Radio en TV in het gezin Mèt het dagblad hebben radio en televisie een staan de uitnodiging om onze huiskamers binnen te komen. Bij de dagelijkse krant (en de andere week- of maand- publicaties, waarop we zijn geabonneerd) is het ge bruik ervan door het gezin - en vooral door de jongere leden ervan - wel te regelen. Bij radio en TV hebben we in beginsel maar één keus: het geluid of het beeld in de kamer laten - of de knop omdraaien. Op de keuze wat het gezin wordt voorgezet kun nen wij maar een beperkte invloed uitoefenen: de stationskeus bij de radio geeft enige mogelijkheden, maar bij TV zijn de mogelijkheden veel beperkter - en in vele delen van ons land bestaat er eenvoudig geen keus. Dit legt op de programmaleiding van de omroep verenigingen een nog groter verantwoordelijkheid dan op de redacties van dag- en weekbladen en zij kwijten zich van deze verantwoordelijke taak gewoon lijk verdienstelijk, al zal men het misschien niet altijd met het omroepbeleid eens kunnen zijn. Maar men slaagt er over het algemeen heel goed in om op tij den, waarop ook jongere gezinsleden aan de toestel len zitten, de programma's ook voor deze jonge luisteraars en kijkers geschikt te houden. Onderwer pen, die volwassenen interesseren, maar die minder voor jonge ogen en oren geschikt zouden kunnen zijn, komen op een later uur aan bod - en men neemt aan, dat de jonge luisteraars en kijkers dan wel op één oor zullen liggen. Dit brengt ons op het eerste probleem, dat met radio en TV in het gezin verband houdt: bedtijd voor de jeugd. Dat vraagstuk is, in de loop der jaren dat de radio ons op onze levensweg vergezelt, wel opge- lost. De kinderen gaan op de gebruikelijke tijd naar bed en wanneer er eens een programma op een iets later uur de ether in gaat, dat de kinderen ook dol graag willen horen, dan mogen ze een paar kwar tiertjes langer opblijven. Bij de televisieuitzendingen ligt dit anders. Hier in Nederland spelen daarbij twee dingen in het bijzonder: het feit, dat de TV nog een nieuwtje is voor velen (en dus ook voor veel kinderen) en de omstandigheid, dat de TV-uitzendingen gewoonlijk omstreeks acht uur 's avonds beginnen en tot laat voortduren. Er zijn enkele kinderuitzendingen in de middaguren, maar die zijn niet bestemd voor kinderen van alle leeftijds groepen en zij zijn bovendien zeer beperkt. Daarbij komt dat het beeld grotere eisen aan de aan dacht stelt dan het geluid. In vele gezinnen doet de radio dienst als „geluids-decor" bij het gezinsleven. Sommige kinderen zeggen, dat zij hun huiswerk alleen maar kunnen maken als de radio (soms behoorlijk hard) aanstaat. Dat is bij televisieuitzendingen niet mogelijk - die vragen nu eenmaal alle aandacht, zo wel van het gezicht als van het gehoor. De televisie boeit ons meer - en het gevaar van „verslaving" dreigtDat is voor volwassenen al een moeilijke zaak, want veel van de eigen bezigheid wordt overgenomen door het passieve kijken en luisteren naar de tover doos. Voor de ontwikkeling van de jonge geest is het zelfwerkzaamzijn - spelen, leren, tekenen, knutse len - volstrekt onmisbaar. En we kennen de gruwel verhalen - die vaak een grote kern van waarheid be zitten - over de invloed, die de televisie in het bui tenland, waar de uitzendingen vaak van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat doorgaan, op de kinderen hebben gehad: grotere onverschilligheid, minder werk lust. Echter, gezien de nogal nuchtere Nederlandse volksaard (en de beperkingen, die de kostbaarheid van TV-zenduren met zich meebrengt) zal het hier misschien zo'n vaart niet lopen. Maar de ongunstige invloed, die de TV op de ontwikkeling van de kin deren kan hebben, mogen wij toch niet verwaarlozen. De oplossing van het vraagstuk - en dat geldt voor radio en televisie gelijk - is, dat wij die technische ge makken niet als vanzelfsprekend mogen aanvaarden en dat wij er doelbewust gebruik van moeten maken. Dat betekent dat ook bij de radio het „passieve luis teren" eigenlijk uit den boze is. De radio, die de ge hele dag aanstaat, moet de aandacht voor andere zaken in het gezin wel verminderen. Kinderen, die zeggen, dat zij hun huiswerk beter maken als de radio aan staat, spreken onzin; ook dat geluid vraagt een deel van hun aandacht - en dat deel gaat af van de aan dacht, die zij voor hun werk nodig hebben. En bij de televisie is dat „afgestane" deel aanzienlijk groter en het is uitgesloten welk werkje ook goed te doen en tegelijk naar de televisie te kijken. Wij moeten dus kiezen wat wij wel en niet willen zien en horen. Daarvoor is een goed radioblad na tuurlijk onmisbaar en het kan een gezellige ge woonte worden om iedere week een „radio-TV-ge zinsconferentie" te houden om samen uit te maken waarnaar men wil gaan luisteren en wat men (met de kinderen) wil gaan zien. Daarmee is tevens de moeilijkheid van het naarbedgaan vóór de TV be gint (of een uurtje bezig is) wat verminderd. Veel hangt daarbij af van de gezagsverhoudingen in het gezin: wanneer de kinderen er gewoonlijk het laatste woord hebben, zal ook dit vraagstuk onoplosbaar zijn. Maar in dat geval zijn de radio en de TV in het gezin geen probleem op zichzelf. Vjï) NIEUWS 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 22