DE VERNIEUWDE SMEEDPERS.
13e Jaargang
20 October 1950
No 18
ORGAAN VAN EN VOOR HET PERSONEEL VAN WILTON-FIJENOORD, SCHIEDAM
Redactic'commissiei L. Giphart, C. Keyzer, J. Koppe, J. W. Weber. Redactie-adresi Afd. Sociale Zaken
Wie in Delfshaven kent niet het onderaards
gegrom, dat opsteeg uit de schoorsteen van
de oude werf Wilton en tot ver in de omtrek
te horen was?
Dit grommen, dat gepaard ging met het uit
stoten van grote stoomwolken behoort tot
het verleden.
Bijna 40 jaar heeft het grote krachtwerk
tuig „de smeedpers" zijn titanenarbeid ver
richt, totdat het op 17.. Augustus 1950 zijn
laatste stoomadem heeft uitgestoten. Dit be
tekende echter niet het einde van de reus,
want als verjongd ving op 19 September 1950
het rijzen en dalen van zijn machtige hamer
weer aan, beweeglijker dan ooit te voren.
Toch heeft hij niet aan kracht ingeboet en
kan dus als voorheen een druk uitoefenen
van 2 millioen kg. Waarmede is deze kracht
te vergelijken? Stel, dat het mogelijk was
met mensen dat gewicht te torsen en elke
man 50 kg. zou dragen, dan hadden wij 40.000
man nodig. Dat is dus ongeveer 7 maal het
aantal mensen dat in ons bedrijf werkzaam is.
Een korte uiteenzetting is nodig om zich een
beeld te kunnen vormen van wat er eigen
lijk gebeurt. Tussen de 4 kolommen, die ver
ankerd zijn in een zeer sterke fundatie en
aan de bovenzijde verbonden door een ver-
bindingsjuk, kan zich een juk bewegen door
middel van 2 zijcilinders, die aan het boven
ste juk zijn bevestigd. Deze zijcilinders die
nen alleen voor het op en neer bewegen van
het verplaatsbare juk. In het midden van
het verbindingsjuk is de eigenlijke perscilin
der gemonteerd. Aan de onderzijde van de
cilinder is een pakkingkamer met gland,
waardoorheen de persplunger kan bewegen.
Deze plunger staat op het verplaatsbare juk.
Aan de onderzijde van dit juk is het boven-
zadel bevestigd, dat op het te smeden ijzer
kan drukken. Het verplaatsbare juk laat men
zover zakken totdat het bovenzadel op het
ijzer staat, dat op het onderzadel rust. In
de perscilinder wordt nu water toegelaten,
tordat deze geheel vol is. Dit water bevindt
zich in de zgn. windketel, die geplaatst is op
het vulventiel, dat bediend wordt door klep
pen in het bedieningsapparaat. Is nu de
perscylinder gevuld, dan wordt de toevoer
van de windketel afgesloten en water toe
gelaten van 240 atm. Deze druk tracht de
plunger omlaag te drukken. Indien nu het
te smeden ijzer bij die druk te veel weer
stand biedt, wordt een druk van 600 atm.,
die door middel van een drukomvormer wordt
verkregen, toegelaten, zodat de pers dan de
maximumkracht van 2000 ton ontwikkelt.
Bij de stoomhydraulische pers werd deze
druk door een stoomzuiger verkregen, waar
van de stang in het opgesloten water drukte.
De totale kracht van de stoomzuiger, onge
veer 220 ton, werd dan overgebracht op het
oppervlak van de stoomzuigerstang, waar
door in de perscilinder een druk van 600
atm. heerste. Bij de zuiver hydraulische pers
wordt een druk van 240 atm. verkregen door
4 hydraulische pompen, aangedreven door
electromotoren. Deze pompen zijn opgesteld
in de voormalige centrale. Elke pomp heeft
3 plungers, die door een krukas heen en weer
bewogen worden. Drie pompen worden aan
gedreven door 315 PK motoren van het kort-
sluittype en leveren elk 25000 liter water bij
een druk van 240 atm. Het aantal omwente
lingen bedraagt 730 per minuut en deze wor
den door een tandwieloverbrenging op 120
per minuut op de pompas overgebracht. De
vierde pomp is van hetzelfde type en wordt
aangedreven door een snarenoverbrenging
met een motor van 100 PK. Deze pomp levert
7200 Itr. water, eveneens van 240 atm. De
gehele pompinstallatie met de hierop wer
kende pers is een gesloten systeem. De pom
pen zuigen het water aan uit een voedings
tank van 23 m3 inhoud en persen het water
in een gemeenschappelijke persleiding, die
tevens de toevoerleiding is van de smeedpers.
Om een nagenoeg constante druk te verze
keren is een waterverzamelvat aangesloten op
de persleiding; op het water van dit vat
staat een luchtdruk van 240 atm. Deze lucht
bevindt zich in 7 vaten met een totale in
houd van ongeveer 18 m3, die door een lucht-
compressor op deze druk wordt gebracht.
Het verzamelvat is af te sluiten van de
drukleiding. In de hiervoor bestemde afslui
ter zijn 2 terugslagkleppen opgenomen. Een
van deze kleppen slaat dicht wanneer het
water in het verzamelvat, dat tevens als
regelapparaat werkt, te laag wordt. Hier
door houdt de bufferwerking van de lucht-
vaten op, omdat de aansluiting naar de druk
leiding dan afgesloten is. Indien de pompen
op druk werken en de drukleiding ook bij
de smeedpers afgesloten is, zal de druk in
deze leiding hoger worden dan in het ver
zamelvat. Nu wordt de tweede terugslagklep
door deze druk geopend en kan weer water
in het verzamelvat komen. Het verzamelvat
is voorzien van 6 vlotterkwikschakelaars. De
onderste le schakelaar stelt een alarminrich
ting in werking om het bedienend personeel
erop attent te maken, dat het water de laag
ste stand heeft bereikt en het gevaar bestaat,
dat ook de lucht in de drukleiding zal ont
snappen. Dit gebeurt echter indien de wer
king van de tweede schakelaar geweigerd
heeft, die direct boven de le is aangesloten.
Indien echter de pers niet gebruikt wordt,
zodat geen water wordt afgenomen, zullen
de pompen spoedig het verstoorde evenwicht
herstellen en door de genoemde 2e terug
slagklep zoveel water in het verzamelvat
pompen, dat de 2e schakelaar de hoofdterug
slagklep laat openen. Nu is de weg voor het
water naar de drukleiding weer vrij en kan
weer water door de pers worden gebruikt.
Indien alle pompen bij staan zal het water
snel stijgen en dreigt het verzamelvat vol te
worden. In het bovengedeelte van het vat
zijn eveneens vlotters aangebracht, die zor
gen, dat de pompen het water rondpompen
zonder dat er druk optreedt. De toevoer
houdt dus op en het water komt niet hoger.
Weigeren deze laatste vlotters dan zal het
water de erboven staande lucht samendruk
ken. De wijzer van de manometer gaat om
hoog en maakt bij 10 atm. overdruk contact
en een automatische schakelaar zorgt, dat de
motoren van de pompen uitgeschakeld wor
den, waardoor de watertoevoer eveneens op
houdt. De genoemde vlotterschakelaars wer
ken op hefmagneten, die weer hydraulisch
bestuurde mechanismen bedienen, die voor
in- en uitschakelen van de pompen en de
hoofdterugslagklep zorgdragen. Bovendien is
voor de hoge-druk-beveiliging elke pomp en
ook de hoofdafsluiter voorzien van een vei
ligheidsklep. Al deze beveiligingen zijn nood
zakelijk, omdat bij het werken met deze
hoge drukken en grote hoeveelheden geen
risico's genomen mogen worden. Ook de
electromotoren zijn uitgerust met een
maximum en minumum thermische beveili
ging. Twee transformatoren, elk 500 K.V.A.
zetten 5000 Volt om in 380 Volt, waarop de
motoren zijn aangesloten. Het verbruik per
motor is 450 Amp. bij volle belasting en
120 a 130 Amp. bij onbelast draaien. Zoals
alles voor deze installatie, zijn ook de fun
daties zeer solide uitgevoerd. Een pompfun-
datie weegt 100 ton. Ook de luchtvaten en
het verzamelvat zijn zwaar gefundeerd, wat
nodig is als men bedenkt, dat elk luchtvat
10 ton weegt, dat is voor 8 vaten 80 ton op
een betrekkelijk smalle strook. De genoemde
drukleiding is ook sterk verankerd om de
schokken, die in deze leiding optreden, te
kunnen opvangen. Deze leiding met haar sterk
uitgevoerde flensverbindingen, weegt ca. 300
kg per meter. Het grote voordeel van deze
installatie is, dat wanneer tussentijds het
materiaal verhit wordt de pompen afgezet
worden en er dan geen energieverbruik is.
Een ander voordeel is o.a., dat de druk tijdens
het smeden niet terugvalt en men zolang de
pompen draaien smeden kan. Het is begrij
pelijk, dat deze installatie een stap verder
is op de weg van modernisering en verbe
tering van ons bedrijf en we vertrouwen
dan ook, dat het besluit van onze directie
om tot deze ombouw over te gaan een wijs
besluit is geweest en dat dit tot versteviging
van ons bedrijf zal medewerken.
Gei.