11 NIEUWS Nergens geeft dit gebouw, met zijn vele en grote ramen tot laag bij de grond de bezoeker de indruk van „opgesloten te zijn". Ruime, frisse slaapzalen met prima bedden en fleurige gordijnen garan deren een goede nachtrust, terwijl' de douches er voor zorgen, dat het tij dens de wandeling meegesmokkelde duinzand met een klaterende straal kan worden afgespoeld. De maaltijden, sober doch welvoorzien, werden genuttigd in de grote confe rentiezaal,die, vanaf het moment dat de W.F.-wimpel in top werd gehesen tot het ogenblik waarop de E.V.A.G.-bus met de jongens huiswaarts reed, ge heel tot onze beschikking stond. Om u een idee te geven waar de jon gens alzo heentrokken en verder hun tijd mee vulden, volgt hier een gedeelte uit een opstel van één hunner dat aanvangt op woensdagmiddag: „Intussen was het X uur geworden en tijd voor de koffiemaaltijd. Hierna ver kleedden wij ons om daarna te voet naar Drunen te gaan om de Lips Scheepsschroevengieterij te bezichtigen. We werden ontvangen in een nog niet in gebruikgenomen hal, waar ons een flesje Coca Cola en sigaretten werden aangeboden. Na in vier groepen te zijn verdeeld, werden we de fabrieken rond geleid. Het eerst was de gieterij aan de beurt. Daar werden de schroeven ge goten in gietvormen. Deze vormen worden gemaakt in de modelmakerij. Vervolgens zagen we nog verschillende loodsen en werkplaatsen. Zo ook de draaierij en niet te vergeten het „Gou den Laantje". Het Gouden Laantje is een opslagruimte tussen twee loodsen waar in een lange haag, twee-hoog op elkaar gestapeld de gereedgekomen schroeven stonden te blinken in de zon. Met recht mocht hier van een „Gouden Laantje" gesproken worden. Aan het einde van de rondgang kwamen we nog even op ons uitgangspunt terug om onder het genot van een koele dronk nog enige vragen te stellen. Dankbaar voor alles wat we gehoord en gezien hadden gingen we daarna terug naar De Klinkaert." De N.V. Philips had haar film „Ma gisch Venster" beschikbaar gesteld voor het avondprogramma en verzorgde te vens de inleiding. Het was een wat moeilijk en technisch geheel. Toch gaf een en ander voor de jongens een in zicht van de vernuftige apparatuur der zenders en ontvangers. Het jongvolk werd tijdig naar de slaap zalen verwezen omdat de volgende dag veel inspanning zou vragen. Op het programma stond n.l. een tocht met roeiboten door de Biesbosch o.l.v. een Biesbosch-kenner. Het 4800 ha groot water- en polder gebied van de Brabantse Biesbosch be staat uit een aantal van elkaar geïso leerde polders met onmetelijke riet- en griendvel'den. Het is een oord zoals er maar weinige in ons land te vinden zijn. Het bijna volmaakte isolement waarin dit gebied verkeert, heeft tot gevolg dat er een wat mysterieuze sfeer hangt welke nog wordt versterkt door eb en vloed die tot ver in de Biesbosch van invloed zijn. Uit een der opstellen van de jongens volgen hier hun belevenissen: „'s Morgens waren we al vroeg wakker. Wassen en bed opmaken was het werk van een ogenblik en na het ontbijt ver trokken we per bus naar Drimmelen, met medeneming van een grote partij lunchpakketten, sinaasappelen, koeken en een gamel chocomel. Bij aankomst aan de Amer bemanden we zeven roeiboten om daarmede de kusten van Brabant on veilig te maken. Het besturen van de boten ging niet zo eenvoudig maar nadat de niet-roeiers achterin hadden plaats genomen liep dat vlotter. Toch kwamen de moeilijkheden pas later, toen we op de Amer voeren. Niet voor niets was deze dag „de dag der Dek- knechten" genoemd. Zij zouden immers het commando voeren over de boten Aanvankelijk gaven zij hun bevelen met „een beetje links" en „een beetje rechts" maar dat veranderde. Het werd twee graden bakboord en 45 graden stuurboord. Hadden de roeiers nu maar geweten wat bakboord en stuurboord was dan was het mogelijk nog wel goed gegaan maar nu werd stuurboord voor bakboord genomen met alle ge volgen van dien. De aangestelde kapi teins bleken echter niet op hun mondje te zijn gevallen en feitelijk hebben we aan hun kordaat optreden te danken, dat we de Biesbosch toch nog hebben bereikt. Na nog wat roeien kwamen wij aan een zandplaat. Daar gooiden we het anker uit en trokken de boot op het strand. Na een wandeling door de modder- en rietvelden brulde onze bootsman, dat we moesten komen eten. Voor zo n karwei zijn we altijd te vinden zodat hij z'n keel verder kon sparen. Ondertussen was de vloed op gekomen. Wij renden dus terug naar onze sloepen om deze met uiterste krachtsinspanning over de nu steeds kleiner wordende zandbanken heen te trekken. Het werd de wedstrijd van het jaar. Welke ploeg zou zijn boot het eerst weer in bevaarbaar water hebben Dan lag de een, dan de ander voor. We zakten soms tot onze kuiten in de modder weg en er bleef maar weinig droog van onze kleding. Gelukkig had den de meesten van ons hun zwem broek aan. Zo trokken wij met onze zeekastelen de Biesbosch in. Bij een inham dronken we nog wat chocomel om daarna ge sterkt weer verder te ploeteren. Het viel heus niet mee om de boten door de soms smalle vaargeulen met de metershoge rietkragen te sturen. Na de nodige aanvaringen kwamen we in open vaarwater waar een motorboot op ons lag te wachten die ons op sleeptouw nam en heelhuids in de thuishaven afleverde. Ongeveer half zeven kwamen we bij De Klinkaert aan waar de tafel reeds gedekt stond." De medewerking van de kant van L. Smit Co's Internationale Sleepdienst aan het avondprogramma hield de sfeer van deze bijzonder geslaagde dag vast. Een der medewerkers van L. Smit ver toonde, vergezeld van een sprankelend commentaar, wat dia's en een tweetal films. Als gasten waren de jongens van de Bedrijfsschool van Lips met hun leer meesters aanwezig. De films over het bergingswerk in het Suezkanaal en het bedrijf van L. Smit Co. werden door alle aanwezigen zeer gewaardeerd. Vrijdagmorgen werd een tocht door de Drunense duinen gemaakt. Na de no dige omzwervingen kwamen allen op de afgesproken plaats aan. Geïnspireerd door een troep mili tairen werd de terugtocht in mars tempo ingezet en ondanks „de hitte van de dag" volgehouden tot aan De Klinkaert. Na de lunch hadden de jon gens vrijaf. Met voetballen, zwemmen en wandelen werd de middag naar eigen verkiezing doorgebracht. Tegen de avond kregen we bezoek van de Kleine Commissie uit de Onderne mingsraad. In afwachting van de komst van Jan de Troye, de welbekende radioreporter, werden nog wat dia's vertoond van de afdeling Kamperen van de A.N.W.B. Jan de Troye hield daarna zijn inlei ding over Sport en Sportverdwazing. Een lezing, die bij de jongens en bij de gasten geweldig insloeg. Hoewel ook de zaterdag een stralende dag beloofde te worden was er toch de schaduw van het vertrek, ook al stond er nog heel wat op het pro gramma. Na woorden van dank aan het personeel en de beheerder van De Klinkaert vertrokken we om 9 uur met een E.V.A.G.-bus naar het bad De IJze ren Man te Vught, waar nog wat ge zwommen werd. Van Vught ging de groep naar Oisterwijk voor een tocht langs de vennen. Hongerig kwamen we tenslotte te Udenhout in het restaurant „Bos en Duin" aan, waar een Brabant se koffiemaaltijd zou worden genuttigd. De heer Ir. B. Wilton, die de wens te kennen had gegeven daarbij aanwezig te zijn, arriveerde met de heer Klute. Dankbaar en vereerd gingen de jon gens met hun gasten aan tafel. De maaltijd werd een feest. In zijn toespraak tot de jongens sprak de heer Wilton over het belang om ook als jongere generatie een sterk team te vormen evenals de oudere ge neratie dat in de loop der jaren heeft gedaan. Hij was er van overtuigd dat deze dagen de banden in het bedrijf zullen verstevigen en dat daardoor een steeds betere samenwerking zal ont staan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1959 | | pagina 13