HET GELEENDE PIJPJE door Jean Dulieu
Paulus was heel erg in de put, want zijn pijpje was zoek! Overal •-
had hij al gezocht, tot zelfs in de bloempotjes en tussen zijn bedde-
lakentje. Hij had de broodtrommel nagekeken en alle pannen, hij "N
had de suikerpot leeggegooid en alle vloerkleedjes opgetild. Maar 6 \~L I
het pijpje was en bleef weg! y
Verslagen was Paulus tenslotte y'
in een hoekje gaan zitten. „Ik
voel me geen halve kabouter
zo zonder pijp," zuchtte hij. Bo-
vendien was liij aan dit pijpje
indertijd persoonlijk van %jjl& v^-fA
Sint Nicolaas had gekregen. Hij JsP'?
kon nu wel een nieuw pijpje 5
gaan maken, maar dat zou toch
nooit zijn mooie Sinterklaas
pijpje kunnen vervangen. Met
een mistroostig gezicht stond Paulus op en stapte het bos in.
Hij wandelde zó maar een beetje rond en zag er heel zor
gelijk uit. Maar toen opeens ontdekte Paulus dikke rook
wolken en meteen kreeg hij een verschrikkelijke lucht in
zijn neus. „Oei," zei Paulus, „daar brandt iets!" Hij struikel
de bijna over zijn eigen beentjes, zo'n haast had hij om bij
de brand te komen. En wat zag hij toen? Gregorius, hele
maal wit om zijn neus, de tong uit de mond en het pijpje
van Paulus in zijn poot! En de vijf kleine dasjes, groen van
narigheid en ieder met een kastanjepijpje. Een stank dat
er uit die zes pijpjes kwam! „Gregorius!" riep Paulus ont
daan, „wat doen jullie in vredesnaam?"
„Wij leren rook pijpen," verklaarde Gregorius met flauwe stem. Paulus keek eens naar de vijf
zieke dasjes en naar Gregorius, die er al even belabberd uitzag en toen kostte het hem opeens
grote moeite om zijn lachen te bedwingen. „Smaakt het lekker, Gregorius?" vroeg Paulus. „Bah
nee!" zei Gregorius uit de grond van zijn hart, „Ik denk dat het stro te nat was!"