OFFICIËLE MEDEDELINGEN
WILLY WILTON-FONDS
NIEUWS
16
tekende: „Zo, nu ben ik overal af; alles is
vergeven en vergeten". Het is echter alleen
maar een aanwijzing voor het Gereedschap-
magazijn, dat de aangifte van vermoedelijke
ontvreemding inderdaad heeft plaatsgehad.
Jansen begeeft zich nu naar dit magazijn,
wappert met zijn gestempelde bonnetje en
vertelt op verzoek van de magazijnbaas nog
éénmaal zijn verhaaL, dat hij nu al aardig uit
het hoofd kent. Hij raffelt het vlug af, want
het is intussen al tamelijk laat geworden,
maar hij moet toch nog enkele vaderlijke
raadgevingen en vermaningen aanhoren, voor
dat hij een andere verstelbare sleutel mee
krijgt. Voorlopig kan Jansen nu weer aan
't werk.
U ziet deze weg is lang en tijdrovend en verre
van prettig voor Jansen.
Daarom is besloten dit voortaan antlers te
doen.
Jansen kan in het vervolg rechtstreeks naar
het Gereedschapmagazijn. Daar worden de
nodige gegevens verzameld en genoteerd en
door Jansen ondertekend. Dus niet weer eerst
naar de baas, ook niet weer naar de afdeling
Beveiliging. Het Gereedschapmagazijn zorgt
er wel voor, dat deze op de hoogte worden
gesteld.
Deze regeling gaat in op maandag, 3 septem
ber a.s. en geldt voor alle afdelingen, zowel
in Schiedam, als op de werf Westkousdijk en
in de Gieterij.
Wij hopen dat het niet vaak zal voorkomen,
maar het hangt af van de collega's van Jan
sen (en van Jansen zelf ook wel een beetje.)
SI.
o
In verband met het bovenstaande wordt, wel
licht ten overvloede, nog eens gewezen op
art. 8 van het Fabrieksreglement, dat luidt:
Aansprakelijkheid wegens schade of verlies.
De werknemer is aansprakelijk voor door zijn
schuld of nalatigheid veroorzaakte schade aan
roerende of onroerende zaken, behorende aan
de onderneming of door derden aan de onder
neming toevertrouwd.
Ten aanzien van het verloren gaan of bescha
digen van aan hem toevertrouwde voorwer
pen of van machinerieën met welker bedie
ning hij is belast, is de werknemer aanspra
kelijk, tenzij hij aantoont, dat het verlies of
de schade buiten zijn schuld is ontstaan. In
dien het verlies of de schade aan de in het
vorige lid bedoelde voorwerpen of machine
rieën is veroorzaakt door een derde, blijft de
werknemer aansprakelijk, tenzij hij aantoont,
dat de derde die voorwerpen buiten zijn mede
weten of in opdracht of met goedkeuring van
een chef in zijn bezit heeft gekregen of de
bediening der machinerieën door de derde
buiten medeweten van de werknemer of in
opdracht of met goedkeuring van een chef is
geschied.
In de bovengenoemde gevallen is de werkge
ver gerechtigd het bedrag der door hem gele
den - naar redelijkheid vastgestelde - schade
op het loon in te houden.
Sociale Rubriek
ln verband met het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd is per 28-7-1956 eer
vol ontslag verleend aan:
B. van Westreenen ijzerwerker
P. H. den Besten ijzerwerker
J. de Heer klinker
J. L. Hartveld scheepsbeschieter
C. den Ridder scheepsbeschieter
B. Vrauwdeunt scheepmaker
N. C. v. d. Klaauw scheepmaker
M. Haddeman verver-schilder
M. Koogje schilder
C. E. van Vliet bankw. sjouwer
F. A. van Dam ijzerw. bankw.
J. v. d. Gaag bikker
C. Zwager gieterijsjouwer
J. J. v. d. Keur magazijnknecht
W. de Zeeuw plaatwerker
F. Klip bankwerker
W. de Kruif ass. kleedlokaal
H. M. van Lith ass. kleedlokaal
J. Stuivenberg le sjouwer
J. de Vos magazijnknecht
J. van Lievenoogen expeditieknecht
L. Kleingeld draaier
C. A. de Grauw mach. hoorder
B. van Krimpen draaier
J. Ommering le sjouwer
H. Termaten poetser
H. D. de Groot gereedschapsuitgever
K. v. d. Schaft gereedschapsuitgever
en per 13 - 8 - 1956 aan:
P. Monjé ketelmaker
o
AANSTELLING ALS ASSISTENT-
BEDRIJFSLEIDER REP. SCHEEPSBOUW.
Met ingang van 1 september 1956:
B. SIERTSEMA.
Met ingang van 1 oktober 1956: J. KEMINK.
Ontvangen:
j 502,85 Centraal magazijn
189,10 Machinefabriek
39,95 Gieterij
365,van de Werf Rotterdam voor ver
koop van oud materiaal in de perio
de van 8 mei 1956 t/m 16 juli 1956.