Enzovoorts, enzovoorts.
WILLY WILTON-FONDS
9
NIEUWS
zellige bridge-avondje al meteen definitief
naar de knoppen geweest.
De maatschappij gedoogt geen absolute eer
lijkheid. Ik ken wel mensen die er prat op
gaan, zo eerlijk te zijn. Onder ons gezegdzij
maken met vrucht aanspraak op de titel kam-
pioen-pleizierbederver. Dat zijn de mensen
die, zogenaamd onbevooroordeeld, open en
oprecht, het pleizier van anderen verknoeien
waar ze de kans krijgen. Is hun buurvrouw
trots op haar nieuwe hoedje, dan geven ze
een kommentaar dat buurvrouw een diep ge
voel van verdriet geeft.
Is hun collega blij met zijn promotie, dan zeg
gen zij: „Dat krijg je in een tijd van perso-
neelsschaarste, ze hadden veel liever een an
der gehad, maar ik weet dat niemand op die
advertentie heeft geschreven".
Moeten we dan allemaal altijd oneerlijk zijn?
Neen, zo is het ook niet.
Ik zou het zo willen stellen: we moeten altijd
eerlijk zijn, behalve in die gevallen dat wer
kelijke eerlijkheid anderen alleen maar zou
grieven, kwetsen, verdrietig maken of in on
gerustheid brengen, terwijl daar geen enkel
positief resultaat mee wordt bereikt. U voedt
uw vriendin helemaal niet op tot betere
smaak (is dat: uw smaak? bent u daar zo
zeker van?) wanneer u haar vreugde bederft
door te zeggen: „Meid, wat een ellendige
lamp heb je nou gekocht".
U maakt iemand alleen maar ongelukkig en
bereikt niets wanneer u, oh, ongetwijfeld uit
de grond van uw gemoed, tegen hem zegt:
„Ik begrijp niet hoe je oudste zoon zich met
dat vreselijke kind kon verloven". Wat drom
mel, u behoeft toch niet met haar verloofd
te zijn? U bereikt toch niet dat die verloving
op grond van uw uitspraak (en eerlijk: wat
weet u eigenlijk van dat meisje af?) wordt
verbroken? En wat gaat u dat aan?
Dit soort zogeheten „Niets ontziende eerlijk
heid" van mensen die zo graag zeggen„ik
wil dat een ander weet wat-ie aan me heeft",
is in wezen niet anders dan een vorm van de
meest stupide arrogantie en ijdelheid.
Eerlijkheid is een artikel dat per milligram
moet worden gedoseerd.
U weet voor uzelf heel goed wanneer u wel
eerlijk moet zijn. U weet heel goed, wanneer
u zich niet moogt laten leiden door sympa
thieën en antipathieën en eerlijk, ronduit,
moet zeggen waar het op staat. Dan zal men
trouwens ook respect voor u hebben. Men
heeft altijd respect voor de zakenman die
eerlijk en openhartig optreedt, die een ander
geen cent te kort doet. Men heeft respect voor
de man die een portefeuille met geldt vindt
en die terugbrengt. „Men", dat is ookde man
zelf. Want eerlijkheid verhoogt het zelfres
pect. Iemand die liegt en bedriegt en kuipt
en overal omheen praat, heeft geen respect
voor zichzelf.
U kunt dat laatste niet zo erg belangrijk vin
den totdat u het kwijt raakt. Dan bemerkt
u pas wat u hebt verloren. Het is zo erg als
het verlies van een heel goede vriend, van
een nabije bloedverwant.
Eerlijkheid is, zoals zovele abstracte begrip
pen, „variabel". Wat onder bepaalde omstan
digheden eerlijk kan zijn is onder andere om
standigheden eenvoudig niet verantwoord.
Denkt u maar eens aan de geestelijke moei
lijkheden waarvoor een arts kan komen te
staan als hij een hopeloos-zieke patient heeft.
Moet hij eerlijk zeggen: „U is niet meer te
genezen"? Moet hij zeggen: „Waar leven is,
is hoop?", terwijl hij weet dat er, naar de
mens gesproken, niets meer te verwachten is?
Dit is een extreem voorbeeld. Maar iedereen
ontmoet in zijn dagelijks leven zo vele geval
len waarin hij zich zou moeten afvragen:
„Wat moet ik doen? Eerlijk zijn"?
Ja, natuurlijk, eerlijk zijn. Altijd. En van
ganser harte. Altijd pogen de waarheid en
niets dan de waarheid te zeggen.
Alsals u weet dat u in dat geval ook
tegenover u zelf absoluut eerlijk bent. Dus als
u weet dat die „waarheid en niets dan de
waarheid" inderdaad de waarheid is en dat
u haar alleen 0111 der waarheids wille zegt.
En niet iets waarvan u alleen maar veronder
stelt dat het de waarheid is.
En niet iets waarvan u weet dat het een ander
nodeloos kwetst terwijl het, zoals in het ge
val van die schemerlamp, er in wezen niet
toe doet of 11 dat ding lelijk vindt of mooi.
Want dat is - en daar komt de conclusie - sub
jectieve waarheid.
Objectieve waarheid is: „Jawel, edelachtbare,
die fietser kwam van links en had geen ach
terlicht".
Subjectieve waarheid is: „Mien, ik vind die
schemerlamp een verschrikking".
Ontvangen:
f 709,25 van Centraal magazijn, Schiedam.
52,30 van Magazijn Fijenoord, Rotterdam
(opbrengst verkoop klein materiaal).
Uitgaven:
In de maand februari werd aan 146 leden van
ons personeel in totaal 2560,37 uitgekeerd.