Scheepsziel
Mijn stalen hart werd wreed en zwaar beproefd
Toen ik mijn stalen lichaam voort moest stuwen.
Ik heb de zee - naar mensenwil - doorploegd
En onderging gelaten al het ruwe,
Dat men, in mensentaal, de proefvaart noemt.
En had mijn hart dit zware niet verdragen
Men had mij dan gehoond, misschien verdoemd;
Onschuldig had ik deze smaad gedragen.
Maar nu mijn hart in juiste regelmaat,
Kloppend, bereikt de grens van uw begeren
Nu lacht gij, makers, daar het full speed gaat:
Ik doe uw wil en kan mij niet verweren.
En zwerf ik straks de 7 zeeën rond
Daar gij met trotse vreugde vast kon stellen:
"Van brug tot bodem is dit schip gezond."
Dan zal mijn reder mij zijn lof vertellen.
12 januari I960, 6 uur 's avonds, stapten we voor het laatst van de „Victoria",
die toen met de sleepboten al vast, klaar voor vertrek lag in de haven van „Le
Havre". De overheersende gedachte op dat ogenblik was bij ieder „zoiets
nooit meer", maar als je weer enige dagen in Holland bent en je krijgt weer
boerenkool met worst etc., dan ga je er „iets" anders over denken.
Het overheersende gevoel is toch „Zij is ondanks alles klaar gekomen". Ik
weet, er zijn vaak harde woorden gevallen van hoog tot laag, maar het re
sultaat mag gezien worden en dat is alleen mogelijk geweest door het samen
te doen. Vaak ging het ten koste van ander werk, wat toch ook klaar moest.
Als groot winstpunt mag men zien, dat, ondanks de ver uiteenlopende aard
NIEUWS
4