NIEUWS
2
12 cm geschut voor jagers van de Kon. Ned.
Marine.
Tevens zijn onderhandelingen gaande met de
Nederlandse Regering over de vervaardiging
van licht afweergeschut. Wordt in deze over
eenstemming hereikt, dan moet Machinefa
briek II worden uitgebreid. Om de inves
teringen echter binnen redelijke grenzen te
houden, zal dan een deel van deze order bij
Nederlandse en buitenlandse industrieën wor
den ondergebracht.
Op langere termijn gezien, zijn de vooruit
zichten voor de nieuwbouw minder gunstig.
De concurrentie, vooral van Duitse zijde,
wordt scherper.
De heer Van Daalen komt nu op de afdeling
Reparatie, voor ons bedrijf toch altijd de
voornaamste. Wij zijn, aldus spreker, zo ge
lukkig geweest een behoorlijke bezetting te
kunnen handhaven, doch wij kunnen ons niet
ontveinzen, dat het moeilijker wordt. De con
currentie is ook hier uitermate scherp, ook
weer speciaal van Duitse zijde.
Tot nu toe waren onze grootste aantrekkings
kracht onze geografische ligging en onze
korte levertijden. Wat het eerste betreft, is er
uiteraard niets veranderd. Rotterdam ligt nu
eenmaal gunstig voor bijna alle landen van
Noord-Europa. Wat het tweede betreft, drei
gen wij onze plaats te verliezen aan België
en Duitsland, waar men op het ogenblik nor
maal met 3 ploegen werkt en werken op Zater
dagmiddag en Zondag aan de orde van de
dag is. De dokcapaciteit in Duitsland wordt
sterk uitgebreid en vormt uiteraard een ver
dere bedreiging. Het sein staat op onveilig
en het is zaak, dat wij allen zonder uitzonde
ring samenwerken om tot hogere productie
te komen en onnodige verliestijden voorko
men. Een andere handicap voor ons is het
gebrek aan vaklieden. De ouderen gaan met
pensioen en er zou een aanvulling moeten
zijn van jongeren. Deze is echter zeer onvol
doende. Spreker las dezer dagen een statistiek,
welke aangaf het percentage jongens tussen
15 en 19 jaar, dat een vakopleiding genoot.
Dit percentage was in Zwitserland 20 en in
Nederland VA. Wil ons land industrialiseren,
en dat is volgens spreker noodzakelijk, dan
dient hierin zo spoedig mogelijk verbetering
te komen.
De heer Van Daalen wil thans nog even iets
zeggen over de loonronde van 6 Hij gunt
deze verhoging ieder van ganser harte. Ver
hoging van de levensstandaard is en blijft ons
aller doel. Laten wij daarbij echter tevens be
denken, dat de grotere koopkracht alleen blij
vende waarde heeft, wanneer de productie
wordt verhoogd, anders begint de vicieuze cir
kel: hogere lonen, hogere prijzen enz. De laat
ste loonronde kost ons bedrijf ca. 3.000.000.-
per jaar en het is de grote vraag, wat wij hier
van kunnen doorberekenen. Het gevolg zou
kunnen zijn, dat wij onze investeringen zul
len moeten beperken, wat voor de komende
generaties jammer zou zijn.
Spreker wil nog een klein beeld geven van
de investeringen sedert de oorlog.
Uit de balansen heeft men kunnen zien, dat
sedert de oorlog ca. 70.000.000.- is geïnves
teerd voor herstel en vernieuwingen. Door de
grote technische ontwikkelingen in de oorlog
kwam het er voor ons practisch op neer, dat
wij na de oorlog een nieuwe werf moesten
bouwen. Dit was voor ons niet mogelijk en
daarom is toen een plan opgesteld van wat
noodzakelijkerwijze moest gebeuren, welk
plan, naarmate er gelden beschikbaar kwa
men, is uitgewerkt. Het spreekt vanzelf, dat
niet alle wensen bevredigd konden worden.
Wij hebben, aldus spreker, echter een en
ander in het tempo en de mate gedaan, welke
ons juist leken. Veel is er sedert de oorlog ge
daan: veel moet er nog gebeuren.
Hierna wordt een aantal lantaarnplaatjes ver
toond, naar aanleiding waarvan de heer Van
Daalen het een en ander vertelt.
Sedert de oorlog kwam o.a. het volgende tot
stand
nieuwe timmerloods,
nieuwe lasloods,
centraal gereedschapmagazijn,
cantine ,,'t Blaasje",
uitbreiding hoofdkantoor,
uitbreiding bestaande machinefabriek,
nieuwe kaden machinefabriek en Vijfsluizen,
garage,
omvormstations,
magazijn voor machinefabriek,
proef stand,
machinefabriek II.
De grote helling is verbreed en verzwaard
met het oog op de bouw van de walvisvaarder.
In aanbouw zijn 2 zware hallen voor de ma
chinefabriek.
In aanbouw zijn verder 2 nieuwe dokken.
Dok I en II zijn 40 en 50 jaar oud. Dok II is
te klein voor het huidige type schepen, dok I
bewijst nog diensten voor Liberty-schepen,
doch als die periode voorbij is, zal ook aan
het leven van dok I een eind zijn gekomen.
Daarom is uitbreiding en verbetering van de
dokpositie dringend gewenst. Een eerste vraag
daarbij was: moet er besloten worden tot de
bouw van drijvende of gegraven dokken. Na
rijp beraad is besloten tot gegraven dokken.
De kosten van een gegraven dok en een drij-