13
NIEUWS
elementaire onderzoek plaats gevonden om
in het model een medium te vinden, dat het
zoute water kan vervangen. Toepassing van
zout water in het toekomstige getijmodel zou
de aanvoer van tonnen zout vergen, welke in
de boezem van de Noordoostpolder en uitein
delijk op het IJsselmeer zouden worden ge
spuid, hetgeen uit de aard der zaak ontoe
laatbaar is. Gezocht diende te worden naar
een vervangend materiaal, dat weer terugge
wonnen kan worden. Zonder dieper hierop in
te gaan zij vermeld, dat door heel fijn klei-
slib in zoetwater te suspenderen zoutwater ge
ïmiteerd kan worden.
De zout-zoetbeweging in de rivier is in hoofd
zaak een gevolg van de verschillen in soort
gelijke gewichten van zoet- en van zoutwater
van diverse percentages. Afhankelijk van de
hoeveelheid toegevoegd kleislib wordt het s.g.
van het zoete water groter dan 1, zodat zout
water van elk percentage nagebootst kan wor
den. Na het doorstromen van het model tij
dens de proeven wordt het water opgevangen
en het slib teruggewonnen. Uit de proeven in
Delft is gebleken, dat met een voldoende
nauwkeurigheid het fenomeen van de zoet-
zout-beweging is na te bootsen.
Rest nog dit onderzoek uit te breiden tot
waarnemingen op een schaal gelijk aan die
in het grote model in het Laboratorium „de
Voorst" en hiervoor de nodige gegevens te
verzamelen.
Toepassing van dit kleislib in een zo groot
model als dat van de Rotterdamse Water
weg vraagt uiteraard een grote installatie van
tanks, reservoirs, pompen en pijpleidingen.
Reeds het ontwerpen en bouwen van deze
slibfabriek is een werk op zichzelf.
Als er met „zout-zoet" gestroomd zal worden,
moeten er nog twee voorzieningen getroffen
worden.
Het model moet dan ononderbroken van de
Hollandse IJssel tot in zee gereed liggen.
Alle verdeelwerken, welke tussen deze twee
uitersten zijn, of nog worden aangebracht,
moeten dan gesloopt worden en de onderbro
ken gedeelten aaneengesloten worden.
De tweede voorziening bestaat uit het bou
wen van een getijmachine om de verzilting in
haar beloop op de rivier ten volle te kunnen
volgen.
Reeds sinds 1051 worden door samenwerking
van het Rijk en verschillende diensten van de
gemeenten langs de Rotterdamse Waterweg
zoveel als mogelijk is dagelijks ten tijde van
kentering H.W. en kentering L.W. watermon
sters genomen aan de oppervlakte en op de
bodem in de scheepvaartgeul. Van al deze
monsters wordt door titratie het chloorgehal-
te bepaald. Een beeld van de mate van ver
zilting is thans reeds verworven. Niet alleen
de 300 mgr Cl/L-grens, welke vóór 1951
slechts op de rivier werd opgespoord en wel
ke steeds als de index voor de verzilting gold,
doch ook de hogere chloorgehalten beneden
strooms werden hierdoor vastgesteld en ge
toetst aan de simultaan optredende opper-
waterafvoeren, H.W.- en L.W.-standen, wind
krachten en windrichtingen. Doch hoe zal de
verzilting zich gedragen, als de vele Delta
werken hun beslag hebben gekregen? Voor
het verkrijgen van enig inzicht hierin zal dit
model ook dienstig kunnen zijn.
Ir. W. F. Tiemeijer.
OFFICIËLE MEDEDELINGEN - SOCIALE RURRIEK
De verkiezingen voor de Ondernemingsraad en de Groepscommissies hebben inmiddels plaats
gevonden en de uitslagen werden op de gebruikelijke wijze door middel van algemene bekend
makingen gepubliceerd.
Het lijkt ons echter niet ondienstig, hier nogmaals een overzicht te geven van de gekozen leden.
De groepscommissies bestaan uit:
Werf Schiedam:
Groep Afdeling
B
Scheepsbouw Nieuwbouw
Scheepsbouw Reparatie
Smeden
Klinkers
Kokers
Boorders
Branders
No. 010654 W. G. T. v. Arkel (O.R.)
015581 J. Kuiters (O.R.)
015923 G. Kruidenier
015998 D. H. v. Zuuren
010624 P. C. v. d. Wijngaard
010571 P. Vastenhout
010480 J. La Lau
046338 J. W. Weber (O.R.)
020841 D. H. Vader
055746 P. A. v. Hagen (O.R.)
051313 A. Gordijn