DOK IV-DAY W.F. Toen te 2.45 uur de poort van de werf Wilton-Fijenoord wijd geopend werd voor de honderden genodigden, konden dezen reeds aan de ingang kennis nemen van de voor- jaarsopbouwgevoelens onzer directie: Por tiersloge en -huisje waren opnieuw geschil derd in zachte kleuren en de gehele entree zou zelfs een huisvrouw in extase hebben gebracht en als een overwinning hebben be schouwd. „Eindelijk dan navolging van onze goede voorjaarsgewoonte", zouden zij hebben ge dacht, „na eeuwen van het goede voorbeeld". Inmiddels waren door de directie de vele genodigden reeds ontvangen en tijdens de ontvangst bracht Minister Spitzen een pret tige boodschap. Het had Hare Majesteit de Koningin behaagd om de gouden ere-medail- le, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau te verlenen aan de heer P. Buitendijk, chef- dokmeester van W.F. De minister memoreer de in korte woorden het grote belang van de wederindienststelling van het grote dok. De Redactie W.F.-Nieuws maakt van deze gelegenheid gebruik om ook haar gelukwen sen te voegen bij de vele, die de heer Bui tendijk bij ons beter bekend onder de naam Pleun reeds mocht ontvangen. Alle officiële vertegenwoordigers te noemen met naam en functie zou ons te ver voeren en wij volstaan met het opnoemen van Di rectie H.A.L., commissarissen der N.V., waarnemend commissaris der Koningin in Zuid-Holland, B. en W. van Schiedam, Rot terdam en Vlaardingen, consuls en functio narissen van de eigen werf, alsmede depu taties van personeelsvertegenwoordigingen. Ondanks koude en regen werd de voorgestel de rondwandeling te 3 uur begonnen. Deze omgang was kort, maar interessant. Het nieuwe dok met het vlaggeschip van de H.A.L., de „Nieuw Amsterdam", blijft voor in- en outsiders altijd een imposant gezicht. Voor de technische gegevens van het nu ge heel herstelde en ingebruikgenomen dok IV mogen wij verwijzen naar het officiële verslag in dit nummer. Ook over de nieuwe timmerfabriek geeft het genoemde verslag enige gegevens. In dit imposante nieuwe gebouw had de Harmo nie van W.F. zich opgesteld (niet verdekt opgesteld hoor, maar open en bloot) en gaf enige van haar bekende pittige nummers weg. Ook deze uitbreiding is een mijlpaal in de W.F.-geschiedenis. Als men in deze kolos sale ruimte staande eens naar boven en om zich heen ziet, is men blij, dat men in ge zelschap is, men zou alleen zijnde zeker last van ruimtevrees krijgen. Als slot van de rondgang werd de leer school bezocht en wel de tentoonstelling van werkstukken, vervaardigd door de leer lingen der school. Dit soort tentoonstellingen is reeds vele malen beschreven door kenners en buitenstaanders, maar altijd nog en weer valt er iets waar te nemen, wat volgens velen onzer bij onze hedendaagse jeugd niet veel meer aanwezig zou zijn, n.l. ambitie voor de arbeid en wij willen dan ook met enige nadruk zeggen, dat men t.o.v. de jeugd niet mag generaliseren. Als men tentoon stellingen als deze bezoekt en eens praat met leeraars, och, dan zijn de klachten en de pluimpjes precies dezelfde alstoen wij jong waren. M.a.w. als er sprake zou zijn van een jeugd, die het niet goed zou doen, dan was dat vroeger precies eender en een be zoek aan zulke tentoonstellingen zij dus speciaal aanbevolen voor pessimisten. Wilton scholieren, helpt ons de vrij algemeen ver kondigde mening over onze moderne jeugd spoedig tot de werkelijke proportie terug te brengen. Jullie werk is voor de optimist be wijs genoeg, dat onze jeugd wil en kan. En voorlopig is dat genoeg voor de ouderen! De rondgang werd besloten met een gezellig samen zijn in de grote tekenzaal, die als ontvangzaal was ingericht. Waar anders de tekenaars de werking van hun geest met potlood en papier concretiseren, klonk nu zachte muziek en het geroezemoes van vele vrolijke stemmen. Onze directie had het druk: velen kwamen haar gelukwensen met deze dag en met de wens, dat het ons bedrijf nog lang goed moge gaan, eindigt Uw verslaggever met één ge zegde uit de vele goede, die op deze dag werden gesproken: Weinig woorden en veel daden. Dit zij ons W.F.-devies. Ter gelegenheid van de indienststelling van dok IV is door ambtenaren en toezichthou dend personeel, bij monde van de heer Ver- maat, een herinneringsplaquette aan de di rectie aangeboden. De directie stelde deze geste zeer op prijs, hetgeen tot uiting kwam in de woorden van dank, welke de heer v. West sprak. Bijna 5 jaren zijn verstreken nadat eenzelfde periode van oorlog het mensdom had ge teisterd en alom vernietiging had gebracht. We durfden bijna niet meer geloven, dat ook voor ons Hollanders de dag van bevrij ding nog zou aanbreken en wij ons nog eens zouden kunnen inzetten voor de opbouw van ons land. Die dag is gekomen en hoewel voor velen onzer de oorlog diepe wonden achter liet, bleek al spoedig, dat de geestkracht van ons volk niet gebroken was. Met voort varendheid werd het herstel van fabrieken en huizen aangevat, doch we zouden geen echte Hollanders zijn, indien we niet steeds opnieuw nog aanmerkingen maakten op de gang van zaken. Woonhuizen zijn er nog veel te weinig, het probleem huisvesting is wellicht het grootste, dat Nederland nog kent, doch we mogen niet vergeten, dat de bouw van huizen eerst goed kan worden aangepakt indien de mogelijkheden voldoen de aanwezig zijn. De leuze, dat Nederland moet industrialiseren, wil het aan zijn zich uitbreidende bevolking deze bestaansmoge lijkheden bieden, wordt meer en meer be grepen. Nieuwe industriën ontstaan, oude worden uitgebreid en/of verbeterd, overal heerst een grote bedrijvigheid om de produc tiecapaciteit op een zo hoog mogelijk peil te brengen. Kosten noch moeiten worden ge spaard en terecht, want het gaat er immers om een behoorlijk welvaartspeil voor het gehele Nederlandse volk te bereiken en te bewaren. Hard is er aangepakt de jaren na de oorlog. Indien we onze ogen de kost ge ven, zien we overal de resultaten. We mogen dankbaar zijn. Het is nog verre van ideaal, de levensstandaard is wel zo hoog, dat slechts weinigen van een onbekommerd be staan kunnen spreken. Velen weten niet hoe ze de touwtjes aan elkaar moeten knopen en toch versagen ook zij niet, want ze weten even goed, dat het ook gaat om de toekomst van hun kinderen. Toch zien we nog te veel symptomen van laksheid. Kijkt U maar gerust om U heen, overal waar gij komt, in de stad of op het land, zult gij nog mensen aantreffen, die het wel geloven en menen, dat zij het aan ande ren moeten overlaten om te presteren wat zij kunnen. Dat is dom, heel erg dom. Niet alleen, dat zij zichzelf daarmede duperen, neen ook U, die zich wel degelijk van zijn plichten kwijt en zich bewust is van de ver antwoordelijkheid, welke U ten opzichte van Uw medemensen heeft, ondervindt daarvan de nadelen. Immers alle tijd, die verbeuzeld wordt, betekent verlies, dus verhoging van de productiekosten en wie zijn degenen die het gelag betalen? Wij allen, de consumen ten. De winkelier vraagt niet of we hard, normaal of helemaal niet werken. De prijs is voor iedereen dezelfde. We mogen dankbaar zijn voor alles wat deze laatste vijf jaren is gepresteerd, maar kun nen we ook tevreden zijn? Het is onmogelijk hierop in het algemeen een antwoord te geven. We geloven, dat het beter is dat ieder voor zich te rade gaat wat hij nog zou kun nen doen om zijn aandeel in de opbouw van het land zodanig te doen zijn, dat hij tegen over zichzelf en zijn medemensen het gevoel heeft zijn beste beentje te hebben voorgezet. De geestkracht van het Nederlandse volk is niet gebroken ,de wil tot werken is aanwe zig en manifesteert zich in de rijzende pro ductie. We zijn er echter nog niet zolang er nog mensen rondlopen, die het wel geloven. Ook hen zullen we er van moeten overtui gen, dat het om de toekomst gaat. We ko men er niet met afwachten, we zullen daden moeten stellen. Een ieder heeft recht op een menswaardig bestaan, maar ook ieder zal moeten begrijpen, dat de gemeenschap recht heeft op zijn volle arbeidskracht. Indien deze wisselwerking goed wordt begrepen, dan kunnen we de toekomst met gerustheid tegemoetzien en zullen ook de moeilijke problemen van thans worden opgelost. Het grote dok is weder gerepareerd en in bedrijf gesteld, de nieuwe timmerwinkel is in gebruik genomen, de productie-capaciteit van de werf is daarmede belangrijk ver groot. Het is thans aan ons deze mogelijk heden ten volle te benutten en te bewijzen, dat wij willen werken voor de toekomst van ons nageslacht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1950 | | pagina 5