1
1
PUZZELS EN RAADSELS
u
hij is beter." Ja, dat zagen ze. „Dan moet hij maar
naar buiten," zei vader. Brams gezicht betrok. „En
jij ook maar," zei vader, „want jij bent ook weer
beter." Vader deed de tuindeuren open en de
lentelucht stroomde de kamer in. Bram stond op de
drempel en riep: „Piewiet, piewiet." „Tok, tok,"
zei de merel. Bram liep de tuin in. „Piewiet," riep
hij. Toen nam de merel een duik en in glijvlucht
kwam hij door de deur naar buiten. Luid schallend
vloog hij Bram voorbij tot op de onderste tak van
een pruimenboom. Bram genoot van alles. „Heer
lijk, hij is beter en ik ben beter." En hij begon een
rondedans, waarvan de merel zo schrok, dat hij
kwetterend op vloog over de haag en door de tui
nen en lanen, tot Bram hem als een heel klein
stipje in de verte zag verdwijnen.
DOOR EV. WASSENAAR
1
2
3
5
6
7
8
8
10
11
12
13
15
16
17
18
19
20
21
22
I. Kruiswoordraadsel
Van links naar rechts:
1. slee, met een of
twee paarden be
spannen.
3. eetgerei
5. eerste vrouw.
7. plaat.
9. deel van je hoofd.
II. zeehond.
13. iemand die bij een
hotel de wacht houdt
bij de deur.
14. keukenbenodigdheid.
15. boom
17. niet groot.
20. Engels bier.
21. niet vroeg.
22. schoorsteenzwart.
Van hoven naar heneden:
1voertuig.
2. roem.
3. voorzetsel.
4. schaaldier.
6. deel van een lucht
band.
7. praal, sier.
8. vervoermiddel
10. vader van je moeder.
12. Scandinavische munt
14. langwerpig stuk
hout of metaal
16. plezier.
18. stuk hout
19. Europeaan.
15
NIEUWS