Kustmijnenveger „NAARDEN" verlaat de helling De 3e bij IV.F. gebouwde en 16e in de serie van 32 NIEUWS 8 Slechts enkele tientallen meters van de plaats waar 5 dagen geleden de „Caltex Rotterdam" te water snelde, ging op 27 januari 1956 te kwart voor vijf de „Naarden" van liaar hel ling. Hier verrichtte Mevrouw M. Visser-de Jong, echtgenote van Naarden's Burgemeester, de traditionele doop. Een lichte aarzeling en daarop verliet het schip de helling onder de tonen van het Amerikaanse en het Nederlandse volkslied. Tijdens een korte bijeenkomst in ,,'t Blaasje" ontving de Directie van W.F. de gasten, waaronder zich bevonden de plaatsvervangend Vlagofficier Materieel, Commandeur A. M. Valkenburg, de Commandant Mijnendienst Ktz. B. Poortman, Captain Hugh P. Webster van de U.S.N., Ktz. A. Riedel van Bureau Aanbouw Mijnenvegers en de Burgemeester van Naarden. Ir. J. E. Woltjer sprak als lid van de Direc tie de gasten toe: „Het is thans de 16e mijnenveger van de serie van 32, welke wordt tewatergelaten en de 3e hij Wilton-Fijenoord. U begrijpt, dat dit ze kere beperkingen oplegt aan de toespraak, welke toch altijd een lid van de Directie van de ontvangende werf meent te moeten hou den. Vandaar dat ik mij zeer zal beperken, echter niet in het woord van welkom, dat ik zou willen richten tot de plaatsvervangend Vlagofficier Materieel, de heer Valkenburg en zijn staf onder aanvoering van Kolonel Riedel van Abomij en tot Captain Webster." Spreker memoreerde vervolgens de ervaring opgedaan bij de bouw van 3 mijnenvegers en hoopt dat deze ervaring niet verloren be hoeft te gaan. De vrijgekomen helling zal worden bezet door de onderzeeboten, welke voor de Marine in aanbouw zijn. Tot Mevrouw Visser sprak de heer Woltjer: „Als wij spreken over het 3e en 16e schip van de serie, dan is dit niet erg elegant tegen over de doopster; dan lijkt het alsof de doopster de zoveelste uit de rij is, die aan de beurt is. Denk toch niet, dat wij het als scheepsbouwers zo gevoelen. Voor ons is ieder schip, waarvoor de kiel gelegd wordt, een wezen op zichzelf en wanneer van dit schip door een vrouwenhand de laatste beletselen worden weggenomen, opdat het haar element zal kunnen hereiken, dan blijft dit voor ons zijn betekenis houden." Spreker bood daarna de doopster een herin nering aan, waarvan hij hoopte, dat zij veel plezier zal hebben. Commandeur Valkenburg wenst in de eerste plaats de werf geluk met de geslaagde doop en tewaterlating van de „Naarden" en bracht in herinnering, dat beide voorgaande mijnen vegers „Dokkum" en „Roermond" reeds in dienst zijn gesteld. De „Dokkum" is op reis naar de West en heeft geen moeilijkheden. Tot de Burgemeester van Naarden sprekende, zei Commandeur Valkenburg, dat de naam geving van deze serie mijnenvegers een geluk-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1956 | | pagina 10