E ■BBSS 15 (tj|) NIEUWS Schilderij uit de 18e eeuw, voorstellend wolvisjocht der Hollanders. (lieren. De schijven kraakbeen, tussen de wervels in gelegen, zijn zeer dik, zodat de ge hele wervelkolom zeer buigzaam is, van be tekenis voor de snelle voortbeweging. De schoudergordel bestaat slechts uit twee grote, platte, waaiervormige schouderbladen, die in een gewrichtsholte de opperarm van de borstvinnen opnemen. De schouderbladen liggen in vlees, spieren, op de ribben. De sleutelbeenderen ontbreken steeds. Een klein, aan het schouderblad vastgegroeid ravenbek- uitsteeksel komt meestal voor. De bouw van de borstvin werd hierboven reeds besproken. De voorste rechter- en linkerribben worden door een groter of kleiner borstbeen aan de onder- of buikzijde van het dier verbonden. Door het ontbreken van de achterste lede maten, de buikvinnen, is de betekenis van bet bekken, de heup, zeer achteruitgegaan. De beide kleine bekkenhelften zijn staafvor- mig en staan ver uiteen; zij zijn bovendien los van elkaar en van de wervelkolom. Zij zitten in de spieren en kunnen bij sommige soorten zelfs geheel ontbreken. Een bruinvis van bijvoorbeeld 1.50 m heeft een bekken lengte van 12 - 13 cm. Bij de grootste soorten walvissen van 30 m en meer is het bekken slechts 30 - 40 cm lang. De bekkenbeenderen wijzen erop, dat eertijds, voor enige tientallen millioenen jaren, de walvissen wél achterste ledematen hadden en dus ook een meer com pleet en groter bekken. Versteende, fossiele resten van reeds lang uitgestorven soorten walvissen, gevonden bijv. in Egypte en in het zuiden van Noord-Amerika, bevestigen deze opvatting. Tenslotte geef ik hier de gewichten van enige beenstukken van een ruim 20 m lange, nog „ondermaatse", blauwe vinvis, naar opgaven van C. F. Feltmann en Dr. W. Vervoort. Schedel1971 k«- Onderkaak928 kg Wervelkolom4410 kg Ribben917 kg Borstbeen56 kg Borstvinnen575 kg Zie blz. 69 in het boek „Walvisvaart", 1949, van Feltmann en Vervoort, nr. 35 in Noor- duyn's wetenschappelijke reeks. Lichaamsholte, organen. De door het geraamte omsloten lichaamsholte wordt, als bij alle zoogdieren, verdeeld in borst- en buikholte, gescheiden door het middenrifvlies. Bij alle zoogdieren staat dit loodrecht op de lengteas van het dier, maar bij de walvissen en dolfijnen loopt deze scheidingswand schuin, min of meer diago- naalsgewijs. Dit houdt o.a. verband met de grote ontwikkeling der longen, die zich zeer ver naar achteren uitstrekken, een voordeel voor het dier, omdat bij dan zeer veel lucht kan inademen bijv. bij het duiken. De ingewanden in de lichaamsholte, de orga nen van ademhaling, bloedsomloop, spijsver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 17