KERSTMIS 1957 NIEUWS 8 Het was vinnig koud. Ik was juist bezig onder het uiten van gesmoorde verwensingen de raam kieren met het plaatselijk nieuws- en advertentie blad op te vullen, toen mijn vrouw opgewekt binnentrad. Natuurlijk, ze had weer een aardig plan! Ik moest maar gauw mijn jas aantrekken, want in het verenigingsgebouw aan het einde van de kade, zou een kerstspel worden opgevoerd door de kin deren uit de buurt. Een culturele manifestatie, die naar haar mening door onze eerste en vooralsnog enige nakomeling niet gemist mocht worden. - Gekkenwerk, sputterde ik tegen Het is veel te koud. En bovendien, in dat houten verenigings gebouw met die ene verroeste potkachel zit je aan je stoel vastgevroren voor je het weet. Het hielp allemaal niets. Dat is juist het mooie van ons huwelijk: hoe steekhoudend de argumen tatie ook mag zijn, nimmer leidt zij tot twee dracht. Met mijn vierjarige spruit op de arm daalde ik, nog zachtkens nasputterend, de trappen af en stapte de stij fbevroren kade op. „Ik rook", zei hij verheugd en blies een wolkje tot stoom geworden adem voor zich uit. Ik vond het te koud om te antwoorden en snelde met opeengeklemde kaken voort, hem aan zijn armpje voorttrekkend. In de hal van het gebouwtje stonden enkele paars aangelopen dames van het een of andere comité sociaal te doen. „Komt u maar gauw binnen, hahaha! Hier brandt de kachel en het spel gaat zo beginnen". „Er is kolendamp" stelde ik snuivend vast. „Ach kom, een beetje rokerig, hahaha. Het is zo weg, hoor," en met een moederlijke por in mijn rug schoof zij ons de klapdeur door naar binnen. „Hier brandt de kachel, hahaha hoorde ik haar nog net tegen een volgende klant kirren. We zochten een plaatsje uit en met knipperende ogen trachtte ik de blauwige wazigheid te door boren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1957 | | pagina 10