ONZE BRANDWEER
NIEUWS
6
zegd. Spreker wijst er met nadruk op, dat de
genen, die zitting hebben in een instituut,
beogende het overleg tussen werkgevers en
werknemers, hun werk alleen goed kunnen
doen, indien de basis wordt gevormd door
dienende liefde voor degenen voor wie en
met wie men werkt.
De kernen houden nu op te bestaan, doch dit
gebeurt in de wetenschap, dat er iets beters
voor in de plaats treedt, nl. de Ondernemings
raad, welke ongetwijfeld goed werk zal doen.
Ook de heer Stam dankt voor de prettige ver
standhouding, welke bij steeds heeft ervaren
en bij vertrouwt dat men door samenwerking
ook in de toekomst tot vruchtbare resultaten
zal komen.
Op maandag 12 maart 1956 te 17.00 uur is
onze onderneming een brandspuit rijker ge
worden. Of eigenlijk is bet oude, vertrouwde
beestje, dat ons gedurende een vijftiental
jaren bij bet blussen van brand behulpzaam
is geweest, vervangen door een spuit, welke
meer aan de eisen des tijds voldoet.
De „nieuwe" had reeds in de voorafgaande
week aan enkele ingewijden baar nut bewezen,
maar op bovengenoemde datum heeft ze
aan de voltallige directie, de hoofdinge
nieurs en enkele genodigde deskundigen moe
ten tonen, wat ze waard is.
Aan de noordzijde van de garage waren twee
objecten klaar gemaakt. Het eerste bestond
uit een put van ongeveer 8X3 meter, welke
geheel was gevuld met olie; het tweede uit
een van latten opgebouwd hutje, waarin een
brandstapel was aangebracht, „versterkt" met
oude auto-binnenbanden en benzine.
Beide objecten vormden een loeiende vuur
zee toen de leden van de vrijwillige W.F.-
brandweer met water, geleverd door de nieu
we spuit, tot de aanval overgingen. Het resul
taat was, dat elk der branden ver binnen de
minuut onder de knie was. Ik boor nu en
kele lezers zeggen: „Hoe is het nu mogelijk
om met water olie te blussen?". Daarom vol
gen hier enkele technische gegevens van de
nieuwe spuit:
De auto is een Magirus-Deutz combinatie, uit
gerust met een luchtgekoelde Dieselmotor.
Het voordeel hiervan is, dat ook met koude
motor direct kan worden gestart, iets wat
natuurlijk voor een brandweerauto zeer be
langrijk is. Deze auto nu, is aan de voorzijde
uitgerust met een lagedrukcentrifugaalpomp
met een capaciteit van 2000 1/min., bij een
opvoerhoogte van 80 m. waterkolom. De
pomp beeft een 5" zuig-inlaati en 4 persaan
sluitingen van elk 2l/2". Hij kan rechtstreeks
gekoppeld worden op de as van de motor.
Aan de achterzijde van de auto is een z.g.
hogedruk nevelinstallatie aangebracht. Deze
bestaat uit een „Baghytra"-liogedrukpomp,
welke zijn water onttrekt aan een op de
auto gebouwde tank met een inhoud van
1800 liter.
De pomp perst dit water met een druk van
60 atm. in 4 rubber hogedrukslangcn,
welke op haspels aan de achterzijde in de
auto zijn aangebracht en welke een lengte
hebben van ruim 140 meter elk.
Aan iedere slang is een zgn. mistpistool
bevestigd hetwelk in staat is het water
zeer fijn te verdelen. Met een werkdruk
van 40 atm. (het drukverlies in de duimse
rubberslang is dus vrij groot) treedt nu het
water als een nevel uit het pistool te voor
schijn. En hierin ligt nu de bluskraclit van
bet geheel. Het, door de nevel gevormde, zeer
grote wateroppervlak onttrekt ook een zeer
grote hoeveelheid warmte aan de brand. Het
water gaat daardoor in stoom over en deze
stoom verdrijft de zuurstof, zodat de brand
door gebrek aan zuurstof, de strijd moet op
geven.
Door het relatief geringe gewicht van de
nevel is het nu ook mogelijk geworden om
oliebranden te blussen met water. De nevel
krijgt dus geen gelegenheid om door de bran
dende olie heen te zakken, maar verdampt
reeds vóór bij de olie-oppervlakte heeft be
reikt. De stoom zorgt voor de rest.
Mogelijk denkt U nu nog: „Allemaal best,
maar je hebt maar 1800 liter water bij je en
die zijn zo verdwenen." Dat valt echter nogal
mee. Bij de bovenbedoelde demonstratie is de
olieput drie maal geblust en het bouten hutje
één maal. Dus eigenlijk zijn drie branden ge
blust. Hiervoor is nog niet ten volle 250 liter
water verbruikt.
Hierbij moet U dan nog rekening houden
met het feit, dat nog niet volkomen ge
schoold personeel meer water gebruikt dan
strikt noodzakelijk is, terwijl daarnaast nog
kan worden gewezen op de mogelijkheid van
bijvullen van de tank tijdens bet spuiten.
Zowel op de waterleiding als, door middel
van een ejecteur, op het open water kan de
tank steeds vol worden gehouden.
De „Baghytra"-pomp werkt verder volkomen
automatisch, d.w.z. wanneer de druk minder
wordt doordat een tweede of derde straal
in gebruik wordt gesteld, gaat de pomp
eigener beweging meer slagen maken.