Toen men bij Wilton nog zalmen ving 5 NIEUWS Koetsveld, een van de laatste Schiedamse zaltnvissers, die ge woond heeft in het Maashofje. Precies een halve eeuw geleden was er een staats commissie bezig om aan de noodlijdende zalmvis serij nieuw leven in te blazen. Men spiegelde het heden met zijn magere vangsten aan de rijkdom van-weleer, toen men op onze grote rivieren soms honderdduizend zalmen ving per jaar. In het be gin van de twintigste eeuw liep dat cijfer achter uit tot twintig a vijfentwintigduizend. Hoe komt dat, vroeg de staatscommissie, wordt er te scherp gevist of is het water tegenwoordig te vuil De commissie informeerde via de Commissaris van de Koningin bij de burgemeesters der verschillende gemeenten hoe de stand van zaken was. In de daarop volgende jaren werden miljoenen jonge zalmpjes uitgezet, maar de kunstmatige zalmteelt had geen blijvend resultaat. Interessant is, dat een jaar na de enquête onder de betrokken gemeenten de Schiedamse gemeenteraad beslissen moest over de plaats van een zalmzegen- visserij. Deze kwam daar, waar thans onze scheeps werf is, en was toen nog een reep aangeslibde grond op de grens tussen Schiedam en Vlaardingen, te bereiken via het Sterrebos. De zalmvisserij op het toekomstige terrein van de Dok- en Werf- maatschappij Wilton-Fijenoord heette Prins Hen drik. Daar stonden ze: een paar huisjes, één voor de directeur, één voor de baas en zijn levensmid delenwinkeltje en drie bergplaatsen, met nog een klein fabriekje voor het opwekken van stoom, die gebruikt werd om de zegen weer aan wal te halen. Op de plaats waar dat gebeurde stond een lichtmast, die werkte met een krachtige carbidlamp. De zegenvisserij was een bedrijf, dat de gehele rivier bestreek. Met een stoombootje werd het net stroom opwaarts gebracht en vervolgens naar de overzij. De grote zalmen hebben de neiging zich stroom-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 7