Het Gouden Ei PAASAVONTUUR UIT SURINAME „En, hoe vinden jullie mijn paashaas?" Triomfante lijk houdt Vader het ei in de lucht. „Laat es kijken Nieuwsgierig staat Maudje op. Dan schatert ze het uit. „O, Pap, wat een rare kleine oortjes, het lijkt wel een poes!" „Al weer niet goed en ik doe zó mijn best!" Mijnheer van Dam probeert een boos gezicht te trekken, maar dat lukt niet erg. Hij duwt zijn dochtertje het ei in de hand. „Alsjeblieft praatjesmaakster, doe jij het dan maar beter." Ze zitten met z'n allen om de grote tafel. Vader, Moe der, Herre en Maudje en dan de twee gasten, Hans en Josje, die er logeren, omdat hun ouders op reis zijn. De kleintjes zijn al naar bed en de vier groten mogen helpen om de paaseieren te kleuren, die mor gen in de tuin verstopt zullen worden. „Zeg Jos," zegt Hans. „Weet je nog wel toen we vorig jaar in Holland waren? Toen regende het zo op Paasmorgen en we waren zo bang dat de eieren zou den verkleuren „Nou! En wat was het toen koud hè?" Moeder lacht. „Daar zullen we hier in Suriname geen last van heb ben. Foei wat is het warm vanavond!" „Mam, mag ik het grootste ei hebben?" „AlsjeblieftWat ga je maken Herre lacht geheimzinnig. „Wacht maar eens!" Ze werken alle zes dapper door en het ene gekleurde ei na het andere wordt op het rekje te drogen gelegd. „Klaar!" roept Herre en trots laat hij zijn werkstuk zien. Een gouden ei! Hij heeft het verguldsel uit zijn verfdoos gebruikt en het ziet er werkelijk prachtig uit. Het lijkt wel echt goudZe bewonderen het om het hardst. „Nu weet ik ook wat leuks," zegt Moeder. „Ik loof een prijs uit, voor diegene die morgen dit ei vindt!" Er gaat een gejuich op en natuurlijk willen ze weten wat dat zal zijn. Maar Moeder schudt het hoofd. „Nee, dat blijft een verrassing. Maar dan nu naar bed jongelui, het is mooi genoeg geweest De volgende morgen is het stralend weer. Het is nog vroeg en het is stil in het grote witte huis. De kinde ren slapen nog. Maar dan gaat het tuinhek open en een kleine zwarte jongen stapt voorzichtig het erf op. Het is Humphrey. Humphrey is een Surinaams jongetje. Zijn moeder is wasvrouw. Ze moet hard werken om de kost te ver dienen voor hem en zijn twee zusjes. Zijn vader werkt ver weg in het binnenland en hij komt maar zelden thuis. Humphrey moet ook al meehelpen. De was halen en brengen en als hij uit school komt, op de zusjes passen en hun huisje vegen. Nee, kleine Hum phrey heeft geen gemakkelijk leventje. Maar vandaag is het feest. Hij mag bij tante Nora komen, die dienstbode is op het grote huis. Altijd, als het een feestdag is, krijgt tante Nora van de Holland se mevrouw, een groot bord vol lekkers en dat krijgt hij dan weer van tante Nora, om mee naar huis te nemen. Humphrey loopt stilletjes langs het schelpen pad, dwars door de grote tuin naar achter, waar het houten woninkje van tante Nora staat. Hij gluurt naar binnen. Ze is er niet. Hij gaat op het bankje, opzij van het huisje, zitten wachten, dan kan hij haar zien aankomen. Wat is het stilDe kinderen zijn zeker nog niet wakker. Hij kent ze wel. Als hij bij tante Nora is, mag hij wel eens met ze meespelen. Dat is fijn! Maar het prettigst vindt Humphrey het, als hij Herre mag helpen. De fiets schoonmaken, vliegers oplaten, of zo als laatst, mee achter op de fiets om de hengel vast te houden, toen Herre ging vissen. Humphrey begint zich te vervelen. Het wachten duurt ook zo lang. Met de grote teen van zijn blote voet tekent hij in het zand. Allerlei figuren. Maar daar krijgt hij ook ge noeg van. Hij staat op. Kom hij zal eens achter in de tuin bij de Pommerakboom gaan kijken, of dat grote mierennest er nog is. Humphrey loopt er heen en gaat op zijn hurken zitten om onder de varens naar het nest te zoeken. Het is er niet meer. De tuinman heeft die gemene brandmieren zeker met petroleum op de vlucht gejaagd. Het jongetje wil weer opstaan, maar dan ziet hij op eens wat schitteren Hij bukt zich dieper en steekt zijn handje in het holletje tussen twee grote boom wortels. Dan haalt hij het glinsterende ding er uit en kijkt verbaasd naar wat hij in zijn hand houdt. Het is een Ei! Een Gouden Ei!!!! Hoe komt dat hier? Zou 15 (JJ|) NIEUWS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 17