Hoe lees je een boek?
door Leonard Roggeveen "f"
NIEUWS
16
„Ook een vraag," zullen vele lezers zeggen. „Geen kunst, om daar antwoord
op te geven. Heel gewoon: je doet 't open en je slaat de bladzijden om en zo
maar door."
Natuurlijk bedoel ik dat antwoord niet.
En óók niet het volgende: „Zittend bij de warme kachel." Of: „Liggend op
het strand." Want de lichaamshouding bij 't lezen speelt bij mij geen rol. Al
leen zou ik je niet aanraden te lezen terwijl je op je rug in 't water drijft.
Want dan zou het boek wel eens nat kunnen worden. En daar kunnen de
meeste boeken niet tegen. Nee, de lichaamshouding speelt geen rol. Maar hoe
3 bedoel ik mijn vraag dan?
fjM* Wel, kijk eens
Ik herinner mij iets uit de wereldoorlog; 't was in 't laatst van de hongerwin-
^5^ Ier Er was een gezin, vader, moeder en twee kinderen. Ze hadden niets meer
«V te eten. Toen kocht de vader voor zijn laatste geld dat was 250 gulden
B vijf pond bruine bonen; hij wist een adres, waar je nog wat kopen kon, voor
hoge prijzen. De vader vond 't verschrikkelijk, dat hij zó veel geld moest be
talen. Maar hij had geen andere keus; zijn kinderen leden honger. De moeder
kookte een pond bonen, op een soort noodkacheltje; haar brandstof bestond uit oude kranten, de poten van een oude
stoel, wat stukken karton Toen ze zouden gaan eten, zei de vader: „Nu eten wij boon voor boon met grote
aandachtja, ik méén wat ik zeg één voor één en je aandacht er bij." Zo gebeurde en de sobere maaltijd
in de kou en de duisternis van de hongerwinter werd een koningsmaaltijd.
En nu vind je t misschien vreemd als ik zeg: „Kijk, zoals dat gezin de maaltijd gebruikte, zó moeten we ook lezen:
woord voor woord, met grote aandacht!" Je hebt mensen, volwassen en kinderen, die door een soort leeshonger be
zeten zijn; haastig lezen ze 't ene boek na 't andere; ze schrokken met grote brokken en als ze klaar zijn, hebben
ze hun voedsel ternauwernood geproefd ze weten ternauwernood, wat ze gelezen hebben. Nu begrijp je mis
schien, waarom ik lezen en eten met elkaar in verband heb gebracht: eten is: voedsel geven aan 't lichaam; lezen is:
voedsel geven aan de geest. Hóé je moet eten, wel, dat weet je. Hóé je moet lezen wel, ik geloof, dat ik daar
nu niet veel meer van hoef te zeggen.
Een boek kan een vriend voor je zijn. Behandel je boeken dus nèt zo, als je je vrienden behandelt: wees zuinig op
ze! En leg er niet de hele dag beslag op! Kaft je boeken, lees er in, met volle aandacht, laat ze na 't lezen niet
tussen oude kranten slingeren, zet ze netjes op hun plaats in je boekenkast of op je boekenplank.
Misschien is dit alles geen nieuws voor je.
Des te beter!
Maar ik wou t tóch even zeggen. Waarom? Wel, je weet 't: van 28 oktober tot 4 november hebben we in ons land
kinderboekenweek. Alle mensen, die op een of andere wijze iets met het kinderboek te maken hebben (schrijvers,
tekenaars, uitgevers, boekverkopers) doen hun best, om het kinderboek onder ieders aandacht te brengen.
En door 't schrijven van dit korte stukje heb ik mijn steentje bijgedragen.
Hoe was 't ook weer? O ja met grote aandachten niet schrokken!