ONS WERK (vervolg) flj|) NIEUWS 12 aan deze eerste reis van het schip, welke een zeer feestelijk karakter droeg. Een wel bij zonder mooi en zeker niet alledaags werk werd hiermede opgeleverd. Met enige weemoed zagen wij deze reus, die wij gedurende twee jaren met de grootste zorg en toewijding hadden opgekweekt en voor wie niets te goed was, vertrekken. Het fraaie juli-nummer van het W.F.-Nieuws geeft een schat van bijzonderheden betref fende schip, walvisvaart en walvissen. Het is de moeite waard dit nummer nog eens te herlezen. Op 26 juli werd met veel ceremonieel de „Dokkum", de eerste der 32 kustmijnen- vegers, waarvan de bouw werd opgedragen aan diverse nederlandse werven, in dienst gesteld van de Koninklijke Marine. Op 13 augustus ging de mijnenveger „Roer mond", na doop door mevrouw M. M. R. J. S. A. Geuljans-van den Clooster, baronesse Sloet tot Everlo, te water. Op 17 augustus werd de onderzeeboot jager „Gelderland" plechtig in dienst gesteld. Op 1 oktober werd de „Oldekerk" (10.000 t.d.w.) uitgedokt, bij welke gelegenheid te vens de doopplechtigheid geschiedde, ver richt door mevrouw E. Dijkstra-Virulv Ver- brugge. In oktober vond een zeer interessant trans port plaats en wel van de dubbele bodem, bestemd voor de „Dinteldijk" in aanbouw voor de H.A.L. Deze dubbele bodem werd bij Cockerill in Antwerpen gebouwd en als één geheel naar Schiedam vervoerd, gedeel telijk over zee. Het transport werd verzorgd door de Nederlandse Stoomsleepdienst v/h van P. Smit Jr., welke sedert lang baar sporen op dit gebied beeft verdiend, en ook bier weer een kranige prestatie leverde. Op 17 oktober beeft de Shell-tanker „Kopio- nella" proef gevaren en werd zij overgeno men. Mevrouw A. A. Tuijn-van Hille ver richtte de doop. Op 29 oktober hadden de proeftocht en over name plaats van bet m.t.s. „Bussum". Op 13 december geschiedde de overname proeftocht van de „Oldekerk" en op 29 december werd de mijnenveger „Roermond" overgedragen. Tenslotte zij vermeld, dat de door ons voor eigen bedrijf gebouwde motor-sleepboot „Wiltons" op 27 december door mevrouw A. L. van Daalen-Beekenkamp werd gedoopt, waarna indienststelling van de boot volgde. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat er heel wat werk in de Nieuwbouw is verzet. Ook de afdeling Werktuigbouw leverde een groot aantal objekten af. Op de grote proefstand in de Machine fabriek draaiden de eerste M.A.N.-motoren in de nieuwe uitvoering proef. Dit waren de beide hoofdmotoren voor de „Willem Barendsz". Kort daarop de derde M.A.N.- motor, die nu voor de „Oldekerk" bestemd was. Intussen had ook nog een Doxford- motor proefgedraaid. Deze was voor de „Bussum" bestemd. Naast dit alles vond de beproeving plaats van de hoofdturbine voor de „Kopionella". Inmiddels werd op de kleine proefstand, welke speciaal voor de motoren der mijnen vegers bestemd is, ook niet stil gezeten, want de ene motor na de andere kwam daar goed gekeurd in regelmatig tempo vandaan. In Rotterdam liet men zich evenmin ken nen, want de afdeling Bewapening zag kans op drie onderzeeboot jagers de zes daarvoor bestemde geschuttorens te plaatsen. De ketels voor de „Kopionella" kwamen ook geheel gereed uit de Rotterdamse afdeling. Wat bet werk dat nog onderhanden is be treft, zij verwezen naar het slot van dit arti kel. Ook de afdeling Reparatie werkte op volle activiteit. Meer dan 1300 schepen werden dit jaar door ons gerepareerd en bet was inder daad een zeer internationaal gezelschap, dat onze werven, deels voor kortere, deels voor langere tijd, tot dat doel bezocht. De volgende nationaliteiten waren vertegen woordigd: Nederland, Engeland, Noorwegen, Liberia, Panama, Duitsland, Zweden, Denemarken, Griekenland, Costarica, Honduras, Finland, Frankrijk, Italië, Amerika, Brazilië, België, Spanje, Zwitserland, Rusland, Zuid-Afrika, Japan, Pakistan, Argentinië, Egypte, Tur kije, Marokko en Portugal. Zelfs wanneer deze meer dan 1300 schepen zo dicht mogelijk achter elkaar zouden va ren, dan nog zouden deze een sliert van 400 a 500 km vormen. Enige meer spectaculaire karweien mogen bier in berinnering worden gebracht. Het snelvarende motorschip „Canada" van de Johnson Line te Stockholm kwam in aanvaring, waardoor de neus van bet schip vernield werd. De oude voorsteven moest vernieuwd worden. Het nieuwe gedeelte van de voorsteven werd in twee secties in de sclieepsbouwloods gereed gemaakt en deze secties werden later in het bouwdok samen gevoegd en met de bok naar Dok V ver voerd en bevestigd. Ondanks ongunstige weersomstandigheden, in het midden van de winter, was bet werk in 10 dagen gereed.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1956 | | pagina 14