DE AANBIDDING DER DRIE KONINGEN
p het omslag van dit Kerstnummer staat een van de
prachtigste werken gereproduceerd van de 15e eeuwse.
primitieve schilder Geertgen van Haarlem, die meer bekend
werd onder de naam: Geertgen tot Sint Jans. Het schilderij
bevindt zich in het Rijks Museum.
De primitieve schilderkunst is een specifiek Roomse kunst,
een in Roomse mentaliteit levende kunstuiting.
De R.K. kerk heeft in Noord-Nederland nooit een over
heersende positie ingenomen, dit in tegenstelling tot Zuid-
Nederland (en andere landen!) Het verschil tussen de
Zuid- en Noord-Nederlanders is opmerkelijk.
Het Waals-Gallische bloed van de Zuidelijken, maar ook
de tegenstelling: het autoritair-roomse van dezen en het
democratisch-protestante van de Noordelijken spelen hierbij
een rol van grote betekenis. Dit komt tot uitdrukking in
het werk van de kunstenaars.
De Vlaamse kunst is levendiger, dramatischer en zij uit
zich in groter schoonheid (de rijkdom van details). De
Noord-Nederlandse kunst is veel bezadigder, ingetogener en
daarmede van een groter innerlijke rijkdom; zij streeft
vuriger naar waarheid, voortkomende uit de zin voor
realiteit.
Vir\ e primitieve schilders leefden in een kleine wereld -
bij velen draagt hun werk een provinciaal karakter.
Zij leven in een rustige wereld - in een schier onbewogen
maatschappij en, als er al van maatschappelijke problemen
of -strijd gesproken zou kunnen worden, dan heeft dit alles
deze kunstenaars toch niet beroerd.
Naast zielkundig voortreffelijke portretten is het de over
peinzing van het leven van Maria (de Madonna), de Moe
der Gods en het kindeke Jezus waarin zij hun inspiratie
vinden. Zij plaatsen de heilige familie in hun eigen omge
ving, hun eigen milieu.
Zij plaatsen Maria en Jezus in hun eigen huis, hun eigen
landschap en verschillende hunner laten Jezus de spelletjes
spelen waarmee hun eigen kinderen zich vermaken.
De opbouw van hun werk, de plaatsing van sujetten en
groepen, het afwegen van de verschillende kleurwaarden in
het geheel van het te vullen vlak, dat is: de compositie
van hun werken, is in veel gevallen onevenwichtig, romme
lig. Maar de liefde, de toegenegenheid, niet alleen tot
hun werk maar ook (en vooral) tot het uit te beelden on
derwerp is van een grote rijkdom. De aandacht die aan
details geschonken wordt, de wijze waarop de gewaden, de
plooival, de haartooi weergegeven worden, leggen getuige
nis af van een serene geestelijke rust.
^31 n Vlaanderen zyn de grootmeesters der primitieve
schilderkunst de gebroeders Jan en Hubertus van Eyck
uit Gent. Van hen is vooral hekend het grote drieluik
(triptiek) „De aanbidding van het Lam Gods", dat zich
in de St. Baafskerk te Gent bevindt.
3n Noord-Nederland zyn het, onder meerderen, Jan van
Scorel, Cornelis van Oostzanen en Bouts.
Een belangrijk kunstcentrum was Haarlem. Hier is, in het
begin van de 15e eeuw, een eigen Noord-Nederlandse rich
ting in de schilderkunst ontstaan waarvan aan het hoofd
stond Aelhert van Ouwater, die als leerling bij Jan van
Eyck gewerkt had.
De belangrijkste schilder, die uit de Haarlemse school is
voortgekomen, is Geertgen van Haarlem, maar, omdat hij
als lekebroeder by de Sint Jansheren gewoond heeft, beter
hekend onder de naam Geertgen tot Sint Jans.
Van Geertgen is geen enkele datum uit zijn leven bekend,
wel weet men, dat hij leerling is geweest van de reeds eer
der genoemde Aelbert van Ouwater, die hem opvoedde in de
traditie van Jan van Eyck.
Geertgen is niet alleen een kunstenaar, volkomen gelijk
waardig aan de Vlaamse grootmeesters, hij is ook de kun
stenaar die de geaardheid van de Hollandse volksziel zui
ver en geniaal tot uitdrukking brengt. Hij is, voor ons
land, de schilder van de grootste betekenis die vóór Rem
brandt werkte.
I et kunstwerk, dat op het omslag van dit Kerstnummer
werd gereproduceerd, is één van zyn sterkste werken en
behoort stellig tot die, welke hij maakte na zijn reis
naar Zuid-Nederland, welke reis een verbreding van zijn
kunstenaarschap tengevolge heeft gehad.
Vooral twee Vlaamse primitieven hebben op hem een diepe
indruk gemaakt, zó zelfs, dat hij aan hun werk bepaalde
figuren ontleent. Die meesters zijn Rogier van der Weijden
en Hugo van der Goes.
Bij Rogier trekt hem voornamelijk aan, het gemak en de
evenwichtigheid waarmee hij zyn composities bouwt èn het
dramatische, dat hij aan zijn figuren weet te geven.
Bij Van der Goes zyn dat de compositie van de figuren in
de ruimte èn het begrip van het zielkundige.
Hij leerde van beiden ook de praal der uiterlijkheid en de
volkomen weergave van het stoffelyke. Maar toch heeft hij
de indrukken van buitenaf zó verwerkt, dat hy altijd het
Hollandse karakter in zijn werken ongerept heeft weten te
bewaren.
En zou hierin niet de grootheid van zijn persoonlijkheid
liggen?
vflIX p onze reproductie ziet U de voorname, de majestei-
\£s telijke Maria met het (ditmaal) guitige kindeke, dat
in de bokaal met goudstukken wil grijpen. De drie koningen
nemen, zeer devoot, hun plaatsen in tegenover het kind.
Jozef staat, enigszins afwezig, terzijde.
Op de achtergrond, in het diepe en rijk gestoffeerde land
schap, ziet men het gevolg van de drie koningen.
De lezer moet eens goed letten op de plooival van de ver
schillende gewaden, hy zal dan tot de overtuiging komen,
dat dit alles van een grote voornaamheid spreekt, maar
ook, dat de kunstenaar, die tot deze stofuitdrukking kan
komen, wel met grote liefde en overgave gewerkt moet
hebben.
De compositie (waarover wy al eerder met de lezer spraken)
is niet meer rommelig; de groep van de voornaamste per
sonages op de voorgrond, „draagt" het geheel en geeft
daarmee „basis" aan het werk.
ls het mij toegestaan wordt, zou ik met het navolgende
willen besluiten. Het stemt tot verheugenis, dat direc
tie en redactie deze kostbare reproductie hebben willen
laten uitvoeren.
De directie van het Rijksmuseum te Amsterdam was ogen
blikkelijk bereid haar medewerking te verlenen.
De kunstenaar heeft een veelheid van kleuren tot zijn be
schikking gehad, terwijl in de reproductie voor de drukker
slechts vier kleuren (geel, blauw, rood en zwart) beschik
baar zijn.
Dat de reproductie het originele kunstwerk sterk benadert
is, onder meer, een gevolg van de vakbekwaamheid van de
kleuretser.
Wat ik U, lezer, zou willen verzoeken is dit. Bewaar dit
Kerstnummer en bekyk het méér dan éénmaal.
Stellig zal het geven van reproducties als die van het om
slag van dit Kerstnummer, bestaande verlangens naar
„schoonheid" (en schoonheid is overal te vinden) verster
ken; - misschien zal het sluimerende belangstelling wekken.
J. R.