NIEUWS
6
een hefvermogen, variërend van 15 tot 50 ton.
Zwaardere stukken werden veelvuldig aange
boden maar moesten aan rederijen met spe
ciaal hiervoor gebouwde schepen (o.a. de
,,Bell"-schepen) overgelaten worden. Toen
echter de Duitse handelsvloot weer op de
wereldzeeën toegelaten werd, deed dit de
concurrentie al spoedig weer opleven. De
Duitse Hansa-lijn opende weer haar regel
matige diensten op India en de Perzische
Golf, maar met geheel nieuw materiaal, nieu
we, economisch en practisch uitgeruste sche
pen met laadgerei tot 180 ton hefvermogen
toe. De Strick-lijn overwoog om één harer
schepen ook te doen uitrusten met zwaarder
laadgerei. Hiertoe werd reeds vorig jaar con
tact opgenomen met Wilton-Fijenoord. Na
prijsopgave werd in October j.l. de opdracht
verstrekt voor het maken van een mast met
laadboom voor 100 ton hefvermogen.
Na ampele overwegingen besloot de rederij
de mast op het s.s. „Nigaristan" te plaatsen,
niet alleen om het feit, dat dit schip met een
groot luikhoofd achter de voormast hiervoor
liet meest geschikt was, maar ook om het feit,
dat dit schip schade had aan de hoofd
machine, welke weliswaar voorlopig gerepa
reerd was, maar vóór 1955 definitief verhol
pen moest zijn. De fundatie van de hoofd
stoommachine was nl. gescheurd bij de ach
terste kolom van het lagedruk gedeelte. Met
gelaste stalen platen was hier een verband
omheen gelegd, dat vrij goed hield. Bij de
bouwers, de werf John Readhead in South-
shields, kon men direct een nieuw gietstuk
van het lage druk gedeelte van de fundatie
bestellen en dit werkstuk werd eind Maart
naar Rotterdam verscheept.
Toen het schip dus half Maart aan de werf
kwam waren er al heel wat voorbereidingen
getroffen; de nieuwe mast en de nieuwe zwa
re spier waren in de scheepsbouwloods klaar
gekomen en werden tot één geheel samenge-
bouwd langs de nieuwe kade bij de garage.
Baas de Bruvn met z'n mensen heeft daar een
mooi stukje werk geleverd. Ook werden daar
ter plaatse de zware blokken van Machine
fabriek Vos uit Dordrecht opgehangen. Bo
vendien werkte men in Haarlem bij Figee
heel hard aan 2 zware lieren, elk met een
trekkracht van 20 ton op de trommelelk ap
paraat woog bijna 13 ton. De firma de Haan
in Gorinchem was bezig met het slaan van
de zeer zware staaldraden; letterlijk polsdik
zijn deze „enden", gefabriceerd van materiaal
met zeer hoge trekvastheid.
Zodra het schip aan de werf gemeerd lag
werden beide karweitjes aangepakt. De hoofd
machine werd uitgekleed, schijnlicht afgeno
men en met de bok werden L.D.-cylinder met
kolommen verwijderd. De gebroken „bedplate"
werd netjes eruit gepikt en naar de machine
fabriek gebracht. Na het schoonmaken werd
de oude fundatie op de tafel precies uitge
lijnd en gemeten, waarna deze maten op de
nieuwe fundatie overgebracht werden; dit
gietstuk werd dienovereenkomstig bewerkt en
reeds na een week ging het nieuwe gietstuk
weer in het schip, waarna het stellen begon.
De krukas was in haar geheel omhoogge-
bracht en het nieuwe gietstuk werd zodanig
geplaatst, dat de hoofdmetalen van de gehele
machine weer precies in één lijn lagen. Bo
vendien moest de krukas weer precies aan
sluiten op de koppelflens van de as van het
stuwblok, bij dit schip tevens fungerend als
aangedreven as van de hulpturbine. En bo
vendien moest de L.D.-cylinder met kolom
men weer precies aansluiten op de rest van
de machine. Al met al is met heel wat pas
sen en meten de zaak weer goed gekomen.
De oude mast met laadgerei werd radicaal
beneden losgebrand en met de bok op de
kant gedeponeerd. Eerst werden de noodza
kelijke dekversterkingen gemaakt, ook met
het doel zwaardere stukken als deklast te
kunnen vervoeren. Ook werden de schotten
geplaatst op het tussendek voor de nieuwe
winch machinekamer. De grote lieren konden
onmogelijk een plaatsje krijgen boven op dek
en bovendien was het beter de zware staal
draden op de trommel te laten zitten en op
het tussendek konden dus lieren met staal
draad tegen weer en wind beschermd worden.
Na het transport van de nieuwe lieren op het
tussendek kon de nieuwe mast met spier ge
plaatst worden.
Daar beide opdrachten de nodige tijd vereis
ten wilden de eigenaars zoveel mogelijk on
derhoudswerkzaamheden, welke door Lloyd's
vereist werden, uitgevoerd zien. Hoewel het
schip pas volgend jaar aan de zgn. speciale
survey toe was, zijn alle werkzaamheden hier
voor reeds gedaan.
Bovendien voelde de rederij er veel voor,
meer speciale gekoelde lading te vervoeren.
Er was reeds een ladingkoelkamer op het
schip aanwezig, doch men wilde hiervoor een
Lloyd's certificaat verkrijgen en bovendien
een lagere temperatuur in de kamer onder
houden. Ook om 2 soorten lading te vervoe
ren deelde men de cel in tweeën; de koel
installatie moest hierdoor vergroot worden en
een nieuwe installatie werd bij Hall in Enge
land besteld. Helaas kon deze firma deze
apparaten niet tijdig in Rotterdam brengen
en moest W.F. zoveel mogelijk alles voorbe
reiden om de nieuwe installatie in de kortst
mogelijke tijd in Londen geplaatst te krijgen.
Wegens de hoge temperaturen, welke in de