Öj|) NIEUWS Prins Bernhard bezichtigt de machinefabriek van Prins (1954). langrijkste pijler van de Dokkumer economie is de handel. Met enige bravoure mag Dok- kum zich noemen de derde handelsstad van Friesland. Naar verhouding vindt men op weinig plaatsen in Nederland zo'n sterk ont wikkelde koopmansstand. De grossiers bewer ken rayons die zich ver uitstrekken buiten N.O. Friesland. Scholen en ambtelijke bu reau's van Rijk en Provincie geven Dokkum ook echt het karakter van een regionaal cen trum en verschaffen velen brood. Dokkum is ook centrum van verkeer. De N.O.F. verzorgt het personenvervoer voor N.O. Friesland nu tram en trein verdwenen zijn. Tenslotte de oude en de jonge industrieën. De suikerwerkenfabriek van Fortuin, die de ulevellen met de bekende rijmpjes (thema meestal de liefde!) maakt, is een voorbeeld van n oude industrie. De Metaalverwerkende industrie van Prins is een jonge industrie; hier worden o.a. wielen voor landbouwwa- gens en auto's geperst. De groei van de bevolking wordt belemmerd door de „export" van emigranten. Door toe komstige inpolderingen in Lauwerszee en Waddenzee kan Dokkum zijn regionale func tie nog sterk uitbreiden. DOKKUM: één MONUMENT Dockum in zijn geheel is, door aanleg en bouw, omsloten door de oude wal len en weinig geschonden, wellicht het schoonste en volledigste voorbeeld van een Nederlandse stad van drie of drie en een halve eeuw geleden. (Dr H. Polak: Het kleine land en zijn grote schoonheid.) Het opschrift - een uitspraak van Dr Bre- dius - doet het best in een V.V.V.-folder. Het is natuurlijk en gelukkig niet waar. Als de gehele stad één monument was, zou zij ook geheel op de Monumentenlijst staan, zou zij ook geconserveerd moeten worden, en als museum fungeren. In een museum kan de burgerij niet leven. De grijsaard Dokkum is na twaalf eeuwen nog zeer vitaal. Toch: de stad heeft door haar - niet eens bijzonder rijke - monumentenbezit, doch vooral door haar bouw op de terp, aan weerszijden van de vroegere zeearm en zee haven, binnen de grachten, bolwerken en bastions, een eigen sfeer. Een sfeer die geen andere stad van het Friese elftal bezit. „Der is mar ien Dokkum* in het onvergelijkelijke Friesland. DOKKUM - FEESTSTAD. 't Is feest! Vlecht nu oranjelint En vlaggedoek dooreen, Symbool, hoe 'tvolk Oianje mint! Oranje en Volk zijn één! (Dokkummer feestlied - 1898 Vanouds heeft Dokkum een uitstekende re putatie als regionale feeststad. Het konin- ginnefeest op 31 Augustus was beroemd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 11