NIEUWS 2 slotte de consolidatie, waarvan wij nog niet kunnen voorspellen wanneer deze zal aan vangen en of deze ooit werkelijkheid zal worden. Het tempo en de omvang van de tweede fase, d.w.z. de groei van Wilton-Fijenoord, wordt bepaald door verschillende factoren waarvan de voornaamste o.m. zijn, het inzicht dat bij de leiding, dus het college van commissaris sen en van directeuren bestaat ten aanzien van duur en duurzaamheid van de economi sche en technische evolutie in de wereld 0111 ons heen en de richting waarin deze zich zal voltrekken, terwijl als laatste maar zeker niet de minst belangrijke faktor moet wor den genoemd, het voorhanden zijn van de nodige geldmiddelen om deze ontwikkeling, waarbij de modernisering van de bewerktui ging een rol van betekenis speelt, mogelijk te maken. Tot één van de belangrijkste taken welke be stuur en directie zich hebben gesteld, be hoort de uitbreiding en aanpassing van de reparatie-afdeling van ons bedrijf, waarvan de droogdokken met recht de ruggegraat kun nen worden genoemd; ook al zal de exploi tatie ervan eerst ten volle waarde krijgen, indien zij worden gecompleteerd door mo dern bewerktuigde werkplaatsen. Een droog dok is niet alleen een inrichting om schepen op te nemen voor het schoonmaken en schil deren van de scheepshuid onder water - in de werf taal „knippen en scheren" genoemd - maar het heeft eveneens de bestemming sche pen aan te trekken voor herstellingen aan de onderwaterromp. Het droogzetten van een schip ter inspectie of herstelling is een regel matig terugkerende noodzakelijkheid en de leiding van een reparatiebedrijf zal er voor hebben te zorgen, dat aan de toenemende vraag naar dokruimte zal kunnen worden vol daan. Toch zou het verkeerd zijn te veronderstel len, dat een toeneming van het aantal droog dokken uitsluitend kan worden gezien als een uitbreiding; dit is niet zo, zij is nl. even eens een vervanging en modernisering van verouderde dokcapaciteit. Tengevolge nl. van de opvoering van de vaarsnelheden der koopvaardijschepen, vooral in de jaren na de laatste wereldoorlog, ondergingen de scheepsrompen en daarmede de afmetingen der schepen, ingrijpende wijzigingen. Zo zul len bijv. de lengten van twee schepen van ge lijke tonnemaat maar van verschillende snel heid, sterk uiteen kunnen lopen en zal het snellere schip in het algemeen een grotere lengte hebben dan het langzamere. Een ge lijksoortige afwijking zal men eveneens in hoogten en breedten kunnen aanwijzen. Het gevolg van deze optredende veranderingen in de scheepsrompen is geweest, dat de klei nere dokken in ons bedrijf geleidelijk moei lijker emplooi hebben kunnen vinden. Men zal dan ook de bouw van de twee gegraven dokken, waarvan het eerste zoeven door Mevrouw van Daalen in bedrijf in gesteld, zowel als een uitbreiding als een vervanging van verouderde dokruimte moeten zien. En waarom nu het gegraven in plaats van het drijvende droogdok, zal men geneigd zijn te vragen. In het kort kan hierop geantwoord worden, dat wij, hoewel de voorkeur van de exploitatie van drijvende dokken nog bij ons aanwezig is, gemeend hebben het vaste dok te moeten kiezen, omdat dit lagere investerin gen en tevens besparing aan kostbare grond- oppervlakte medebrengt. Voor een drijvend dok heeft men nl. niet slechts een haven no dig om het dok in te meren, maar bovendien wateroppervlak om het dokkende schip te doen manoeuvreren. Ons bestaande bassin biedt daartoe niet meer de gelegenheid en wij zouden dus genoodzaakt zijn geweest een belangrijk stuk van de terreinen, welke in de toekomst voor uitbreiding van kaden en werkplaatsen dringend nodig zullen zijn, af te graven. Dit zou onverantwoord zijn ge weest en bovendien de kosten aanzienlijk hebben doen stijgen. Een belangrijk motief in de voorkeur voor het gegraven dok was verder het feit, dat wij de beschikking hebben over een 46000 tons drijvend droogdok, dat in staat is het grootste schip dat de Waterweg bevaart, op te nemen. Mochten in de toekomst de af metingen der schepen verder toenemen, dan zouden wij op betrekkelijk eenvoudige wijze, dit dok met een sectie kunnen verlengen waardoor het aan de nieuw gestelde eisen zou kunnen worden aangepast. Het feit, dat wij besloten hebben dit eerste der twee gegraven dokken heden in dienst te stellen, is vanzelfsprekend de overweging, dat een zo kostbaar werkstuk niet langer dan strikt noodzakelijk aan zijn bestemming mag worden onttrokken. Wij stellen ons dan ook voor het tweede dok eveneens in dienst te stellen zodra de omstandigheden dit toe laten, hoewel de officiële opening der dok ken zal plaats vinden in combinatie met de nieuwe fabriekshallen, welke ten oosten van de oude Machinefabriek-Oost zijn verrezen. Wij rekenen, dat dit omstreeks mei 1956 het geval zal zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1956 | | pagina 4