IN MEMORIAM
11
NIEUWS
men rekent natuurlijk niet op lasaggregaten
e.d. Het inachinekamerpersoneel bleek echter
niet voor één gat gevangen te zitten. Men
had de beschikking over het scheepsgelijk-
stroomnet van 110 Volt spanning. Met het
voorschakelen van weerstanden en het paral
lel laten draaien van de lichtdynamo's kon
men het brengen tot een 45 Volt spanning
en een 150 Amp. stroomsterkte. Er kon dus
gelast worden, zij het dan in een bescheiden
tempo. Van de wal werden er twee lasaggre
gaten besteld, die uit het binnenland moesten
komen, benevens lassers met het benodigde
materiaal.
Nu is een fjord toch altijd nog wat anders
dan een rustige Rotterdamse haven. Er loopt
deining en dit houdt weer in, dat een schip
allesbehalve stil ligt. Zolang er nu maar op
het dek gelast moest worden, was dat niet
zo bezwaarlijk, alleen moet men zich wel
bewust zijn, dat het werken onder sneeuw
buien, strenge koude en harde wind allesbe
halve aangenaam is. Het moeilijkste was wel
het aanbrengen van de huidplaten op een
ietwat slingerend schip onder die weersom
standigheden. Onze zegsman wilde er niet
veel van vertellen, maar wij kunnen ons le
vendig voorstellen, dat dit een eerste klas
prestatie is geweest, die deze Amerikanen tot
eer strekt. Wanneer wij hier lezen over de
relatieve luxe, die de mensen aan de over
kant zich kunnen veroorloven en we horen
van het comfort, dat zij daar hebben, dan
zou men onwillekeurig denken aan een
zekere verwijfdheid. Maar deze lieden heb
ben blijk gegeven allesbehalve jongejuffers-
handjes te hebben, maar kerels te zijn in de
beste zin van het woord. Zij hebben met
behulp van de lui aan de wal dat moeilijke
werk opgeknapt en hun schip weer in zo
verre zeewaardig weten te maken, dat een
behoorlijke reparatiehaven kon worden opge
zocht. Quo vadis?
Toen na zeven dagen zwoegen de „Mormac-
mar" weer zeeklaar was, werd koers gezet om
de zuid met bestemming: Wilton Rotterdam.
Of er dichter bij dan geen gelegenheid was
voor een definitief herstel van de schade?
Zonder twijfel, maar de „Mormacmar" moest
ook in gedeeltelijk geladen toestand in een
dok worden geplaatst en de Mormacmar-lijn
heeft een goede herinnering aan de werf
vanwege een vroegere reparatie, die blijkbaar
tot volle tevredenheid was verricht.
Dit was n.l. het s.s. „Mormacsurf", hetwelk
in December 1950 in geladen toestand in
dok 4 geplaatst werd voor een reparatie aan
de achtersteven. Een tevreden klant kwam
terug.
In dok 4 werd hij liefderijk ontvangen en
Met leedwezen geven wij kennis van het
overlijden van
P. DE GRAAFF,
oud-werknemer, die gedurende 45 jaar
als buitensjouwer zijn krachten aan de
onderneming heeft gegeven, (overle
den 22-2-'53.)
S. SPOORMAKER,
oud-werknemer, die gedurende 39 jaar
als onderbaas afdeling Buitenbankwer
kers de onderneming heeft gediend
(overleden 2-3-'53).
Hun nagedachtenis zal door ons in ere ge
houden worden.
met bijzondere zorgen omringd. Want een
geladen schip kan nu eenmaal niet zo maar
gewoon op de blokken worden gezet. Daar
voor zijn extra voorzieningen nodig.
Toen wij aan boord kwamen, werd er met
man en macht gewerkt. Wij hebben de scheu
ren kunnen zien, voor zover zij nog aan
wezig waren. Tal van huidplaten zijn er uit
genomen en door nieuwe vervangen. Als leek
hadden wij gedacht, dat de scheuren op de
lasnaden zouden zijn ontstaan. Deze bleken
echter volkomen intact te zijn gebleven. De
platen waren gewoon in het midden als het
ware uit elkaar getrokken. Wat daar voor
krachten aan het werk zijn geweest, kan men
zich moeilijk voorstellen.
Journalisten en schepen hebben zo in het al
gemeen gesproken gemeen, dat zij altijd
haast hebben. De eersten om hun nieuws te
spuien en de andere, om him lading kwijt
te raken. Op de werf kent men beide cata-
gorieën door en door. Onze ervaring als jour
nalist is althans, dat wij in een minimum van
tijd onze gegevens bij elkaar hadden gekre
gen van de betreffende instanties en wat de
reparatie van het schip betreft, ach, te oor
delen naar de spoed, waarmede wij de men
sen aan boord aan het werk zagen, geloven
wij, dat zij er een eer in stellen, deze „Ame
rikaan" in de kortst mogelijke tijd het dok
uit te werken.
Wanneer dit nummer onze lezers bereikt, zal de „Mor
macmar" wel in Baltimore zyn met de rest van zijn lading.
Toen wij naar huis gingen, zagen wij onderweg nog een
tanker, de „Daphnella", die blijkbaar in de midscheeps
door een ander vaartuig was geramd. Zo'n half openge
scheurd middenschip lijkt ons wel de moeite waard nader
te gaan bekaken. Hierop komen wy eventueel later terug.