NIEUWS
2
door Mevrouw van Tuinen, echtgenote van
de burgemeester van de gemeente Dokkum.
Er was veel belangstelling, vooral van de zij
de van Nederlandse en Amerikaanse Marine-
Autoriteiten.
Dit schip is het prototype van een serie van
32 mijnenvegers, die verdeeld over een aantal
Nederlandse werven worden gebouwd. Het
October-nummer van het Wilton-Fijenoord
Nieuws is voor een groot deel gewijd aan deze
gebeurtenis en aan de interessante vroegere
zeehavenstad Dokkum. waaraan het vaartuig
zijn naam ontleent.
En dan nog het walvismoederschip „Willem
Barendsz II", het paradepaard van dit jaar.
Ten aanschouwe van een menigte van circa
20.000 personen werd op 20 November dit
geweldige schip tewater gelaten. Mevrouw
Mansholt-Postel, echtgenote van de Minister
van Landbouw- Visserij en Voedselvoorzie
ning, verrichtte de doop en haalde de handel
over, waardoor de laatste beletselen voor de
stapelloop werden weggenomen. Onmiddellijk
gleed het trotse schip, reeds circa 13 millioen
kg zwaar, statig het water tegemoet, getuigend
van groot vakmanschap, wat betreft bereke
ningen en uitvoering. Thans geschiedt de af
bouw van vaartuig en verdere inbouw der
fabrieksinstallatie. Het schip zal zodanig
worden afgeleverd, dat het aan de campagne
1955 - '56 kan deelnemen.
Een aantal machine-installaties kwam in het
afgelopen jaar bij onze afdeling Werktuig
bouw gereed, hetgeen blijkt uit het volgende
staatje:
1 W.F./Doxford motor 7750 E.P.K.
ingebouwd in tankschip „Poitou"
1 W.F./Doxford motor 3450 E.P.K.
afgeleverd aan Werf „De Noord"
1 W.F./Doxford motor 7750 E.P.K.
werd op tankschip „Sologne" ingebouwd
1 W.F./Doxford motor 4400 E.P.K.
gereedgekomen voor Noorse rekening
1 turbo-electrische installatie van 7500 P.K.
ingebouwd in tankschip „Koratia"
1 turbine-installatie met tandwieloverbren
ging van 7500 P.K. ingebouwd in tank
schip „Korovina"
1 turbine van 7500 P.K. afgeleverd aan
P. Smit Jr. voor Shell Groep
Verder diverse Foster Wheeler ketels.
Voor het werk, dat nog onderhanden is, zij
verwezen naar het slot van dit artikeltje.
Onze Reparatie-afdeling handhaafde haar
reputatie. Wanneer het maar even lukt een
schip naar hier te brengen, hoe dan ook, en
in welke deplorabele toestand het moge ver
keren, zorgt de afdeling Reparatie voor de
rest. Eerder dan men verwacht verlaat weder
een goed zeewaardig schip ons bedrijf. De
geest van aanpakken die het reparatiebedrijf
van Wilton groot heeft gemaakt, is nog altijd
vaardig. Aan elk afgeleverd nieuwbouw-schip
kunnen enige woorden worden gewijd, doch
hij het aantal gerepareerde schepen als volgt,
is het slechts mogelijk hier en daar een greep
te doen. In totaal werden in 1954 gerepareerd
1055 zeeschepen, waarvan 266 Nederlandse
en overigens Engelse, Noorse, Deense, Duitse,
Liberiaanse, Panamese, Zweedse, Hondurese,
Griekse, Italiaanse, Franse, Amerikaanse,
Finse, Costaricaanse, Portugese, Ierse, Spaan
se, Belgische, Poolse, Joegoslavische, Marok
kaanse, Syrische, Zwitserse en Japanse. Ver
der werden gerepareerd 65 sleepboten, mo
torboten, baggermolens, lichters, hokken,
elevators etc., hetgeen samen met de zee
schepen een totaal van meer dan 1100 sche
pen vormt.
En nu enige bijzonderheden over een paar
karweien, waarover reeds een en ander werd
medegedeeld, zodat het volgende slechts ter
herinnering bedoeld wordt.
Eiho Maru" van de lino Kaiun Kaisya Tokio.
Dit in 1951 gebouwde schip liep aan de
grond en na vlotkomen bleek het ernstig
beschadigd. Vooral de schade aan bodem en
achtersteven was bijzonder zwaar. Toen het
vaartuig naar Rotterdam werd gesleept, werd
het aangevaren, waardoor tot overmaat van
ramp nieuwe schade ontstond. Van de zware
achtersteven was een gedeelte afgebroken,
doch een nieuw stuk werd door de Engelse
firma Murex door een thermietlas aan het
overgebleven stevengedeelte bevestigd. Voor
de verdere reparatie zorgde Wilton-Fijenoord,
zodat het schip na weinige maanden weder
in de toestand werd gebracht, waarin het aan
vankelijk door de bouwmeester was afge
leverd.
„Wear field"
De „Wearfield" kwam in aanvaring, waar
door grote schade aan schip en machine werd
aangericht. De reparatie vormde een flink
karwei, waarbij vele afdelingen van ons be
drijf betrokken waren, die door goede samen
werking het herstel in korte tijd mogelijk
maakten.
In het voorjaar 1954 bood onze werf de im
posante aanblik, dat daar naast elkaar lagen
liet grote passagiersschip „Nieuw Amsterdam"
en de reuzetanker „Tina Onassis", die beide
gedokt en gerepareerd moesten worden. Wat
zouden èn de oprichter van Wilton, de oude
heer Bart, èn weinig minder de oprichter
van Fijenoord, Roentgen, hebben opgekeken.