19
NIEUWS
alle Zwarte Pieten in de wereld."
„Met een zak vol geschenken ze
ker?" spotte Jan.
„Met een zak vol geschenken. Mits
je doet wat ik van je verlang."
„En dat is?"
„Dat je me op het voetstuk zet,
waarop ik thuishoor. Professor
Witkop had niet het recht me weg
te stoppen in die kuil. Ik heb al
zijn wensen vervuld alle op
één na
„Wat dan niet?"
„Hij zei: maak me geleerd! en ik
leerde hem alle 200 negertalen.
Hij zei: Maak me rijk! en hij werd
rijk. Geef me een vrouw! en hij
kreeg een vrouw. Geef me rust!
en ze liep bij hem weg. Hij zei:
Laat me sterven! Maar dat kan
Nbombo niet: de Grote Geest is
sterker dan hij
„Ik zet je op dat voetstuk, Nbom
bo, op die marmeren bank!"
„En dan een bad, voordat we ver
der praten! Zet er de tuinslang
op!"
Even later stond Nbombo op het
marmeren voetstuk, netjes schoon
gespoeld en glimmend in zijn huid
van zwarte, gepolijste steen. Jan
Koelewater zat naast hem op basis
van gelijkheid en rolde een nieuwe
sigaret.
„Goed, Nbombo," zei hij zakelijk,
„ik geef je zoveel frisse lucht als
je maar verlangt. Maar ik ben hier
baas en stel mijn voorwaarden. Die
negertalen laten me koud en een
vrouw heb ik al. Als ik thuis ben,
mag ze best een beetje eh een
beetje onrustig zijn. Want ik ben
niet vaak thuis. Ik ben verkoop
man bij een machinefabriek. En
nu is mijn auto laatst gestolen. Zou
Nbombo, de Grote Weldoener, me
die kunnen terugbezorgen? Zo om
te bewijzen, dat een afspraak met
hem wat waard is?"
Nbombo klakte met zijn stenen
tong: „Je zult niet lang behoeven
te wachten de wielen van het
lot zijn al in beweging."
„Mooi zo en dan nog een voor
waarde," zei Jan, „ik wil niet, dat
mijn vrouw van je schrikt, zoals
ik dat gedaan heb. Frisse lucht?
goed, zoveel je wilt, maar geen
beweging meer, geen genies, geen
gelach en geen gepraat. Begre
pen?"
„Ja", zei Nbombo, „ik vind het
een redelijke eis. Die afspraak had
ik ook met professor Witkop. Ie
dere wens vervul ik: een onuitge
sproken wens is al voldoende!"
Óp dat ogenblik klonk de stem
van Truus. Ze riep: „Jan, Jan
waar zit je telefoontje van het
hoofdbureau: ze hebben je wagen
teruggevonden
Jan Koelewater knikte goedkeu
rend: „Goed werk, ouwe jongen!
Ik geloof, dat wij het uitstekend
met elkaar zullen vindenToen
ging hij naar binnen.
Die avond had Jan weinig wensen
meer, hetgeen niet te verbazen is
na al het graafwerk, dat hij ver
richt had. Maar de volgende dag
begon het al vroeg. Hij wilde
graag eens heerlijk uitslapen en
sliep dan ook prompt door de wek
ker heen, net als zijn vrouw. Hij
kwam te laat voor de vastgestelde
conferentie waar hij zo weinig zin
in had, maar het hinderde niet,
want een stille wens was in ver
vulling gegaan: de directeuren
hadden zijn gunstige cijfers ont
dekt en ontvingen hem met een
salarisverhoging en een vererende
opdracht. De moeilijkheden begon
nen, toen hij 's avond uit zijn
auto stapte en fluitend door het
tuinhekje naar binnen kwam. Bij
de deur bedacht hij, dat hij verge
ten had bloemen mee te nemen
voor zijn vrouw. Ik wou, dat ik
een arm vol rozen had, dacht hij
en toen Truus hem open deed,
keek ze verbijsterd naar de bloe
menweelde: dertig, veertig gloei
end rode rozen. „Asjeblieft zei
hij eenvoudig.
„Wat een prachtige rozen! Maar
waar haal je die vandaan ik zag
je zónder langs het tuinpad lo
pen
„Een bekende goocheltruc, kindje:
ik schud ze zo maar uit mijn
mouwErger werd het, toen ze
het eten opdiende. Ik hoop, dat
het vandaag geen andijvie is, dacht
Jan. Het was wel andijvie, maar
Nbombo maakte er asperges van
in de tijd dat Truus de jus ging
halen.
„Dat is nog eens een etentje," zei
Jan goedkeurend, maar Truus
schudde beduusd het hoofd:
„Ik ik begrijp het niet," stot
terde ze, „ik meende toch ik