TI2nd.ee
enne
NIEUWS
2
Thou at
Coudun.
Xtlantische Öceaa
o Mei le
Geografische bijzonderhedenDeze streek, de
oude provincie „Poitou", is gelegen in mid
den-west Frankrijk en bestaat tegenwoordig
ongeveer uit de departementen La Vendée,
Yienne en Deux-Sèvres. Terwijl het oostelijk
deel van deze provincie „Opper-Poitou", gro
tendeels bestaat uit sterk verweerde kalk-
plateau's, bestaat het westelijk deel, „Neder-
Poitou" (Vendée) uit laagland en moerassen,
tegen de zee beschermd door dijken of dui
nen. Het droogleggen van deze moerassen is
reeds eeuwen geleden begonnen, getuige het
feit, dat in 1597 een koninklijk bevel tot
drooglegging onder leiding van Hollandse in
genieurs werd uitgevaardigd. Het drooggeleg
de gebied doet ook sterk aan Holland den
ken; laag gelegen weidegebieden, beschermd
door dijken en vele typische toren-molens.
Ook zijn er nog verschillende woorden van
Hollandse afkomst te bespeuren, zoals „digue",
„polder" en „plattes". De laatste zijn eenvou
dige platbodemvaartuigen, waarmee, evenals
in sommige Hollandse gebieden het verkeer
grotendeels plaats vindt. Door deze natuur
lijke ligging: in het westen moerassig gebied
en naar het oosten kalkplateau s, waarvan de
hoogste top bij Pouzanges echter slechts 295
meter hoog is, was de provincie Poitou een
belangrijk verdedigingsgebied in verschillen
de oorlogen en werd daarom dikwijls de
„poort van Poitou" genoemd. Vandaar het
grote aantal kastelen in deze historische
streek.
Het klimaat is in de kuststreek een gematigd
zeeklimaat, naar het oosten toe overgaande
in een landklimaat met grotere temperatuur
verschillen en droge zomers. Hierdoor is de
wijncultuur mogelijk. In de drie departemen
ten Deux-Sèvres, Vienne en Vendée, wonen
ca. 1.000.000 mensen op een oppervlakte van
20.000 km2, hetgeen een gemiddelde van 50
mensen per km2 geeft (voor Nederland is dit
318 per km2).
Historische beschouwing: De provincie Poi
tou heeft al vroeg een belangrijke rol gespeeld
in de geschiedenis van Frankrijk. Een rol, die
in belangrijke mate bepaald werd door haar
ligging en natuurlijke gesteldheid. Uit de
grijze oudheid dateren rotstekeningen van
holbewoners, voor wie het kalkachtige gebied
geschikte schuil- en woonplaatsen bood. Uit
die tijden stammen ook de merkwaardige
„menhirs" en „dolmens". De eerste zijn recht
opstaande lange stenen, die beschouwd wor
den als grafmonumenten, opgericht ter ere
van een dode; zij zijn vaak voorzien van in
scripties, runen e.d. Een dolmen is een graf
uit het Stenen Tijdperk, bestaande uit 3 of
meer rechtopstaande stenen, die afgedekt
werden met een grote ruwe deksteen. De ge
schreven geschiedenis van Poitou begint ech
ter pas bij het verschijnen van de Keltische
stam der Pictones, die later door de Romei
nen onder Caesar onderworpen werden. Deze
overheersing door de Romeinen heeft ook
daar een stempel gedrukt op de gehele ont
wikkeling van de streek. Na de ineenstorting
van het Romeinse Rijk werd Gallië verdeeld
in drie koninkrijken. In 507 na Chr. werd
15 km ten noorden van Poitiers de koning