<sl NIEUWS sissippi en deze z.g. hekwielers vervoerden voornamelijk passagiers. De constructie der Mississippi-boten heeft uiter aard in de loop van de tijd telkens wijzigingen en verbeteringen ondergaan. Dit hield verband met de verdeling van het gewicht, terwijl tevens de overgang van hout naar kolen als brandstof zijn invloed deed gelden, speciaal ten aanzien van de hoogte der schoorstenen. Langzamer hand werden zowel machines als schoorstenen meer naar het midden verplaatst. De passagiersboten werden steeds luxueuzer in gericht en iedere scheepsbouwer en elke reder voegde het zijne aan het grondplan toe, dat - vol gens deskundigen evenwel - feitelijk helemaal geen grondplan was, maar een ruwe schets. Omstreeks 1840 schreef een Engels ingenieur, die een tocht met een der grootste „hekwielers" maakte: „ze zijn allesbehalve veilig en worden bestuurd door lieden bij wie de minachting voor een mensenleven geëvenaard wordt door hun onkunde en hun gebrek aan behoorlijk op treden." Het tussendek bood volgens hem een misselijk makend beeld van vuilheid, welke elke beschrijving tartte, waartegenover de luxe van de salons erop gericht scheen, de aandacht van de passagiers af te leiden van de gevaren, welke ze liepen. Nimmer, aldus de Engelsman, werd de uitdrukking „dansen op een vulkaan" met zoveel recht toegepast als op zo'n Missis- sippi-stómer. Het gehele schip was uit hout ge bouwd, terwijl de schoorstenen soms rood gloeiend stonden met het hout er vlakbij opge stapeld. Als er lading was, bestond deze meestal uit bijzonder ontvlambare stoffen zoals katoen, olie en vaten teerDe meeste „packets" hadden dan ook geen langere levensduur dan tien jaar. Talrijke Mississippi-boten zijn in vlam men opgegaan. Een der grootste catastrophen was die van de „Sultana", in 1865, die aan 1547 passagiers het leven kostte. Bij dit aantal bleef de „Titanic" met 50 ten achter Bij de geschetste gevaren voegde zich de na ijver tussen de kapiteins, die door hun passa giers nog werd aangevuurd. Elk hunner be schouwde het als een schande om door een con current ingehaald te worden. Wanneer twee boten een wedstrijd aangingen, werd alles wat brandbaar was, in de vuren gegooid en traden de passagiers bij toerbeurt als vrijwillige sto kers op De commandant van de „Princess" schreeuwde zijn bemanning toe: „Mijn schip zal op tijd en eerder dan alle andere op haar bestemming aan komen of in de lucht vliegen, welk laatste prompt gebeurde En de kapitein van de „Ben Sherod" voer een zinkende concurrent voorbij omdat hij geen minuut van zijn tijd schema wilde verliezen. Maar er werden ook vreedzamer en minder ge vaarlijke wedstrijden gehouden waarbij een her tegewei als „Blauwe Wimpel" de prijs was. De beroemdste race is die van de „Robert E. Lee" met de „Natchez" van New Orleans naar Cairo geweest, die op 30 juni 1870 begon. Hiervan werd een speciale reportage gegeven en per telegraaf werd de gehele Angelsaksische wereld van het gebeuren op de hoogte gehouden. De „Robert E. Lee" werd eerste in drie dagen, acht tien uren en veertien minuten, met een voor sprong van 6 uren en 36 minuten op zijn con current. Maar de „Natchez" had een oponthoud, door machineschade, van zeven uur gehad en velen weigerden de overwinning van de „Robert E. Lee", die bovendien geen lading aan boord had, te erkennen. De spoorwegen werden in de tweede helft van de vorige eeuw de grote concurrenten van de Mississippiboten. Maar de zwaarste slag werd hun toegebracht door de Burgeroorlog. De Noor delijken requireerden er 200, waarvan ze er 75 met ijzer bepantserden en er de z.g. tin-clads van maakten. De Zuidelijken maakten van de hunne „cotton-clads". Ze „bepantserden" ze met balen katoen en maakten er „rams" van. waarmede ze hun tegenstanders trachtten te rammen. Na de Burgeroorlog werden nog enkele nieuwe „packets" gebouwd, waarvan de „J. M. White" de bekendste is geworden. Het was een luxe schip, honderd meter lang en dertig meter breed, welke maten pas in deze eeuw door de passagiersboten van de Atlantische Oceaan be reikt werden. De luxe bestond o.a. uit honderd zes hutten met stromend water. Het fraaie schip werd in 1878 tewatergelaten. Maar alle luxe 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 6