgeving verpozen. Jammer, dat het Ster-
rebos in de hongerwinter is gekapt. Een reeks
van jaren hadden we toen een lustoord direct
grenzend aan de werf. De Poldervaart, die
zowel 's-winlers (schaatsenrijden) als
's-zomers aantrekkelijk is, ligt echter nog
altijd in de onmiddellijke nabijheid van de
Er kan werkelijk gezegd worden, dat onze
werf en haar omgeving er zijn mogen. Aan
boord van de schepen kan niet altijd onder
ideale omstandigheden worden gewerkt, maar
wat werkplaatsen, kantoren en het terrein
aangaat, is het een feit, dat in ruime mate,
aanpassing aan de eisen des tijds heelt
plaatsgevonden.
VjT.
(Dit artikel is geschreven door iemand die
werkzaam is op het kantoor. Wie, die zelf
in de werkplaats werkzaam is of was, wil
zijn ervaringen kenbaar maken over de toe-
standen en verhoudingen, in de werkplaatsen
van vroeger en nu?).de Red
Maandag 7 October werden wij opgeschrikt
door het bericht, dat er brand was uitge
broken aan boord van het in dok 3 liggende
s.s. „Streefkerk".
Toen we naar buiten snelden, bleek het
een hevig uitslaande brand op de brug te zijn,
die door onbekende oorzaak in de kaarten-
kamer was ontstaan. De bovenzijde van de
brug was één^ vlammenzee en met angst
zagen wij hoe het vuur zich snel uitbreidde.
Het was een verademing, dat we na enkele
minuien onze motorbrandspuit hoorden aan_
komen, welke direct in werking werd gesteld.
In buitengewoon korte tijd werd de strijd met
de vlammenzee aangebonden. Inmiddels
waren op het alarm ook onze ,Drydock V
en een andere boot bij de brand gearriveerd,
om zo nodig ook hun waterkanonnen in wer
king te stellen bij de bestrijding van de vuur
zee. Dit bleek niet nodig, want zienderogen
wonnen onze dappere brandweermannen ter
rein en al heel spoedig bleek, dat men het
vuur vanaf de landzijde alleen kon bedwin-
gen.
De brandweer van Schiedam, welke even
eens gewaarschuwd was, verscheen met twee
wagens op het toneel van de strijd, doch bij
aankomst was het gevaar reeds bezworen.
Jammer voor onze brandweermannen, die
hier blijk gegeven hebben, dat zij paraat zijn
en dat ons materiaal en onze brandweer vol
komen voor hun taak berekend zijn, ver
scheen de volgende dag in enkele plaatse
lijke bladen een bericht, dat het vuur be
dwongen was door de plaatselijke brandweer,
die te hulp geroepen was, omdat de fabrieks-
brandweer spoedig inzag, dat zij hier machte
loos stond.
Ere wien ere toekomt en dat is in dit geval
onze brandweer.
„9.000.000 inwoners heeft Londen", leerden
we op school en we dachten die mensen alle
maal gehuisvest in enorm grote huizen-com
plexen en zoiets in de geest als je van de
richting Haarlem Amsterdam binnenkomt,
maar dan natuurlijk veel en veel groter. Waar
moesten die 9.000.000 mensen, ongeveer het
zelfde aantal als de bevolking van heel
Nederland, anders in opgeborgen zijn?
Toch is de werkelijkheid wel even anders.
We weten het niet precies, maar de door
snede van Londen zal zoiets zijn als de af
stand RotterdamLeiden; je zit tenminste
5 kwartier in een snelle electrische trein, om
van het ene einde van de stad naar het
andere einde te komen.
In de city, het hart van de stad, knapen
van gebouwen als kantoren, winkelmagazij
nen enz. maar je hebt in Londen natuurlijk
als overal je armelui's buurten, de slumps,
waar de woningtoestanden droevig zijn. De
grote massa van de Londense werkers woont
echter niet daar, maar buitenaf, dikwijls in
huizen met niet meer dan één verdieping,
tuintje er voor, tuintje er achter, boompjes
in de straat, zoals we het hier in Holland
ook wel zien. Groot-Londen bestaat uit 28
verschillende gemeenten, die één grote stad
vormen en vele van die gemeenten hebben
weer hun eigen winkelcentrum, maar ook
hun eigen park, zodat lang niet alles één
steenmassa is. Neem daar nog bij dat het 'n
verschillende delen vrij heuvelachtig is zoals
in Arnhem en Nijmegen, zodat men nog van
aardige vergezichten kan genieten. t
Je telt er meer dan 400 autobuslijnen; daar
komen nog bij de trams. Bus en tram zijn
vrijwel allemaal „dubbeldekkers". Minder
fietsen dan hier in verhouding, maar massa's
auto's. Het verdere vervoer wordt verwerkt
door de bovengrondse- en ondergrondse
electrische treinen.
Vrijdagavond 5.30 uur en einde van de
werkweek gaat alles naar huis. Lange rijen
van wachtenden, honderden en honderden
mensen in één rij, daar is het hier maar
kinderspel bij, maar en dit is het meest
opmerkelijke geen dringen, ruziemaken en
vechten om een plekje in een van de vervoer
middelen te krijgen. Politie is er vrijwel niet
te zien, want ook het verkeer wordt geregeld
door de automatische verkeerslantaarns.
We zien dan zo'n enorme rij van wachten
den bij een halteplaats van 6 autobuslijnen.
Een bus van een der lijnen komt aangereden
en zij, die van deze lijn gebruik willen maken,
doen niet anders dan één stap links uit de
grote rij en Zonder enig gedrang gaat alles
rustig en kalm zijn gang, terwijl het je opvalt
dat het juist daarom veel vlugger gaat dan
bij ons. Is de bus vol dan sluit de rest weer
automatisch aan bij de grote rij en wacht
m op de volgende gelegenheid.
Voor de goede orde dient vermeld te wor
den, dat er in Londen in verhouding méér
materiaal in gebruik is dan bij ons; zij had
den ook niet 5 jaar lang individuen in hun
midden, die alles wegsleepten. Alleen in de
spitsuren zijn 5 staanplaatsen geoorloofd. Hel
verschil met het vervoer in Holland valt
dan op. Op veevervoer houdt hier de politie
toezicht, zodat, als er meer vee dan officieel
is toegestaan wordt vervoerd, de chauffeur
een behoorlijke boete krijgt, terwijl wij, men
sen, als vrachtgoed worden gestuwd. Alleen
hangen is hier verboden, d.w.z. buiten tram
of bus dan. De Engelsman gedraagt zich als
behoorlijk mens en wordt als zodanig ook
vervoerd.
En als je nu in het voorgaande Wilton-
Fijer.oord-Nieuws het stukje „Weet U het??
leest, dan trek je vanzelf een parallel tussen
hier en daar.
Waarom kan dat hier ook niet zo? 't Is
toch redelijk dat wie het eerst komt het eerst
maalt? En we voelen ons toch allemaal op
een reuzenmanier in de boek gedrukt
als we lang op bus of tram staan te wachten
en er het laatste of helemaal niet inkomen,
alleen door het onbeschoft optreden van
anderen, die later gekomen zijn.
We willen geen kudde-discipline als bij de
Mof, voelen ons daar allemaal ver boven
ijjfrheven, maar als er bij ons geen actieve
politieman bij te pas komt, zie je dikwijls een
klein beetje mensen bij een bijna leg£ tram
of bus herrie maken wie het eerste binnen
zal gaan.
Nu kunnen we drie dingen doen:
1. Doorgaary zoals tot nu toe en ons telkens
weer een brevet van onbeschoftheid toe
kennen. Waarom ook niet? We willen
immers ook geen oorlog meer, maar
knokken iedere dag om een plaatsje in
bus of tram, terwijl dat helemaal niet
nodig is.
2. Het Londense voorbeeld volgen. We voe
len ons allemaal weldenkende en goed
willende mensen; laten we ons dan ook
als zodanig gedragen.
3. In onze strafwetten is het verboden an
deren overlast aan te doen en dringen en
vechten om voor je beurt in bus of tram
te komen valt hier toch zeker onder!
Moeten enkele onzer wachtslieden
onbezoldigd gemeente-veldwachters
op de spitsuren toezicht gaan houden en
proces-verbaal opmaken tegen wie zich
onbehoorlijk gedraagt? We zouden zo
iets aan de Directie kunnen verzoeken
of hulp van Rijks- en Gemeentepolitie
kunnen inroepen, maar we zijn het toch
allemaal eens dat zoiets het laatste is
wat je doet!
Laten we dus „de kerk in het midden" en
het op 2. houden Het is zuiver een kwestie
van één week zelfbeheersing, dan gaat het
automatisch. Vcrmt zélf een rij bij bus en
tram en je hebt er zélf plezier van dat het
bij onze bus zo ordelijk gaat. Een ieder wil
de wereld verbeteren, laten we in deze
kwestie dan eens bij ons zelf beginnen.
Apropos bij de bus Rubensplein
richting stad schijnt het overeenkomstig
het voorgaande stuk vrij ordelijk te gaan,
daarentegen bij de bus richting Vlaardingen
en omliggende kampongs met.
Zouden er dan toch boeren, burgers en
buitenlui bij Wilton-Fijenoord werken?
ERE W'iEN ERE TOEKOMT.
Op Donderdag, 2 October 1947, is in de
vroege ochtenduren een wachtsman van de
Holland-Amerika Lijn in onze haven te water
geraakt.
Onze dekknecht Wijnand Dijksma, geb.
26 Maart 1929, die zich naar zijn werk begaf
en hulpgeroep hoorde, bedacht zich geen
ogenblik, sprong te water en smaakte het
genoegen de wachtsman het leven te redden.
Hulde voor deze moedige daad!
Het personeel wordt verzocht geen etens
resten in bureaux en papiermanden te depo
neren, daar de muizenplaag de laatste tijd
zeer is toegenomen.