1
5
(Jf|) NIEUWS
„Nieuw-Amsterdam" duidt ook de naam „Sta
tendam" op het roemrijke verleden van onze
natie. Aan de monding van de rivier de
Hudson, dus in New York, ligt een eiland,
dat nog steeds Staten-Eiland (State-Island)
heet, genoemd naar de Staten-Generaal van
de Republiek der Zeven Verenigde Neder
landen.
Het in aanbouw zijnde schip, houwnummer
753, is het vierde schip met deze naam. We
zullen nu dit kwartet in historische volgorde
beschouwen
de eerste
Het eerste schip van deze naam werd, even
als vele van zijn voorgangers bij Harland
Wolff in Engeland gebouwd en werd Augus
tus 1898 in dienst gesteld. Het vaartuig was
10491 bruto-tons groot en daarmede het groot
ste van de Rederij. In 1910 werd deze „Sta
tendam" verkocht aan de Allan Line, die het
schip onder de naam „Scotian" gebruikte op
de route van Glasgow naar Canada.
de tweede
Reeds in 1909 werden tussen de H.A.L. en de
werf van Harland Wolff onderhandelingen
gevoerd over de bouw van een nieuw passa
giersschip van circa 30.000 B.R.T. In 1911
werd daarvoor het contract getekend. Bij het
uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was
het schip nog niet gereed en werd dan ook
na de voltooiing in 1916 door de Engelse
regering in dwanghuur genomen. 25 Juli
1918, ongeveer vier maanden vóór het einde
van de oorlog, werd het toen H.M.S. „Justi-
cia" genaamde troepentransportschip, met
Amerikaanse militairen op weg naar New
York, bij de Ierse kust (in het Noorder Ka
naal) aangevallen door een groep Duitse
duikboten. Bij deze aanval werd de „Justicia"
in het voorschip getroffen, doch bleef drij
ven en kon door Engelse torpedojagers op
sleeptouw worden genomen. De volgende
morgen werd het convooi wederom aange
vallen en daarbij ging het H.M.S. „Justicia"
tenslotte ten onder, waarbij zeven personen
het leven lieten.
Na het beëindigen van de vijandelijkheden
werden met de Engelse Regering onderhan
delingen geopend over een.passende schade
vergoeding. Het resultaat ervan was, dat
60.000 ton scheepsbouwmateriaal ter be
schikking werd gesteld. Hierdoor was de
Rederij in staat veertien vrachtschepen, waar
onder de „Edam" en „Leerdam", te doen
bouwen, doch ook werden bij de reeds meer
genoemde Engelse werf Harland Wolff, een
nieuwe „Statendam" van 30.000 B.R.T. en
twee schepen van 15.000 B.R.T., n.l. de „Vo-
lendam" en „Veendam" besteld. De nieuwe
„Statendam" (houwnummer 753) zal nu het
voormalige t.s.s. „Veendam" vervangen.
de derde
Het derde schip van deze naam leeft nog
sterk in de herinnering voort door haar tragi
sche ondergang aan de Wilhelminakade in
Mei 1940.
Merkwaardig is wel de lange bouwtijd van
dit passagiersschip. De opdracht tot de bouw
werd n.l. kort na W.O. I aan Harland
Wolff gegeven. Toen echter in 1921 de pe
riode van hoogconjunctuur plotseling om
sloeg en de H.A.L. bovendien een groot aan
tal vrachtschepen in aanbouw had, ontston
den er financiële moeilijkheden en werd dien
tengevolge de bouw van de „Statendam" stil
gezet. Zo bleef het casco tot in het najaar
van 1924 op de helling liggen. Doordat in die
tijd de werf als gevolg van regeringssteun
meerdere opdrachten voor nieuwe schepen
kon verkrijgen en dus de helling moest ge
bruiken, werd het casco van de „Statendam"
klaar gemaakt voor de tewaterlating, welke
op 11 September 1924 plaats vond. Het schip