Denk maar aan alle drie NIEUWS 8 Vrijwel ieder heeft zo zijn eigen Kerstverhaal en dat gaat dan over iets dat hèm alleen en hem speciaal overkomen is. Vrijwel ieder ook beroemdheden als Andersen, Wil liam Booth, Albert Schweitzer. Ik ga ze u van die drie vertellen. Eerst Andersen, de beroemde Deense sprookjesschrijver. U kent hem na tuurlijk: de man van het lelijke jonge eendje en van de sneeuwko ningin en van de kleine zeemeermin. Hij is zijn hele leven ongetrouwd gebleven, de goede Andersen. Maar dat wil niet zeggen, dat hij nooit verliefd is geweest. Hij heeft de grote, beantwoorde liefde dan wel niet gekend, de grote verliefdheid echter wel. Meer dan een keer zelfs. Eens gold die verliefdheid niemand minder dan Jenny Lind. Dat was de Zweedse Nachtegaal, een in haar tijd uitermate beroemde zangeres. Een schone vrouw, heel Europa lag aan haar voeten. Ook Andersen dweepte met haar, verliefd als nooit te voren, maar het haar bekennen durfde hij niet hij, de eeuwig schuchtere. En toen werd het Kerstmis, Kerst mis van het jaar 1845. Jenny, de Zweedse nachtegaal en Hans Andersen, de Deense sprookjesdichter, waren allebei in Berlijn; hij veertig, zij vijfentwintig jaar. Een wonderlijke gedachte is er toen bij hem opgekomen: dat zij en hij samen Kerstmis zouden vieren. Die gedachte niet meer dan een wensdroom - begon, naarmate Kerstmis naderde, steeds stelliger gestalte aan te nemen. Ze werd een „idéé fixe" van hem: alle uitnodigingen van landgenoten om het feest te komen meevieren sloeg hij af. Zij immers zou hem uitnodigen. Of zij zou bij hém komen, die avond. In elk geval: iets zou er gebeuren, het grote, het heerlijke zou gebeuren. Maar er gebeurde niets en toen de avond kwam maar laat Andersen het zelf maar vertellen: „toen de avond kwam, was ik niet bij Jenny Lind uitgenodigd, ik zat helemaal alleen in het hotel en voelde mij o zo verlaten en ik deed het venster open en keek naar de sterrenhemel en dat was dan mijn Kerstboom." Arme, sentimentele Andersen! Toen hij het haar later opbiechtte, dat hij vergeefs op haar gewacht had streek Jenny Lind hem over zijn voorhoofd, lachte hem uit en was toch geroerd. „Kindzei ze tegen hem.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1959 | | pagina 10